Wet van 31 oktober 2002, houdende bepalingen inzake rechtspersoonlijkheid, privileges
en immuniteiten van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden (Wet HCNM)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Hoge Commissaris inzake
Nationale Minderheden, als zijnde een instelling van de Organisatie voor Veiligheid
en Samenwerking in Europa, rechtspersoonlijkheid te verlenen, alsmede deze instelling
en diens functionarissen privileges en immuniteiten toe te kennen ter wille van een
onafhankelijke functie-uitoefening en dat het noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen
vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: