Opkoopregeling gereserveerde licenties 2003

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-03-2003 t/m heden

Opkoopregeling gereserveerde licenties 2003

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op de goedkeuring van de Europese Commissie, bij beschikking van 27 november 2002, nr. SG(2002)D/232898;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. regeling:

Regeling visserijlicentie;

c. verordening:

verordening (EG) nr. 2091/98 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 september 1998 betreffende de indeling van de communautaire vissersvloot en de visserij-inspanning in segmenten ten behoeve van de meerjarige oriëntatieprogramma's (PbEG L 266);

d. vissersvaartuig:

vissersvaartuig als bedoeld in artikel 1 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;

e. licentie:

geldige licentie als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

f. ondernemer:

ondernemer als bedoeld in artikel 1 van de regeling.

Artikel 2

De minister kan op aanvraag subsidie verstrekken aan een ondernemer terzake van het afstand doen van het recht op toekenning van een licentie.

Artikel 3

  • 1 De minister maakt in de Staatscourant de periode bekend waarin een aanvraag als bedoeld in artikel 2 kan worden ingediend.

  • 2 De minister stelt voor de aanvraagperiode, bedoeld in het eerste lid, een subsidieplafond vast voor de op grond van de regeling te verstrekken subsidies. Het besluit tot vaststelling van het subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

  • 3 De minister verdeelt de beschikbare bedragen in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is, als datum van ontvangst geldt.

  • 4 Indien door toewijzing van de aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van het rangschikken van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, welke geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.

  • 5 Voor de toepassing van het vierde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 4

De in artikel 2 bedoelde subsidie wordt slechts verstrekt aan een ondernemer:

  • a. ten behoeve van wie op 27 februari 2003 de toekenning van een licentie ten behoeve van een vissersvaartuig dat op grond van tabel I van bijlage I van de verordening tot het segment met de code 4J1, 4J3, 4J4 of 4J5 behoort, op grond van artikel 5a, eerste lid, van de regeling is aangehouden en

  • b. die definitief afstand doet van alle rechten op toekenning van de in onderdeel a bedoelde licentie.

Artikel 5

Geen subsidie wordt verstrekt voor het gedeelte van de licentie, bedoeld in artikel 4, onderdeel a, dat op grond van artikel 7a of 7c, tweede lid, van de regeling niet meer geldig is bij gehele of gedeeltelijke overdracht of overschrijving van die licentie.

Artikel 6

  • 1 De subsidie bedraagt, € 1.270,- per brutoton, vermeld op de in artikel 4, onderdeel a, bedoelde licentie.

  • 2 Voor zover op in het eerste lid bedoelde licentie uitsluitend kilowatten staan vermeld, bedraagt de subsidie € 136,- per kilowatt.

  • 3 Voor de berekening van de subsidie wordt uitgegaan van de tonnage en het motorvermogen dat op 1 januari 2003 op de licentie stond vermeld.

Artikel 7

  • 1 De aanvraag, bedoeld in artikel 2, wordt ingediend op een daartoe bestemd formulier.

  • 2 De aanvrager is verplicht gelijktijdig met de aanvraag in te leveren:

    • a. een door aanvrager ondertekende verklaring op een daartoe bestemd formulier dat hij definitief afstand doet van alle rechten op toekenning van de licentie waarop de aanvraag betrekking heeft en

    • b. indien er een pandrecht is gevestigd op de licentie waarop de aanvraag betrekking heeft, een verklaring van de pandhouder waaruit blijkt dat deze instemt met de aanvraag.

Artikel 8

  • 1 De minister geeft binnen 8 weken na afloop van de in artikel 3, eerste lid, bedoelde periode een beschikking omtrent subsidievaststelling.

  • 2 Indien de termijn, bedoeld in het eerste lid, niet kan worden gehaald, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking tegemoet kan worden gezien.

Artikel 9

Indien voor het afstand doen van het recht op toekenning van een licentie reeds uit anderen hoofde een uit overheidsmiddelen bekostigde subsidie is of zal worden verstrekt, wordt deze subsidie in mindering gebracht op de op grond van deze regeling verkregen subsidie.

Artikel 10

  • 1 Subsidie wordt verstrekt onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • 2 De beslissing tot verstrekking van subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling of het uitblijven daarvan.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 2002

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B.J. Odink.

Naar boven