Toelichting bij formulier A
[Regeling vervallen per 17-12-2006]
Dit formulier is alleen bedoeld voor glastuinbouwbedrijven die NIET aangesloten zijn
bij de Stichting UMR (rechtstreeks, of via MPS of Groeinet). Als u WEL bij de Stichting
UMR bent aangesloten verzorgt deze de berekeningen voor de 4-wekelijkse rapportage
voor u, met behulp van een vergelijkbaar formulier.
Dit formulier dient uiterlijk 2 weken na het eind van de betreffende 4-wekelijkse
periode ingevuld en ondertekend opgestuurd te worden naar de Stichting UO-IMT (adres:
UO-IMT, Postbus 283, 2700 AG te Zoetermeer).
De bevoegde gezagen (gemeentes, waterschappen, en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer,
en Visserij) richten de Stichting UO-IMT op met als doel alle registratiegegevens
op één punt te verzamelen. De Stichting UO-IMT zorgt voor de (wettelijk verplichte)
rapportage aan het Bevoegd Gezag. Onjuist of onvolledig ingevulde formulieren worden
niet in behandeling genomen.
Alle gegevens die u gebruikt voor deze rapportage (meetgegevens, logboek, berekeningen,
facturen, afleveringsbewijzen, etc) dient u ten minste 10 jaar te bewaren. U wordt
aangeraden een kopie van dit formulier te bewaren in uw eigen administratie.
Dit formulier dient ingevuld te worden per inrichting. Het kan zijn dat uw bedrijf
uit meerdere inrichtingen bestaat. Uw gemeente is verantwoordelijk voor de eventuele
aanwijzing van meerdere inrichtingen.
Let op: u moet ten minste 1 maal per jaar (in periode 10) en verder bij iedere wijziging
een teeltplan insturen. Hiervoor dient u gebruik te maken van formulier B. Formulier
B kunt u alleen samen met formulier A insturen. Voor meer informatie leest u de toelichting
op formulier B.
-
1. Periode = het tijdvak van 4 aaneengesloten weken (voorafgaand aan de rapportage) waarover
u rapporteert. U kruist in de lijst aan over welke periode deze rapportage gaat.
Er zijn 13 periodes in een jaar, volgens de onderstaande tabel:
Weeknummers
|
Periodenummer
|
Weeknummers
|
Periodenummer
|
|
|
|
|
1, 2, 3, 4
|
1
|
29, 30, 31, 32
|
8
|
5, 6, 7, 8
|
2
|
33, 34, 35, 36
|
9
|
9, 10, 11, 12
|
3
|
37, 38, 39, 40
|
10
|
13, 14, 15, 16
|
4
|
41, 42, 43, 44
|
11
|
17, 18, 19, 20
|
5
|
45, 46, 47, 48
|
12
|
21, 22, 23, 24
|
6
|
49, 50, 51, 52
|
13
|
25, 26, 27, 28
|
7
|
|
|
Door het gebruik van 4-wekelijkse periodes kan het gebeuren dat het `registratiejaar'
anders is dan het werkelijke jaar. Bijvoorbeeld: het registratiejaar 2002 loopt van
31 december 2001 tot en met 29 december 2002. Maandag 30 en dinsdag 31 december 2002
vallen dus in week 1 van 2003! U dient in al uw registraties uit te gaan van het registratiejaar,
oftewel de weeknummers.
Aangezien het Besluit glastuinbouw officieel is ingegaan op 1 april, begint ook per
1 april uw wettelijke verplichting tot meten en registreren. Dit betekent in de praktijk
dat uw eerste 4-wekelijkse rapportage moet worden ingediend over periode 4 (weken
13, 14, 15, en 16). Om een volledig beeld te geven over 2002 wordt u gevraagd ook
de gegevens van de eerdere periodes (1, 2 en 3) in te sturen, en om week 13 (de laatste
week van maart) mee te nemen in de rapportage over periode 4. Mocht u over week 13
geen gegevens beschikbaar hebben, meldt u dit dan op het formulier (onder `opmerkingen').
-
2. Registratienummer: zodra uw gegevens bekend zijn bij het Bevoegd Gezag krijgt u via
de UO-IMT een registratienummer. De eerste keer dat u dit formulier invult heeft u
waarschijnlijk nog geen registratienummer. U hoeft hier dan niets in te vullen.
Deelname BMP: hier geeft u aan of uw bedrijf een Bedrijfs Milieu Plan heeft of niet
(doorhalen wat niet van toepassing is). Dit is overigens pas aan de orde vanaf het
kalenderjaar 2004.
-
3. Voor het gerealiseerde verbruik in deze periode moeten de door u afgelezen of gemeten
waarden (bijvoorbeeld de gasmeterstand) worden omgerekend naar de gevraagde eenheden
(Gigajoule voor energie, kilogrammen N en P voor mestgift, en kilogrammen werkzame
stof voor gewasbeschermingsmiddelen).
De regels hiervoor kunt u vinden in het Besluit glastuinbouw (en dan vooral in Bijlage
1), en de toelichtingen daarop. Uitleg en enkele voorbeeldberekeningen zijn te vinden
in het Handboek Milieumaatregelen Glastuinbouw. Ook is er een module op internet beschikbaar
die u helpt om te rekenen met de normen (www.zibb.nl/tuinbouw). Bij twijfel is de
tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend.
Als u ervoor kiest zich aan te sluiten bij de Stichting UMR dan worden deze berekeningen
voor u uitgevoerd en hoeft u alleen de door u gebruikte hoeveelheden energie, meststoffen,
en gewasbeschermingsmiddelen aan te geven (op het door de UMR geleverde formulier).
-
4. Hier kunt u eventuele ter zake doende opmerkingen noteren.
-
5. Vergeet u niet het formulier te dateren en te ondertekenen!
Bij twijfel is de tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend.
Toelichting bij formulier B
[Regeling vervallen per 17-12-2006]
Dit formulier is alleen bedoeld voor glastuinbouwbedrijven die NIET aangesloten zijn
bij de Stichting UMR (rechtstreeks, of via MPS of Groeinet). Als u WEL bij de Stichting
UMR bent aangesloten verzorgt deze de berekeningen voor het teeltplan voor u, met
behulp van een vergelijkbaar formulier.
Dit formulier kan alleen gebruikt worden indien het samen met formulier A (4-wekelijkse
rapportage) wordt ingezonden (op formulier A vult u dan namelijk uw bedrijfsgegevens
in). U moet formulier B minimaal 1 maal per jaar invullen en opsturen, en wel samen
met de 4-wekelijkse rapportage in periode 10. Het teeltplan voor het komende jaar
dient namelijk voor 1 november ingevuld en ondertekend opgestuurd te worden naar de
Stichting UO-IMT (adres: UO-IMT, Postbus 283, 2700 AG te Zoetermeer). De bevoegde
gezagen (gemeentes, waterschappen, en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij) richten de Stichting UO-IMT op met als doel alle registratiegegevens op
één punt te verzamelen. De Stichting UO-IMT zorgt voor de (wettelijk verplichte) rapportage
aan het Bevoegd Gezag. Onjuist of onvolledig ingevulde formulieren worden niet in
behandeling genomen.
Alle gegevens die u gebruikt voor deze rapportage (meetgegevens, logboek, berekeningen,
facturen, afleveringsbewijzen, etc) dient u ten minste 10 jaar te bewaren. U wordt
aangeraden een kopie van dit formulier te bewaren in uw eigen administratie.
Dit formulier dient ingevuld te worden per inrichting. Het kan zijn dat uw bedrijf
uit meerdere inrichtingen bestaat. Uw gemeente is verantwoordelijk voor de eventuele
aanwijzing van meerdere inrichtingen.
Voor insturen van dit formulier dient u op elke ingestuurde pagina uw registratienummer
aan te geven. Als u nog geen registratienummer ontvangen heeft, kunt u in plaats daarvan
uw naam invullen.
-
1. In deze tabel wordt u gevraagd een overzicht te geven van uw geplande teeltverloop
voor het komende kalenderjaar.
Als u het formulier voor de eerste keer invult, moet u het voor het gehele jaar (zoals
aangegeven bij punt 2) invullen.
Als u het formulier gebruikt voor het doorgeven van wijzigingen in uw teeltplan, dan
hoeft u het formulier alleen in te vullen vanaf de door u bij punt 3 aangegeven ingangsweek
van de wijziging.
Per gewas, gewasgroep, en energietoepassing geeft u per periode het oppervlak aan
(in hectare, met een nauwkeurigheid van 4 cijfers achter de komma).
