Wijzigingsbesluit enige algemene maatregelen van bestuur (uitvoering Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2000-2001, enz.)

[Regeling vervallen per 01-07-2023.]
Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 15-12-2003 t/m 30-06-2023

Besluit van 9 december 2002 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met onder meer de uitvoering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2000–2001 en de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2001–2002 sector Rechterlijke Macht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 25 juli 2002, nr. 517161/02/6;

Gelet op artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

De Raad van State gehoord (advies van 20 september 2002, nr. W03.02.0342/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 2 december 2002, nr. 5193107/02/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

[Red: Wijzigt het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak.]

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.]

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

De algemene onkostenvergoeding, bedoeld in het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren, bedraagt gedurende de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000, in afwijking van de artikelen 1, derde lid, onderdelen a tot en met e, 2, tweede lid, onderdelen a tot en met g, 3, 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 6 van genoemd besluit, zoals deze artikelen op 31 december 2000 luidden:

Artikel V

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

De algemene onkostenvergoeding, bedoeld in het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren, bedraagt gedurende de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001, in afwijking van de artikelen 1, derde lid, onderdelen a tot en met e, 2, tweede lid, onderdelen a tot en met g, 3, 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 6 van genoemd besluit, zoals deze artikelen op 31 december 2001 luidden:

Artikel VI

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 In afwijking van artikel 7, eerste lid, van het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren wordt aan de rechterlijke ambtenaren die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn aangesteld voor het vervullen van minder dan de helft van een volledige taak, de onkostenvergoeding toegekend die zij zouden hebben ontvangen indien zij in hetzelfde ambt zouden zijn aangesteld voor het vervullen van een volledige taak.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op de rechterlijke ambtenaren die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn aangesteld voor het vervullen van minder dan de helft van een volledige taak en die op of na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit een nieuwe aanstelling krijgen voor het vervullen van minder dan de helft van een volledige taak.

Artikel VII

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

In afwijking van artikel 7a van het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren heeft de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding, die voor de inwerkingtreding van dit besluit ongeschikt was tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, aanspraak op een onkostenvergoeding gedurende het kalenderjaar waarin dit besluit in werking is getreden en het kalenderjaar daarop volgend.

Artikel VIII

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

In afwijking van artikel 9a van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak hebben de in dat artikel genoemde personen, die voor de inwerkingtreding van dit besluit ongeschikt waren tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, aanspraak op een onkostenvergoeding en een representatievergoeding gedurende het kalenderjaar waarin dit besluit in werking is getreden en het kalenderjaar daarop volgend.

Artikel IX

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

Artikel X

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 Over het jaar 2000 wordt de eindejaarsuitkering, bedoeld in artikel 1 van het Besluit eindejaarsuitkering rechterlijke ambtenaren, zoals dat op 31 december 2001 luidde, verhoogd met 0,7% van het in dat jaar genoten salaris.

  • 2 Voor de in artikel 1 van het Besluit eindejaarsuitkering rechterlijke ambtenaren, zoals dat op 31 december 2001 luidde, bedoelde rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die zijn aangesteld voor het vervullen van een volledige taak, wordt de eindejaarsuitkering over het jaar 2000 verhoogd met een bedrag van f 206 bruto.

  • 3 Voor de in artikel 1 van het Besluit eindejaarsuitkering rechterlijke ambtenaren, zoals dat op 31 december 2001 luidde, bedoelde rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die zijn aangesteld voor het vervullen van minder dan een volledige taak, wordt de eindejaarsuitkering over het jaar 2000 verhoogd met een met hun werktijd overeenkomend deel van het in het tweede lid genoemde bedrag.

  • 4 De peildatum voor het vaststellen van de aanspraak op en de hoogte van de in dit artikel bedoelde verhogingen is 1 december 2000.

Artikel XI

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 Voor de in artikel 1 van het Besluit eindejaarsuitkering, zoals dat op 31 december 2001 luidde, bedoelde rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die zijn aangesteld voor het vervullen van een volledige taak, wordt de eindejaarsuitkering over het jaar 2001 verhoogd met een bedrag van f 1165 bruto alsmede met een bedrag van f 564 bruto.

  • 2 Voor de in artikel 1 van het Besluit eindejaarsuitkering rechterlijke ambtenaren, zoals dat op 31 december 2001 luidde, bedoelde rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die zijn aangesteld voor het vervullen van minder dan een volledige taak, wordt de eindejaarsuitkering over het jaar 2001 verhoogd met een met hun werktijd overeenkomend deel van het in het eerste lid genoemde bedrag.

  • 3 De peildatum voor het vaststellen van de aanspraak op en de hoogte van de in dit artikel bedoelde verhogingen is 1 december 2001.

Artikel XII

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 Indien het belang van de dienst zich daartegen niet verzet, kan de functionele autoriteit in het jaar 2001 en in het jaar 2002 tot 1 september 2002 eenmaal per jaar op verzoek van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding het aantal uren dat de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding meer werkt dan zijn arbeidsduur gemiddeld per week bedraagt en hij deswege met een maximum van vier per week opspaart, verlagen.

  • 2 Het aantal uren waarmee het totale aantal in een jaar gespaarde uren kan worden verlaagd, bedraagt voor de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding maximaal het totale aantal opgespaarde uren. Het aantal in een jaar opgespaarde uren kan alleen worden verlaagd met een aantal uren dat deelbaar is door het getal vier.

  • 3 Onze Minister van Justitie stelt vast voor welke datum verzoeken als bedoeld in het eerste lid kunnen worden ingediend.

  • 4 De functionele autoriteit beslist op of na de in het derde lid bedoelde datum gelijktijdig op de voor die datum ingediende verzoeken.

  • 5 De rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding ontvangt voor elk uur waarmee zijn totale aantal in een jaar opgespaarde uren overeenkomstig het eerste en tweede lid wordt verlaagd, een vergoeding ten bedrage van het salaris per uur dat hij geniet op de door Onze Minister van Justitie krachtens het derde lid vastgestelde datum.

Artikel XIII

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 De rechterlijk ambtenaar die in de jaren 2001 of 2002 werkzaamheden verricht als rechter-commissaris in strafzaken of piketofficier ontvangt een tijdelijke toelage.

  • 2 Onze Minister van Justitie stelt de hoogte van de tijdelijke toelage vast.

  • 3 Onze Minister van Justitie stelt vast voor welke datum de functionele autoriteit de opdracht tot uitbetaling van de tijdelijke toelage aan de in het eerste lid bedoelde rechterlijk ambtenaar geeft.

Artikel XIV

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 Een rechterlijk ambtenaar kan een eenmalige toelage ontvangen vanwege de extra inspanningen in verband met de modernisering en reorganisatie van de rechterlijke organisatie.

  • 2 Onze Minister van Justitie stelt de hoogte van de eenmalige toelage vast.

Artikel XVI

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 december 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zeventiende december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner