Besluit van 20 augustus 2002, houdende het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten
2002
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli
2002, VGB/VL 2300053, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;
Gelet op richtlijn nr. 2001/113/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding
bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en- marmelade, alsmede kastanjepasta (PbEG
2002, L 10), alsmede op artikel 8, onder a, b en c, artikel 13, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 25 juli 2002, No.W13.02 0313/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
15 augustus 2002 met nummer VGB/VL 2307898, uitgebracht in overeenstemming met Onze
Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: