Besluit van 10 december 2001, houdende nadere regels met betrekking tot de rechtspositie
van de leden van de gerechtsbesturen en de leden van de Raad voor de rechtspraak (Besluit
rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 19 november 2001, Directie Wetgeving,
nr. 5134463/01/6;
Gelet op de artikelen 16, eerste en zesde lid, 25, derde lid, en 86, eerste, zesde, zevende en achtste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, 3 van de Beroepswet en 4 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie;
De Raad van State gehoord (advies van 28 november 2001, nr. W03.01.0619/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 6 december 2001, nr. 5137764/01/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: