Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wild en gevogelte 2003

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 13-03-2004.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 18-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 25 september 2002, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de Commissie voor de detailhandel in wild en gevogelte voor het jaar 2003 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wild en gevogelte 2003)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste lid van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 12, derde lid, van de Instellingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gezien het advies van de Commissie voor de detailhandel in wild en gevogelte;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • b. een onderneming: een onderneming waarin de detailhandel in wild en gevogelte wordt uitgeoefend;

  • c. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening zijn de begripsbepalingen van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2003 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in wild en gevogelte wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan degenen die een onderneming drijven, als bedoeld in artikel 3, wordt voor het jaar 2003 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van de Commissie detailhandel in wild en gevogelte. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in wild en gevogelte door middel van collectieve promotie en professionalisering van de werkenden en ondernemingen in de sector.

  • 2 De heffing wordt vastgesteld op grondslag van het aantal verkoopplaatsen waarin de detailhandel in wild en gevogelte wordt uitgeoefend. De heffing bedraagt: € 94,74 voor de eerste verkoopplaats; voor elke volgende verkoopplaats bedraagt de bestemmingsheffing € 71,06.

  • 3 In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffing, indien de ondernemer uitsluitend de ambulante handel uitoefent, € 94,74 per onderneming.

Deze verordening zal in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden bekend gemaakt.

Den Haag, 25 september 2002

F.A. Kolkman

voorzitter

E.E. van de Lustgraaf

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 21 november 2002 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 20 december 2002, nr. ME/MW 0206 1734.

Naar boven