Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2003

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 12-03-2005.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 18-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 25 september 2002, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de Adviescommissie modedetailhandel mkb voor het jaar 2003 (Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2003)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste lid van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 12, derde lid van de Instellingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gezien het verzoek van de Vereniging Mitex, vereniging van ondernemers in de modedetailhandel;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • b. een onderneming: een onderneming waarin de modedetailhandel wordt uitgeoefend;

  • c. modedetailhandel: het aan particulieren verkopen van herenbovenkleding, damesbovenkleding, dames- en herenbovenkleding (alg. ass.), textielgoederen (alg. ass.), babykleding, kinderkleding, onderkleding/foundation, nappa en lederen kleding, dameshoeden en herenhoeden. Tot de modedetailhandel worden niet gerekend de detailhandel in bruidsmode, bont en tweede handskleding;

  • d. midden- en kleinbedrijf: ondernemingen met ten hoogste 20 verkoopplaatsen of maximaal 100 werkzame personen;

  • e. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening zijn de begripsbepalingen van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2003 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Deze verordening is van toepassing op ondernemers die:

    • a. een onderneming drijven met één of meer verkoopplaatsen waarin hoofdzakelijk de modedetailhandel wordt uitgeoefend, en

    • b. gelet op de grootte van hun onderneming behoren tot het midden- en kleinbedrijf.

  • 2 Deze verordening is niet van toepassing op ondernemers die:

    • a. de modedetailhandel uitsluitend in de vorm van ambulante handel uitoefenen;

    • b. als franchisenemer zijn aangesloten bij een detailhandelsorganisatie in mode met in hoofdzaak eigen filialen, die zelf vanwege haar grootte niet tot het rnidden- en kleinbedrijf behoort.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers een onderneming drijven als bedoeld in artikel 3, wordt voor het jaar 2003 een heffing opgelegd ten behoeve van de Adviescommissie modedetailhandel mkb. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van de sociaal-economische ontwikkeling van de modedetailhandel door middel van collectieve promotie en professionalisering van werkenden en ondernemingen in de sector.

  • 2 De heffing bedraagt:

    • a. € 115 voor iedere verkoopplaats in de zin van artikel 3 met een maximum van € 2.300 voor ten hoogste 20 verkoopplaatsen. In afwijking van het voorgaande geldt:

    • b. € 71,86 voor ondernemingen met één verkoopplaats en minder dan 2 werkzame personen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Aan de ondernemer die lid is van de Vereniging Mitex en over het jaar 2002 de volledige contributie heeft betaald wordt een korting toegestaan in de hier bovengenoemde categorie:

  • a. van € 28,74 voor iedere verkoopplaats met een maximum van € 574,80 voor ten hoogste 20 verkoopplaatsen, met dien verstande dat de korting niet meer bedraagt dan 50% van de betaalde contributie over 2002 (exclusief BTW);

  • b. van € 14,36.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria , genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.

  • 3 Op een verzoek als in het tweede lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel beslist.

Deze verordening zal worden bekend gemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Den Haag, 25 september 2002

A.F. Kolkman

voorzitter

E.E. van de Lustgraaf

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 21 november 2002 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 20 december 2002, nr. ME/MW 02061734.

Naar boven