Voor de leesbaarheid van de tabel is er op dit formulier voor gekozen de oppervlakken
per periode aan te geven, met daaronder de mogelijkheid om per week aan te kruisen
of deze teelt ook werkelijk de gehele periode plaatsvond. Op deze manier is het mogelijk
om ook korte teelten aan te geven. Let u dus goed op bij het invullen van de tabel
dat u steeds twee regels gebruikt voor één gewas of gewasgroep! Bij meer dan 3,5 dagen
van een bepaalde teelt wordt dit afgerond naar 1 week.
In het eerste deel van de tabel geeft u aan op welke oppervlakken u welke gewassen
gaat telen. Onbeteeld oppervlak (uw kas ligt bijvoorbeeld een aantal weken leeg tussen
twee teelten) dient u apart te vermelden. Ook als u een periode van het jaar geen
registratieverplichting heeft (uw kas wordt bijvoorbeeld vanaf 1 juli gedeeltelijk
verhuurd) dient u dit apart te vermelden. In de tabel zijn de regels voor `onbeteeld
oppervlak' en `geen registratieverplichting' al voorgedrukt. Gewassen waarvoor opkweek
plaatsvindt op uw bedrijf dient u ook apart te vermelden, aangezien deze van invloed
zijn op de berekening van uw bedrijfsnorm (voor opkweek gelden andere normen dan voor
reguliere teelt).
Op de laatste regel van het eerste deel van de tabel geeft u per periode het totale
oppervlak van uw bedrijf aan. Dit laatste getal kan alleen veranderen als u bijvoorbeeld
uw bedrijf gaat uitbreiden of verkleinen tijdens het jaar.
In het tweede deel van de tabel geeft u aan welke energietoepassingen u op uw bedrijf
gaat gebruiken in het komende kalenderjaar. Per periode geeft u het oppervlak aan
waarover de betreffende toepassing zal worden ingezet. Het gebruik van energietoepassingen
is van invloed op het berekenen van uw bedrijfsnorm, omdat bij gebruik van energietoepassingen
andere normen gelden dan voor reguliere teelt (u kunt een bepaalde extra waarde bij
het normgetal voor het betreffende gewas optellen). Als u geen van de vier genoemde
toepassingen gaat gebruiken, hoeft u hier niets in te vullen.
Als u meer ruimte nodig heeft in de tabel dan kunt u daarvoor een extra pagina toevoegen
(een kopie van deze pagina). Geeft u dit a.u.b. wel aan op het formulier, onder `opmerkingen'!
Een voorbeeld van het invullen van deze tabel is onderaan de toelichting bijgevoegd.
-
2. Hier geeft u aan voor welk jaar het teeltplan geldig is. Vóór 1 november 2002 moet
u uw eerste teeltplan insturen; op dat teeltplan geeft u aan welke gewassen u in 2003
van plan bent te gaan telen, welke energietoepassingen u daarbij gebruikt, en wanneer
u dat gaat doen. Voor het teeltplan dat u vóór 1 november 2002 instuurt vult u hier
dus in: 2003.
Bij een wijziging van het teeltplan tijdens het lopende jaar vult u hier het lopende
jaar in. Dus als u in mei 2003 het teeltplan voor de tweede helft van 2003 wijzigt,
vult u hier in: 2003.
-
3. Hier geeft u de ingangsdatum van het teeltplan aan. Bij het eerste teeltplan dat
u instuurt (vóór 1 november 2002) vult u hier dus als datum in: 1/1/2003. Hierbij
hoort weeknummer 1. Bij wijzigingen in het teeltplan geeft u de datum en het weeknummer
aan waarop de wijziging ingaat.
-
4. De bedrijfsjaarnorm dient u per milieuveld uit te rekenen in de aangegeven eenheden
(Gigajoule per hectare voor energie, kilogram N en P per hectare voor meststoffen,
en kilogram werkzame stof per hectare voor gewasbeschermingsmiddelen). U moet dus
ook zelf per meststof en beschermingsmiddel de hoeveelheden N, P en werkzame stof
uitrekenen!
