Verordening heffingen eendenhouderijen 2003

[Regeling vervallen per 17-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 21-02-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 22-02-2003 t/m 16-10-2019

Verordening heffingen eendenhouderijen 2003

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren heeft,

gelet op artikel 126 van het Wet op de Bedrijfsorganisatie, en de artikelen 5 en 9 van de Instellingsverordening Productschap Pluimvee en Eieren 1998-I

op 14 november 2002 vastgesteld de navolgende

VERORDENING

Titel I. Definities

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

productschap

:

het Productschap Pluimvee en Eieren;

onderneming

:

een onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;

ondernemer

:

De natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft.

Titel II. Heffingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De ondernemer die bedrijfsmatig eenden houdt of pleegt te houden is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2003 afgeleverde eenden.

  • 2 Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt € 0,00265 per kilogram afgeleverd levend gewicht,

    waarvan:

    € 0,00007 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,

    € 0,0005 voor het gezondheidszorgfonds en

    € 0,00208 voor het o. en o.fonds

    bestemd is.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De ondernemer is verplicht om uiterlijk binnen tien dagen na het verstrijken van het kwartaal waarin door hem eenden zijn afgeleverd naar waarheid bij het productschap opgave te doen van de betreffende aantallen. Deze opgave dient te geschieden door middel van een volledige invulling en ondertekening van een op zijn verzoek door hetproductschap te verstrekken opgaveformulier.

  • 2 ledere ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te alle tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.

  • 3 De heffing die aan de ondernemer wordt opgelegd kan worden aangemerkt als voorschotbetaling. Na afloop van het kalenderjaar vindt dan een definitieve heffingsoplegging plaats en zo nodig verrekening tussen feitelijk verschuldigd bedrag en betaalde voorschotten

  • 4 Het bestuur van het productschap is bevoegd bij uitvoeringsbesluit minimumeisen te stellen waaraan de door de ondernemer te voeren administratie dient te voldoen.

  • 5 Voor het geval een ondernemer niet heeft voldaan aan een, ingevolge het eerste lid op hem rustende verplichting, waaronder begrepen het verstrekken van onvolledige en/of onjuiste gegevens, kan te zijnen aanzien de in artikel 2 omschreven heffing ambtshalve door het productschap worden vastgesteld aan de hand van aan het productschap ten dienste staande gegevens zo nodig door middel van een schatting.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Een ingevolge deze verordening verschuldigd heffingsbedrag dient uiterlijk binnen 14 dagen nadat dit bedrag aan de betrokken ondernemer in rekening is gebracht, aan het productschap te worden voldaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Een schuldenaar, die enig door hem uit hoofde van het bij of krachtens een heffingsverordening bepaalde verschuldigde heffing niet tijdig volledig heeft betaald is, na bij aangetekend schrijven aangemaand om binnen een termijn van 10 dagen de heffing te voldoen, aan het productschap deze heffing verschuldigd, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, waaronder begrepen de wettelijke rente.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde rente wordt berekend vanaf de dag waarop de in dat lid genoemde termijn is verstreken tot aan de dag van de algehele voldoening.

Titel III. Algemene bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Het niet nakomen van een verplichting gesteld in artikel 3, waaronder mede wordt verstaan het verstrekken van geheel of gedeeltelijk onjuiste gegevens is een strafbaar feit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens omtrent ondernemingen worden in handen gesteld van de voorzitter van het productschap; zij worden behoudens aan personeelsieden van het secretariaat van het productschap, niet bekend gemaakt.

  • 2 De voorzitter van het productschap kan, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van ondernemingen, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een bepaalde onderneming kunnen worden afgeleid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter van het productschap is bevoegd, onder door het bestuur te stellen regelen, van het bepaalde in of krachtens deze verordening in bepaalde gevallen of groepen van gevallen ontheffing te verlenen en daaraan voorwaarden te verbinden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter kan artikel 3, 4, 5 en 6 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad bedrijfsorganisatie en werkt terug tot 1 januari 2003 met uitzondering van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening heffingen eendenhouderijen 2003.'

Voor het bestuur,

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 4 februari 2003, nr. TRCJZ/2002/12721.

Naar boven