1. Inleiding
[Regeling vervallen per 09-02-2008]
Met ingang van 1 januari 2001 is in artikel 19b, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting
1964 (hierna: Wet LB) de mogelijkheid geschapen om pensioenkapitaal belastingvrij
over te dragen aan een (buitenlandse) pensioenverzekeraar als bedoeld in het per die
datum ingevoerde nieuwe onderdeel f van artikel 19a, eerste lid, van de Wet LB. Daarnaast
bepaalt artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB dat Onze Minister, zo nodig onder het
stellen van voorwaarden, toestemming kan verlenen pensioenkapitaal belastingvrij over
te dragen aan een niet in Nederland gevestigd pensioenfonds of lichaam dat het verzekeringsbedrijf
uitoefent, indien daarmee in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking
buiten Nederland pensioenaanspraken worden verworven. Het gaat dan om een fonds of
een lichaam, anders dan bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet
LB. Het betreft derhalve een niet op grond van artikel 19a, eerste lid, van de Wet
LB toegelaten verzekeraar. Waar in het navolgende wordt gesproken over een ‘buitenlandse
verzekeraar’ wordt daarmee steeds gedoeld op een niet-toegelaten verzekeraar.
In onderdeel 2 van dit besluit wordt de in artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB
bedoelde toestemming onder voorwaarden nader uitgewerkt. Voor de volledigheid zij
vermeld dat deze uitwerking uiteraard toepassing van verdragen die een verdergaande
regeling inzake de overdracht van pensioenkapitaal hebben, onverlet laat (zie bijvoorbeeld
artikel 19, derde lid, van de Overeenkomst tussen Nederland en de Verenigde Staten
van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting van 1992 (boekwerk Internationale
Fiscale Zaken nr. 50.00.00)).
Een ingevolge de Wet LB toegestane overdracht van pensioenkapitaal aan een buitenlandse
verzekeraar laat onverlet dat de werknemer (hierna te noemen: belanghebbende) vanwege
het einde van zijn binnenlandse belastingplicht of de overdracht van het pensioenkapitaal
door middel van conserverende aanslagen in de inkomstenbelasting kan worden betrokken
op grond van artikel 3.83, eerste of tweede lid, of artikel 7.2, achtste lid, van
de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Vanwege het feit dat de verzekeraar
die de pensioenaanspraak op grond van artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB overdraagt
op grond van artikel 44b van de Invorderingswet 1990 aansprakelijk is voor de belasting
en de revisierente die op grond van de bedoelde conserverende aanslagen verschuldigd
zijn of verschuldigd worden, heb ik in onderdeel 3 van dit besluit voorwaarden geformuleerd
voor een verklaring van de ontvanger waarin wordt afgezien van het aansprakelijk stellen
van de verzekeraar. Op deze wijze behoeft artikel 44b van de Invorderingswet niet
in de weg te staan aan de overdracht van het pensioenkapitaal door een toegelaten
verzekeraar aan een buitenlandse verzekeraar.
Onderdeel 4 van dit besluit regelt de bevoegdheid tot afhandeling van verzoeken van
belanghebbenden om toepassing van dit besluit.