-
a. delfstoffen: in de ondergrond aanwezige mineralen of substanties van organische oorsprong,
in een aldaar langs natuurlijke weg ontstane concentratie of afzetting, in vaste,
vloeibare of gasvormige toestand, met uitzondering van brongas, kalksteen, grind,
zand, klei, schelpen en mengsels daarvan;
-
b. aardwarmte: in de ondergrond aanwezige warmte die aldaar langs natuurlijke weg is
ontstaan;
-
c. continentaal plat: het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond
daarvan, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay
gesloten Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) soevereine rechten heeft
en hetwelk is gelegen aan de zeezijde van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee bedoelde lijn;
-
d. verkenningsonderzoek: een onderzoek, zonder gebruikmaking van een boorgat, naar de
aanwezigheid van delfstoffen of naar de aanwezigheid van aardwarmte, dan wel naar
nadere gegevens omtrent delfstoffen of aardwarmte;
-
e. opsporen van delfstoffen: onderzoek doen naar de aanwezigheid van delfstoffen, dan
wel naar nadere gegevens daaromtrent, met gebruikmaking van een boorgat;
-
f. winnen van delfstoffen: het met gebruikmaking van een boorgat, tunnel, schacht of
ander ondergronds werk onttrekken van delfstoffen aan de ondergrond anders dan in
de vorm van monsters of formatiebeproevingen;
-
g. opsporen van aardwarmte: onderzoek doen naar de aanwezigheid van aardwarmte, dan wel
naar nadere gegevens daaromtrent, met gebruikmaking van een boorgat;
-
h. winnen van aardwarmte: het onttrekken van aardwarmte aan de ondergrond anders dan
het onttrekken daarvan in samenhang met het opsporen of het winnen van delfstoffen
dan wel met het opslaan van stoffen;
-
i. opslaan van stoffen: het brengen of houden van stoffen op een diepte van meer dan
100 meter beneden de oppervlakte van de aardbodem, dan wel het terughalen van die
stoffen, anders dan het in de ondergrond brengen of houden of daaruit terughalen van
stoffen gericht op het onttrekken van aardwarmte aan de ondergrond;
-
j. opsporingsvergunning: een vergunning voor het opsporen van delfstoffen;
-
k. winningsvergunning: een vergunning voor het winnen van delfstoffen, alsmede voor het
opsporen van delfstoffen;
-
l. opslagvergunning: een vergunning voor het opslaan van stoffen;
-
m. mijnbouwmilieuvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 40, tweede lid;
-
n. mijnbouwwerk: een werk dat behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
categorie van werken:
-
1°. ten behoeve van het opsporen of het winnen van delfstoffen of aardwarmte;
-
2°. ten behoeve van het opslaan van stoffen;
-
3°. die samenhangen met de in de onderdelen 1° en 2° bedoelde werken;
-
o. mijnbouwinstallatie: een mijnbouwwerk dat verankerd is in of aanwezig is boven de
bodem van een oppervlaktewater;
-
p. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
-
q. opsporen van CO2-opslagcomplexen: onderzoek naar opslagcomplexen met gebruikmaking van een boorgat
of door het verrichten van proeven met injectie van CO2 om het opslagvoorkomen te karakteriseren;
-
r. opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexen: een vergunning voor het opsporen van CO2-opslagcomplexen;
-
s. CO2-opslagcomplex: opslagvoorkomen voor CO2 en de omringende geologische gebieden die een weerslag kunnen hebben op de algehele
integriteit van de opslag en de veiligheid ervan;
-
t. opslagvoorkomen: een voorkomen dat gebruikt wordt voor opslag;
-
u. permanent opslaan van CO2: permanent opslaan van CO2 en stoffen die daarmee in directe samenhang worden opgeslagen met uitzondering van
opslag van CO2 voor onderzoeks- of ontwikkelingsdoeleinden of voor het beproeven van nieuwe producten
en procedés indien de geplande opslagcapaciteit minder is dan 100 kiloton;
-
v. zwaar ongeval:
-
1°. een incident met daarbij een explosie, brand of verlies van controle over de boorput
of lekkage van olie, gas of gevaarlijke stoffen, waarbij sprake is van of een aanzienlijke
kans bestaat op slachtoffers of ernstig lichamelijk letsel,
-
2°. een incident dat tot ernstige schade aan het mijnbouwwerk of de verbonden infrastructuur
leidt, waarbij sprake is van of een aanzienlijke kans bestaat op slachtoffers of ernstig
lichamelijk letsel,
-
3°. een incident leidend tot de dood of tot ernstige verwondingen van vijf of meer personen,
die aanwezig zijn op het mijnbouwwerk waar het gevaar zijn oorsprong vindt of die
betrokken zijn bij een olie- of gasactiviteit in verband met het mijnbouwwerk of de
verbonden infrastructuur of
-
4°. een zwaar milieuincident dat voortvloeit uit de incidenten als bedoeld onder a, b
en c en dat leidt of naar verwachting zal leiden tot aanzienlijke negatieve gevolgen
voor het milieu, als bedoeld in richtlijn 2004/35/EG;
-
w. kennisgeving: een schriftelijke aankondiging van een voorgenomen activiteit;
-
x. exploitant: een houder van een vergunning voor het opsporen of winnen van koolwaterstoffen
of indien er meerdere houders van de vergunning zijn, één van de vergunninghouders
die overeenkomstig artikel 22, vijfde lid, is aangewezen om de feitelijke werkzaamheden te verrichten of daartoe opdracht te
verlenen;
-
y. boorgatactiviteit: elke activiteit, met inbegrip van het opschorten daarvan, met betrekking
tot een boorgat waarbij per ongeluk stoffen kunnen vrijkomen, wat mogelijk tot een
zwaar ongeval kan leiden, waarbij het in ieder geval gaat om:
-
1°. het boren van een boorgat ten behoeve van de opsporing of winning van koolwaterstoffen,
-
2°. het herstellen of aanpassen van een boorgat of
-
3°. het definitief verlaten van een boorgat;
-
z. gecombineerde activiteit:
-
1°. een activiteit die wordt uitgevoerd vanaf een mijnbouwwerk samen met één of meerdere
andere mijnbouwwerken ten behoeve van aan het andere mijnbouwwerk gerelateerde doeleinden,
waarbij de risico’s voor de veiligheid van personen of de bescherming van het milieu
op één of alle mijnbouwwerken aanzienlijk wordt beïnvloed of
-
2°. het gelijktijdig uitvoeren van werkzaamheden;
-
aa. onafhankelijke verificatie: een beoordeling en bevestiging van de geldigheid van bepaalde
schriftelijke verklaringen, door een entiteit of organisatorisch onderdeel van de
vergunninghouder of eigenaar van een mijnbouwwerk die niet onder de controle of invloed
valt van de entiteit die of het organisatorisch onderdeel dat de verklaringen gebruikt;
-
ab. productie-installatie: een mijnbouwwerk dat gebruikt wordt voor het winnen of bewerken
van koolwaterstoffen, met uitzondering van inrichtingen waarvoor het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 geldt, of een pijpleiding, met uitzondering van pijpleidingen waarvoor het Besluit externe veiligheid buisleidingen geldt;
-
ac. niet-productie-installatie: een mijnbouwwerk niet zijnde een productie-installatie
en niet zijnde een mijnbouwwerk bestemd voor het winnen van zout of aardwarmte of
voor het opslaan van stoffen;
-
ad. richtlijn 2013/30/EU: richtlijn 2013/30/EU van het Europees parlement en de Raad van
12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot
wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178);
-
ae. richtlijn 2008/56/EG: richtlijn 2008/56/EG van het Europees parlement en de Raad van
17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende
het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PbEU
2008, L 164);
-
af. essentiële wijziging: wezenlijke verandering die de kern betreffen;
-
ag. pijpleiding:
-
1°. leiding die twee of meer mijnbouwwerken met elkaar verbindt ten behoeve van het vervoer
van stoffen, te rekenen vanaf de eerste isolatieafsluiter van het mijnbouwwerk;
-
2°. andere leiding dan bedoeld onder 1°, aan te wijzen door Onze Minister, die een mijnbouwwerk
verbindt met een ander werk ten behoeve van het vervoer van stoffen te rekenen vanaf
de eerste isolatieafsluiter van het mijnbouwwerk;
-
ah. risicobeoordeling: wetenschappelijke of anderszins geobjectiveerde beoordeling, die
bestaat uit een gevareninventarisatie, gevarenkarakterisatie, blootstellingschatting
en risicokarakterisatie;
-
ai. beheerder: natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening en risico een
pijpleiding of kabel wordt aangelegd, gebruikt dan wel in stand gehouden;
-
aj. buiten werking: een situatie, waarin een mijnbouwwerk, kabel of pijpleiding, bestemd
voor het opsporen of winnen van delfstoffen of aardwarmte dan wel het opslaan van
stoffen of het opsporen van CO2-opslagcomplexen niet meer als zodanig in werking is;
-
ak. buiten gebruik stellen van een boorgat: het permanent afsluiten van een boorgat;
-
al. kabel: leiding voor het vervoer van elektriciteit of elektronische signalen die: