Tijdelijke regeling herverdeeleffecten JGZ

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 31-12-2005

Tijdelijke regeling herverdeeleffecten JGZ

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 5, 10 en 44 van het Besluit volksgezondheidssubsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. een thuiszorgorganisatie:

een instelling voor zorg aan ouder en kind, als bedoeld in artikel 26 a van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering;

c. het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg:

de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit jeugdgezondheidszorg;

d. nieuwe financieringssystematiek:

de per 1 januari 2003 geldende nieuwe financieringssystematiek van het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg;

e. PWC-lijst:

de in het rapport `Het nieuwe verdeelmodel voor de Jeugdgezondheidszorg leidt tot een herverdeling van de middelen' van PricewaterhouseCoopers (PWC) d.d. 1 januari 2003 opgenomen tabel 1-2;

f. OKZ-budget 2002:

het AWBZ-gefinancierde budget van een thuiszorgorganisatie ten behoeve van de in 2002 uit te voeren ouder- en kindzorg taken als bedoeld in artikel 26a van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering, zoals opgenomen in de PWC-lijst;

g. Rsu-budget 2003:

de som van de aan gemeenten in het werkgebied van een thuiszorgorganisatie op grond van de (Tijdelijke) Regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg (Stcrt. 23 oktober 2002, nr. 204) vastgestelde uitkeringen voor het uitkeringsjaar 2003;

h. herverdeeleffect:

het door de nieuwe financieringssystematiek ontstane negatieve verschil tussen het OKZ-budget 2002 en het RSU-budget 2003;

i. subsidiejaar:

het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • a. De minister verstrekt gedurende de subsidiejaren 2003 tot en met 2005 jaarlijks een subsidie aan een thuiszorgorganisatie, indien bij die organisatie op 1 januari 2003 sprake is van een herverdeeleffect.

  • b. Indien er sprake is van een herverdeeleffect van minder dan 10%, wordt de subsidie met ingang van het subsidiejaar 2003 gedurende twee opeenvolgende subsidiejaren verstrekt.

  • c. Indien er sprake is van een herverdeeleffect van 10% of meer, wordt de subsidie gedurende drie subsidiejaren verstrekt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • a. In het subsidiejaar 2003 bedraagt de subsidie het volledige herverdeeleffect.

  • b. In het subsidiejaar 2004 bedraagt de subsidie in het geval van artikel 2 sub b, 50% van het herverdeeleffect en in het geval van artikel 2 sub c 66% van het herverdeeleffect.

  • c. In het geval van artikel 2 sub c bedraagt de subsidie in 2005 33% van het herverdeeleffect.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor het subsidiejaar 2003 dient de thuiszorgorganisatie die een instellingssubsidie verlangt ten behoeve van een herverdeeleffect als bedoeld in artikel 2 sub a, in afwijking van artikel 6, eerste lid, van het Besluit volksgezondheidssubsidies, uiterlijk 1 maart 2003 een subsidieaanvraag in.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke regeling herverdeeleffecten JGZ.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt per 1 januari 2006, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de verstrekte subsidies.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. Ross-van Dorp

Naar boven