De regels voor de berekeningen kunt u vinden in het Besluit glastuinbouw (en dan vooral
in Bijlage 1), en de toelichtingen daarop. Uitleg en enkele voorbeeldberekeningen
zijn te vinden in het Handboek Milieumaatregelen Glastuinbouw. Ook is er een module
op internet beschikbaar die u helpt om te rekenen met de normen (www.zibb.nl/tuinbouw). Bij twijfel is de tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend.
Als u er voor kiest zich aan te sluiten bij de Stichting UMR, dan worden deze berekeningen
voor u uitgevoerd (u krijgt dan van de UMR een ander invulformulier).
-
5. Hier kunt u eventuele ter zake doende opmerkingen noteren.
-
6. Vergeet niet het formulier te dateren en te ondertekenen (en vergeet u ook niet alle
pagina's te paraferen en op alle pagina's uw registratienummer in te vullen)!
Toelichting op het voorbeeld
[Regeling vervallen per 17-12-2006]
Deze teler heeft op zijn bedrijf een totaal teeltoppervlak van 4 hectare (40.000 m2). Daarvan gebruikt hij dit jaar 2,3 ha voor paprikateelt, en 1,7 ha voor courgettes.
Een gedeelte van het jaar, in de winter, ligt het bedrijf leeg.
In de tabel moet deze teler dus 3 dingen aangeven:
-
1. Wanneer en op welk oppervlak hij paprika's teelt;
-
2. Wanneer en op welk oppervlak hij courgettes teelt;
-
3. Wanneer welk oppervlak onbeteeld is.
Eerst worden de gewassen ingevuld.
Beginnend in week 3 heeft deze teler 2,3 ha paprika's in zijn kas staan. In de eerste
open regel van de tabel, onder de voorgedrukte regels voor `onbeteeld' en `geen registratieverplichting'
vult hij in `paprika'. De gewascode voor paprika is 82.
Vervolgens vult hij in het vakje van periode 1 (week 1 tot en met 4) 2,3 ha in, en geeft door middel van kruisjes op de volgende regel aan dat dit alleen geldt
voor de weken 3 en 4. In de weken 1 en 2 is dit deel van de kas dus nog leeg.
Daarna staan er lange tijd paprikaplanten in de kas. Voor de periodes 2 tot en met
10 vult de teler steeds 2,3 ha in, en kruist alle weken aan.
De paprikaplanten worden weggehaald in periode 11, om precies te zijn aan het eind
van week 43 (bij meer dan 3,5 dagen van een bepaalde teelt wordt dit afgerond naar
1 week). In het vakje van periode 11 vult de teler nog 2,3 ha in, maar hij kruist alleen de weken 41, 42, en 43 aan. Vanaf week 43 is dit deel
van de kas dus weer leeg.
Beginnend in week 1 heeft de teler 1,7 ha courgettes in zijn kas staan. Onder de regels
voor paprika vult hij dus op een nieuwe regel `courgette' in. De gewascode voor courgette is 301. Vervolgens geeft hij aan dat in de periodes 1 tot en met 10 er 1,7 ha courgettes in de kas staat. Door middel van kruisjes op de volgende regel geeft
hij aan dat het gewas in werkelijkheid geplant wordt in week 1, en weggehaald wordt
in week 38.
Het totale teeltoppervlak kan nu ook al worden ingevuld. Aangezien er aan het totale
oppervlak van dit bedrijf gedurende dit jaar niets verandert, kan de teler hier in
alle periodes 4,0 ha invullen, en alle weken aankruisen. Door dit nu alvast in te vullen is het makkelijker
om het onbeteelde oppervlak in te vullen.
Vervolgens wordt het onbeteelde oppervlak ingevuld.
Per week vergelijkt de teler het oppervlak dat in gebruik is voor paprika en courgette
met het totale teeltoppervlak.
In week 1 en week 2 staan er al wel courgettes in de kas, maar nog geen paprika's.
2,3 Ha van het kasoppervlak is dus onbeteeld. Op de bovenste, voorgedrukte, regel
van de tabel (`onbeteeld') en in het vakje van periode 1 vult de teler dus 2,3 ha in, en hij kruist daaronder alleen week 1 en 2 aan.
In de periodes 2 tot en met 9 is het totale kasoppervlak in gebruik voor paprika's
en courgettes. Er is dus in deze periode geen onbeteeld oppervlak.
In periode 10 is in de weken 39 en 40 1,7 ha onbeteeld. In het vakje van periode 10
vult de teler dus 1,7 ha in, en hij kruist daaronder de weken 39 en 40 aan.
In periode 11 is 1,7 ha volledig onbeteeld. In de laatste week van periode 11, is
ook de paprikateelt afgelopen is dus het totale teeltoppervlak van 4,0 ha onbeteeld.
Omdat op één regel van de tabel in één periodevakje maar één oppervlak kan worden
ingevuld, moet de teler voor deze situatie een `truc' toepassen. Op de eerste regel
van de tabel, in het vakje voor periode 11, vult hij 1,7 ha in, en kruist daaronder alle 4 de weken aan. Vervolgens schrijft hij op een nieuwe
regel, onder de cijfers voor paprika en courgette, nog een keer `onbeteeld' in de tabel. Op deze regel vult hij voor periode 11 2,7 ha in, en kruist daaronder alleen week 44 aan. Nu `klopt' de tabel weer en is het duidelijk
dat in week 44 in totaal 4,0 ha onbeteeld is.
In de periodes 12 en 13 is het totale bedrijf onbeteeld. Op de eerste regel van de
tabel, in de vakjes voor periode 12 en 13, vult de teler dus 4,0 ha in en kruist daaronder alle weken aan.
Deze teler gaat geen van de aangegeven energietoepassingen gebruiken dit jaar. Hij
vult hier dus niets in.
Bij twijfel is de tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend.
Toelichting bij formulier C
[Regeling vervallen per 17-12-2006]
Dit formulier is alleen bedoeld voor glastuinbouwbedrijven die NIET aangesloten zijn
bij de Stichting UMR (rechtstreeks, of via MPS of Groeinet). Als u WEL bij de Stichting
UMR bent aangesloten verzorgt deze de berekeningen voor het jaarrapport voor u, met
behulp van de registraties die u gedurende het jaar heeft ingestuurd. U krijgt dan
een uitgebreider jaarrapport dan van de Stichting UMR thuisgestuurd (met onder meer
een overzicht van uw behaalde punten).
Dit formulier dient jaarlijks voor 1 mei ingevuld en ondertekend opgestuurd te worden
naar de Stichting UO-IMT (adres: UO-IMT, Postbus 283, 2700 AG te Zoetermeer). De bevoegde
gezagen (gemeentes, waterschappen, en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij) richten de Stichting UO-IMT op met als doel alle registratiegegevens op
één punt te verzamelen. De Stichting UO-IMT zorgt voor de (wettelijk verplichte) rapportage
aan het Bevoegd Gezag. Onjuist of onvolledig ingevulde formulieren worden niet in
behandeling genomen.
Alle gegevens die u gebruikt voor deze rapportage (meetgegevens, logboek, berekeningen,
facturen, afleveringsbewijzen, etc) dient u ten minste 10 jaar te bewaren. U wordt
aangeraden een kopie van dit formulier te bewaren in uw eigen administratie.
Dit formulier dient ingevuld te worden per inrichting. Het kan zijn dat uw bedrijf
uit meerdere inrichtingen bestaat. Uw gemeente is verantwoordelijk voor de eventuele
aanwijzing van meerdere inrichtingen.
-
1. Hier geeft u het kalenderjaar aan waarover deze jaarrapportage gaat (bijvoorbeeld
2003)
-
2. Registratienummer: zodra uw gegevens bekend zijn bij het Bevoegd Gezag krijgt u via
de UO-IMT een registratienummer. Als u nog geen registratienummer heeft, hoeft u hier
niets in te vullen.
Deelname BMP: hier geeft u aan of u een Bedrijfs Milieu Plan heeft of niet (doorhalen
wat niet van toepassing is). Dit is van belang voor de puntenberekeningen bij punt
3. Dit is overigens pas aan de orde vanaf het kalenderjaar 2004.
-
3. Verbruik: om het door u gerealiseerde verbruik over het gehele kalenderjaar te berekenen
telt u de waarden voor de 13 perioden (zoals gemeld in de 4-wekelijkse rapportages)
bij elkaar op. Het verbruik moet ingevuld worden in de aangegeven eenheden.
-
4. Hier kunt u eventuele ter zake doende opmerkingen noteren.
-
5. Vergeet u niet het formulier te dateren en te ondertekenen!
Bij twijfel is de tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend.