Regeling hygiënecontroles voor de opvang en het bewaren van bloed van slachtdieren bestemd voor menselijke consumptie

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-07-2002 t/m 31-12-2005

Regeling hygiënecontroles voor de opvang en het bewaren van bloed van slachtdieren bestemd voor menselijke consumptie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 12a van het Besluit produktie en handel vers vlees;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De exploitant, de eigenaar of diens vertegenwoordiger van het slachthuis waar bloed, bestemd voor menselijke consumptie, wordt opgevangen:

  • a. controleert bij ieder slachtdier tijdens de winning van bloed of er geen visueel waarneembare verontreiniging van het bloed optreedt;

  • b. controleert ten minste 1 x per maand de juiste identificatie tussen het slachtdier en het bloed en laat ten minste 1 x per jaar het gehele identificatiesysteem valideren;

  • c. draagt zorg voor de volgende kwaliteitsbeheersing:

    • 1º. ten minste 1 x per week wordt een monster bloed uit de opslagtank en ten minste 1 x per kwartaal wordt een monster antistollingsmiddel uit het doseerpunt, bacteriologisch onderzocht op aeroob koloniegetal (PCA, 3 dagen 30° C) en worden de uitslagen van dit onderzoek geregistreerd;

    • 2º. de onder 1° bedoelde monstername geschiedt binnen 2 uur na afloop van het slachten;

    • 3º. de richtwaarden voor het aeroob koloniegetal, bedoeld onder 1°, zijn voor varkensbloed 4,5.104 kve/ml en voor runderbloed 2,0.104 kve/ml en voor antistollingsmiddel 1.103 kve/ml;

    • 4º. bij overschrijding van de richtwaarden, bedoeld onder 3°, worden in overleg met de betrokken officiële dierenarts van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees, direct maatregelen genomen ter voorkoming van het opnieuw overschrijden van de richtwaarden;

    • 5º. na overschrijding van de richtwaarden, bedoeld onder 3°, wordt dagelijks, met inachtneming van het onder 2° bepaalde, een monster bloed uit de opslagtank of een monster antistollingsmiddel uit het doseerpunt, bacteriologisch gecontroleerd op aeroob koloniegetal, totdat aan de richtwaarden wordt voldaan;

    • 6º. na overschrijding met een factor 10 van de richtwaarden, bedoeld onder 3°, in een aaneengesloten periode van 10 werkdagen, worden in overleg met de betrokken officiële dierenarts van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees direct na deze periode maatregelen genomen, zodat het bloed niet meer wordt bestemd voor menselijke consumptie.

    • 7º. de maatregelen, bedoeld onder 6°, kunnen in overleg met de betrokken officiële dierenarts van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees worden ingetrokken, indien na een aaneengesloten periode van 3 werkdagen wordt aangetoond dat overschrijding met een factor 10 van de richtwaarden, bedoeld onder 3°, niet meer plaatsvindt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2002.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling hygiënecontroles voor de opvang en het bewaren van bloed van slachtdieren bestemd voor menselijke consumptie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven