Tijdelijke subsidieregeling minderhedenbladen en journalistieke internet-informatieproducten

[Regeling vervallen per 12-07-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 12-07-2005 t/m 11-07-2006

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen houdende een tijdelijke subsidieregeling ten behoeve van persorganen gericht op culturele minderheden en stimulering van journalistieke informatieproducten via internet

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Gelet op de artikelen 8 en 8a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en de artikelen 2, 5, 5a, 14, 32 en 48 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

In deze regeling wordt onder 'uitgever' verstaan: een rechtspersoon die een persorgaan of een journalistiek informatieproduct als bedoeld in paragraaf 3 uitgeeft.

Paragraaf 2. Subsidie ten behoeve van persorganen gericht op culturele en etnische minderheden

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Ten behoeve van persorganen die gericht zijn op culturele en etnische minderheden kan aan uitgevers daarvan projectsubsidie worden verstrekt indien de continuïteit dan wel het starten van de exploitatie van het persorgaan in gevaar is, respectievelijk niet mogelijk is en de noodzakelijke financiële steun niet of niet afdoende op andere wijze kan worden verkregen.

  • 2 Subsidie kan slechts worden verstrekt voor activiteiten uitgevoerd overeenkomstig een goedgekeurd projectplan dat uitzicht biedt op een rendabele exploitatie binnen een redelijke periode.

    Het projectplan bevat in elk geval een beschrijving van de aard en omvang van de voorgenomen activiteiten en een begroting.

  • 3 Subsidie kan slechts worden verstrekt ten behoeve van persorganen als bedoeld in het eerste lid, die voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 129, tweede lid, onderdelen a tot en met c en e tot en met h, van de Mediawet, en:

    • a. die regelmatig en minder dan éénmaal per maand, doch ten minste éénmaal per kwartaal verschijnen; of

    • b. die regelmatig en minder dan zesmaal per week, doch ten minste éénmaal per kwartaal zullen verschijnen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is jaarlijks ten hoogste € 700.000 beschikbaar.

  • 2 Per project kan subsidie tot ten hoogste een bedrag van € 115.000 per jaar worden verstrekt.

Paragraaf 3. Subsidie ten behoeve van journalistieke informatieproducten die via internet worden verspreid

[Vervallen per 12-07-2005]

Paragraaf 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Subsidie kan uitsluitend op aanvraag worden verleend.

  • 2 De subsidieaanvraag omvat naast een projectplan in elk geval:

    • a. naam en adres van de natuurlijke of rechtspersoon die de uitgavenrechten bezit van het desbetreffende persorgaan, bedoeld in artikel 1, of het journalistieke informatieproduct, bedoeld in artikel 4;

    • b. een beschrijving van de juridische structuur van de bij de aanvraag betrokken ondernemingen;

    • c. indien de aanvrager deel uitmaakt van een concern, een omschrijving van de structuur van het concern en van de juridische en economische verhoudingen tussen de aanvrager en andere onderdelen van het concern;

    • d. recente gegevens over de financiële positie van het persorgaan of het journalistieke product, alsmede de jaarverslagen, jaarrekeningen en accountantsrapporten van de meest recente drie jaren;

    • e. gegevens over oplage, oplageontwikkeling, verspreiding, abonnementsinkomsten en advertentie-inkomsten van het persorgaan;

    • f. gegevens over het aantal bezoekers respectievelijk lezers en de opbrengsten van het journalistieke informatieproduct;

    • g. het redactiestatuut van het persorgaan of het journalistieke informatieproduct;

    • h. de schriftelijk vastgelegde visie van de betrokken redactie(s) en ondernemingsraden over het project;

    • i. een overzicht van de personele gevolgen van het project.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.

  • 2 Op een subsidieaanvraag wordt binnen dertien weken beslist.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Naast de verplichtingen, bedoeld in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen aan de subsidieontvanger verplichtingen opgelegd worden die betrekking hebben op:

    • a. de financiële structuur van de subsidieontvanger;

    • b. het openbaar maken van de verslaglegging over en de resultaten van het project.

  • 2 De aan de subsidieontvanger op te leggen verplichtingen hebben geen betrekking op de inhoud van het persorgaan of het journalistieke informatieproduct.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Voorschotten kunnen worden verleend tot ten hoogste 50 procent van het bedrag dat ten hoogste aan subsidie kan worden verstrekt.

  • 2 In de beschikking tot subsidieverlening worden de hoogte en het tempo van de bevoorschotting vastgesteld.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

Ten behoeve van de toepassing van deze regeling en de beslissing over de subsidieverstrekking kan het advies worden ingewonnen van een of meer externe deskundigen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van deze regeling verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander voor zover van toepassing naar rato van het aantal subsidieontvangers en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

Van een besluit tot verlening of weigering van een subsidie alsmede van de hoogte van een verleende subsidie, wordt binnen een week mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 2 Met het toezicht op de naleving van de aan subsidieontvangers opgelegde verplichtingen zijn belast de leden van het bestuur van het Bedrijfsfonds, alsmede de op grond van artikel 123, derde lid, van de Mediawet, aangewezen medewerkers van het Bedrijfsfonds.

  • 3 Van een besluit tot subsidieverlening wordt binnen een week nadat het is genomen door het Bedrijfsfonds mededeling gedaan aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

  • 4 Een besluit tot subsidieverlening treedt eerst in werking na afloop van een termijn van vier weken of zoveel eerder als de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft meegedeeld niet tot een voordracht voor schorsing of vernietiging op grond van artikel 127 van de Mediawet over te gaan.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt vier jaar na het tijdstip van inwerkingtreding, tenzij voor het verstrijken van die periode een ander tijdstip wordt vastgesteld waarop deze regeling vervalt.

  • 3 In afwijking van het tweede lid vervalt paragraaf 3 van deze regeling drie jaar na het tijdstip van inwerkingtreding, tenzij voor het verstrijken van die periode een ander tijdstip wordt vastgesteld waarop paragraaf 3 vervalt.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 12-07-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling minderhedenbladen en journalistieke internet-informatieproducten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Naar boven