Gevolgen wijzigingen taken College sanering ziekenhuisvoorzieningen (CSZ) en College bouw ziekenhuisvoorzieningen (CBZ)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 15-03-2002 t/m heden

Gevolgen wijzigingen taken College sanering ziekenhuisvoorzieningen (CSZ) en College bouw ziekenhuisvoorzieningen (CBZ)

Circulaire aan alle besturen van inrichtingen voor gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c en d, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen

In vervolg op mijn circulaire Z/PB-2169855 van 22 juni 2001 (Stcrt. 2001, 121) deel ik u het volgende mede.

De procedures en mijn beleid inzake de uitvoering van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) op een aantal terreinen heb ik u in het verleden onder meer kenbaar gemaakt door middel van circulaires. Vanaf 1 januari 2000 is een aantal wijzigingen van de WZV in werking getreden dat gevolgen heeft voor een aantal van die circulaires. Een van de belangrijkste wijzigingen in dit verband betreft de overdracht van de vergunningverlening door mij aan het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (College bouw).

Momenteel worden de uitgebrachte WZV-circulaires doorgelicht op actualiteit en bezien of zij kunnen vervallen dan wel moeten worden aangepast. Ik ben voornemens u in de loop van dit jaar daarover te informeren.

In elk geval is gebleken dat onderdelen van een aantal circulaires niet meer overeenkomen met de huidige regelgeving. Zo moeten onder meer bepaalde bescheiden en verzoeken in het kader van de vergunningverlening per 1 juli 2001 niet meer worden gericht aan en ingediend bij mij maar aan en bij het College bouw.

Vooruitlopend op de resultaten van de hierboven bedoelde inhoudelijke toetsing heb ik in de bijlage bij deze circulaire aangegeven welke procedures in aldaar benoemde circulaires zijn gewijzigd per 1 januari 2000 dan wel per 1 juli 2001 en hoe zij vanaf die data moeten worden gelezen.

Overigens deel ik u mede dat de verplichting tot vierjaarlijkse indiening van het LTHP, die weliswaar reeds vanaf 1 januari 1996 bestaat, inmiddels is geregeld in de algemene maatregel van bestuur van 19 december 2001 (Stb. 2002, 3).

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
namens deze,
de

directeur Zorgverzekeringen

,

J.L.M. van Wesemael

Bijlage

Wijzigingen circulaires ten gevolge van de vanaf 1 januari 2000 gewijzigde WZV-regelgeving

1. Afstoting ziekenhuisvoorzieningen

In de circulaire afstoting ziekenhuisvoorzieningen van 31 augustus 1995 (kenmerk ZZT/AZA 953721) is onder meer vermeld dat de Commissie sanering ziekenhuisvoorzieningen mij in geval van vervangende nieuwbouw daaromtrent adviseert. In geval van verkoop van onroerende zaken bij continue exploitatie was de instelling vrij zelfstandig onroerende zaken te verkopen.

Ingevolge artikel 17a, tweede lid, WZV, is het (thans geheten) College sanering ziekenhuisvoorzieningen met ingang van 1 januari 2000 de instantie geworden tot wie u zich onverwijld moet richten indien u voornemens bent (delen van) gebouwen en/of terreinen blijvend niet meer voor uw instelling te gebruiken. Dit College is vanaf die datum tevens belast met de zelfstandige afhandeling daarvan.

2. Bouwbegeleiding

Met ingang van 1 januari 2000 worden de gemachtigden bouw niet meer benoemd/aangesteld door de Minister, zoals vermeld in de inmiddels geëxpireerde circulaire inzake bouwbegeleiding van 9 december 1997 (kenmerk CSZ/ZT-9712507), maar door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen. Het College bouw heeft daartoe een regeling vastgesteld terzake de taak, positie en werkwijze van de Bouwbegeleiders.

3. Verrekening planontwikkelingskosten

In de circulaire bekendmaking beleid verrekening planontwikkelingskosten van 16 juni 1995 (kenmerk ZZT/Z 951622) is vermeld dat ik een verzoek moet hebben gedaan (3a), gaat het om mijn schriftelijke instemming (4a) en betreft het de goedkeuring die ik zal onthouden (de eerste zin na 4e). Met ingang van 1 juli 2001 heb ik deze bevoegdheden overgedragen aan het College bouw.

Hiertoe moet:

  • - onder 3a voor 'op mijn verzoek' worden gelezen: op verzoek van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (College bouw);

  • - onder 4a voor: 'mijn - schriftelijke - instemming' worden gelezen: de - schriftelijke - instemming van het College bouw;

  • - onder 4a in de zin: 'In deze gevallen ... onthouden.' in plaats van de woorden '... ik ... mijn ...' worden gelezen: ... het College bouw ... zijn ....

4. Budgettair bouwen

In de circulaire budgettair bouwen van 30 augustus 1996 (kenmerk FBZ/PBIZ/9685) is onder punt 2 vermeld dat ik, in de brief waarin de vergunning wordt verleend, beslis op het verzoek van de initiatiefnemer budgettair te mogen bouwen.

Deze beslissing wordt met ingang van 1 juli 2001 genomen door het College bouw, die dit de initiatiefnemer in de vergunningbrief meedeelt. Ook de aanbestedingsresultaten, halfjaarlijkse rapportage, de eindafrekening en eventuele gewaarmerkte revisietekeningen moeten vanaf die datum ter goedkeuring worden gericht aan en worden ingediend bij het College bouw.

5. Aanbesteden

Ingevolge de circulaire informatievoorziening betreffende het plaatsen van opdrachten voor de uitvoering van werken van 23 december 1996 (kenmerk FBZ/PBIZ 96621) moest elke instelling die een werk aanbesteedde, met het oog op het toezicht op de naleving van het door mij terzake gevoerde aanbestedingenbeleid mij, door tussenkomst van het College bouw, bepaalde informatie inzake de aanbesteding verschaffen. Met ingang van 1 juli 2001 moet die informatie zijn gericht aan het College bouw.

Een verzoek om ontheffing van de aanbestedingsverplichting moet met ingang van die datum ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College bouw.

6. Eigendomsverhoudingen

In de circulaires van 4 april 1997 (kenmerk FBZ/PBIZ 96700) en van 1 april 1999 (kenmerk (Z/PB-983922) is vermeld dat wijzigingen in de eigendomsverhoudingen, ná vergunningverlening, vooraf aan mij ter goedkeuring moeten worden voorgelegd. Vanaf 1 juli 2001 moeten dergelijke wijzigingsverzoeken ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College bouw. Een wijziging van de eigendomsverhouding zonder deze voorafgaande goedkeuring blijft, ingevolge artikel 1, onder 4, van de Wet op de economische delicten, strafbaar als economisch delict.

Naar boven