Aanwijzingsbesluit diensten Wet melding ongebruikelijke transacties, enz.

[Regeling vervallen per 01-06-2003.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-07-2002 t/m 31-05-2003

Besluit van 28 mei 2002, houdende aanwijzing van diensten in het kader van de Wet melding ongebruikelijke transacties en tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1994, houdende aanwijzing van financiële instellingen en financiële diensten in het kader van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Financiën, mede namens onze Minister van Justitie, van 6 maart 2002, FM 2002–344 M.

Gelet op artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 10°, van de Wet melding ongebruikelijke transacties en artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening;

De Raad van State gehoord, advies van 22 maart 2002, No. W06.02 0108/IV;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie, van 23 mei 2002, FM 2002, -458M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

Als dienst in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 10°, van de Wet melding ongebruikelijke transacties wordt aangewezen:

het aangaan van een verplichting tot het uitgeven van elektronisch geld, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, waarmee betalingen kunnen worden verricht ook aan anderen dan de onderneming of instelling die het elektronisch geld uitgeeft, alsmede het omwisselen, op verzoek van een houder van elektronisch geld, van elektronisch geld door middel van uitbetaling van het elektronische geld in munten of bankbiljetten of door storting op een rekening.

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

[Red: Wijzigt het koninklijk besluit van 29 juli 1994, houdende aanwijzing van financiële instellingen en financiële diensten in het kader van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993]

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 mei 2002

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven elfde juni 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven