Verordening heffingen eiproducten 2003

[Regeling vervallen per 17-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 17-04-2004.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 25-01-2003 t/m 16-10-2019

Verordening heffingen eiproducten 2003

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren heeft,

gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, en de artikelen 5 en 9 van de Instellingsverordening Productschap Pluimvee en Eieren 1998-I,

op 14 november 2002 vastgesteld de navolgende

VERORDENING

Titel I. Definities

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening neemt over de terminologie van de Verordening registratie verzamelaars en houders van een pakstation èn heffingen consumptie-eieren 2003 en verstaat verder onder:

eiproductenfabrikant:

de ondernemer die uit meer dan 200.000 kippen- en/of eendeneieren per jaar eiproducten vervaardigt;

legpluimveebedrijf:

inrichting die wordt gebruikt voor het houden van kippen voor de productie van consumptie-eieren;

eiproductenhandelaar:

de ondernemer die eiproducten koopt, ten einde deze in al dan niet bewerkte vorm af te leveren aan anderen dan consumenten.

Titel II. Heffingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Eiproductenfabrikanten zijn aan het productschap over de door hen in het kalenderjaar 2003 direct van legpluimveebedrijven ontvangen eieren een heffing verschuldigd ten bedrage van € 0,00003 per ei.

  • 2 Eiproductenfabrikanten zijn daarnaast over de door hen ontvangen en tot eiproduct verwerkte eieren een heffing verschuldigd ten bedrage van € 0,00097 per kilogram tot eiproduct verwerkte eieren, waarvan

    € 0,0009 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,

    € 0,00003 voor het o. en o. fonds en

    € 0,00004 voor het kwaliteitsfonds bestemd is.

  • 3 De heffingen genoemd in het tweede lid zijn, in zoverre zij daarin bestemd zijn voor de daarin genoemde fondsen, niet verschuldigd voor die eieren ten aanzien waarvan naar genoegen van het productschap wordt aangetoond dat zij niet in Nederland zijn geproduceerd.

  • 4

    • a. Eiproductenhandelaren zijn aan het productschap over het kalenderjaar 2003 een vaste heffing verschuldigd van € 68,06.

    • b. in afwijking van het bepaalde onder a is de eiproductenhandelaar, indien zijn bedrijf in het kalenderjaar 2003 is beëindigd, een vaste heffing verschuldigd van € 5,67 per maand of gedeelte daarvan, dat de betrokken ondernemer bij het productschap staat geregistreerd als eiproductenhandelaar met een maximum van € 68,06 per jaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde ondernemer is verplicht om uiterlijk binnen 10 dagen na het verstrijken van elke kalendermaand, door middel van invulling en ondertekening van een hem door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens over de verstreken kalendermaand waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.

  • 2 De in het opgaveformulier te verstrekken gegevens hebben betrekking op de door de ondernemer in de desbetreffende kalendermaand ontvangen eieren en geïmporteerde eiproducten.

  • 3 De heffing die aan de ondernemer wordt opgelegd kan worden aangemerkt als voorschotbetaling. Na afloop van het kalenderjaar vindt dan een definitieve heffingsoplegging plaats en zo nodig verrekening tussen feitelijk verschuldigd bedrag en betaalde voorschotten.

  • 4 Iedere ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te alle tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.

  • 5 Het bestuur van het productschap is bevoegd bij uitvoeringsbesluit minimumeisen te stellen waaraan de door de ondernemer met betrekking tot de ontvangst van eieren en ontvangst onderscheidenlijk aflevering van eiproducten te voeren administratie dient te voldoen.

  • 6 Voor het geval een ondernemer niet heeft voldaan aan een ingevolge het eerste lid op hem rustende verplichting, waaronder begrepen het verstrekken van onvolledige en/of onjuiste gegevens, kan te zijnen aanzien de in artikel 2 omschreven heffing ambtshalve door het productschap worden vastgesteld aan de hand van aan het productschap ten dienste staande gegevens zo nodig door middel van een schatting.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Een ingevolge deze verordening verschuldigd heffingsbedrag dient uiterlijk binnen 14 dagen nadat dit bedrag aan de betrokken ondernemer in rekening is gebracht, aan het productschap te worden voldaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Een schuldenaar, die enig door hem uit hoofde van het bij of krachtens een heffingsverordening bepaalde verschuldigde heffing niet tijdig volledig heeft betaald is, na bij aangetekend schrijven aangemaand om binnen een termijn van 10 dagen de heffing te voldoen, aan het productschap deze heffing verschuldigd, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, waaronder begrepen de wettelijke rente.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde rente wordt berekend vanaf de dag waarop de in dat lid genoemde termijn is verstreken tot aan de dag van de algehele voldoening.

Titel III. Algemene bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Het niet nakomen van een verplichting, gesteld in artikel 3, waaronder mede verstaan wordt het verstrekken van geheel of gedeeltelijk onjuiste gegevens, is een strafbaar feit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens omtrent ondernemingen worden in handen gesteld van de voorzitter van het productschap; zij worden, behoudens aan personeelsleden van het secretariaat van het productschap, niet bekendgemaakt.

  • 2 De voorzitter van het productschap kan, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van ondernemingen, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een bepaalde onderneming kunnen worden afgeleid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter van het productschap is bevoegd, onder door het bestuur te stellen regelen, van het bepaalde in of krachtens deze verordening ontheffing te verlenen en daaraan voorwaarden te verbinden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter kan artikel 3, 4, 5 en 6 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad bedrijfsorganisatie en werkt terug tot 1 januari 2003, met uitzondering van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening heffingen eiproducten 2003'.

Voor het bestuur,

J.J. Ramekers

voorzitter

M.S .B. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 9 januari 2003, nr. TRCJZ/2002/12724.

Naar boven