Bijdrageregeling preventiebeleid 2001-2004 voor jongeren uit etnische minderheidsgroepen

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 05-12-2004 t/m heden

Bijdrageregeling preventiebeleid 2001-2004 voor jongeren uit etnische minderheidsgroepen

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;

b. gemeentebestuur:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alkmaar, Almere, Amersfoort, Capelle a/d IJssel, Delft, Gouda, Hoorn, Lelystad, Nieuwegein, Oss, Purmerend, Roosendaal, Spijkenisse, Vlaardingen, Zaanstad en Zoetermeer;

c. jongeren:

leden van etnische minderheidsgroepen in de leeftijd van 0 tot 25 jaar die legaal in Nederland verblijven;

d. meerjarig plan van aanpak:

het plan, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

  • 1 Indien een gemeentebestuur uiterlijk 1 mei 2002 de minister een meerjarig plan van aanpak voorlegt ten behoeve van het voorkomen van marginalisering en criminalisering van jongeren dat naar zijn oordeel voldoet aan de in de artikelen 3, 4 en 5 genoemde voorwaarden, ontvangt het gemeentebestuur een bijdrage voor de uitvoering van dat plan in de periode 2002 tot en met 2004. De hoogte van de bijdrage is mede afhankelijk van de mate waarin aan de bedoelde voorwaarden is voldaan.

  • 2 Ten behoeve van de ontwikkeling, de voorbereiding en de start van het meerjarig plan van aanpak:

    • a. ontvangt het gemeentebestuur voor het jaar 2001 een bedrag van f 700.000,- (€ 317.646,15); en

    • b. verstrekt het gemeentebestuur aan het ondersteuningspunt dat door de minister wordt ingesteld, de door dit ondersteuningspunt gevraagde informatie.

Artikel 3

Aan het meerjarig plan van aanpak legt het gemeentebestuur de volgende doelstelling ten grondslag: het voorkomen van marginalisering en criminalisering van jongeren door middel van het tegengaan van risicofactoren die het integratieproces van jongeren belemmeren en het stimuleren van beschermende factoren die het integratieproces van jongeren bevorderen.

Artikel 4

  • 1 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak, met het oog op het bereiken van de in artikel 3 genoemde doelstelling:

    • a. een beschrijving van de omvang en de samenstelling van de groep jongeren; en

    • b. een kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van de bestaande maatregelen ter voorkoming van marginalisering en criminalisering van jongeren en de met deze maatregelen behaalde resultaten.

  • 2 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak een beschrijving van de maatregelen en de daarmee te behalen resultaten die met het oog op de in artikel 3 genoemde doelstelling worden genomen en een duidelijke indicatie van de bestedingen die ten laste van de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, zijn of worden gedaan.

  • 3 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak aan op welke wijze de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, bijdragen aan de totstandkoming van een gesloten keten van voorzieningen voor jongeren, welke voorzieningen steeds aansluiten op de verschillende levensfasen en de overgangen tussen die verschillende levensfasen.

  • 4 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak aan op welke wijze wordt voorzien in de regie van het gemeentebestuur bij de uitvoering van de maatregelen, bedoeld in het tweede lid.

  • 5 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak aan op welke wijze de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, vanaf het jaar 2005 onderdeel uitmaken van het structurele gemeentelijke beleid.

  • 6 Het gemeentebestuur betrekt bij het opstellen en het uitvoeren van het meerjarig plan van aanpak vertegenwoordigers van etnische minderheidsgroepen en vertegenwoordigers van jongeren, tenzij de leeftijd van de jongeren dan wel de situatie waarin deze jongeren zich bevinden dat niet mogelijk maakt. Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak aan op welke wijze de betrokkenheid van bedoelde vertegenwoordigers wordt gerealiseerd.

Artikel 5

Het gemeentebestuur geeft ten aanzien van de maatregelen en de daarmee te behalen resultaten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, in het meerjarig plan van aanpak aan welke prestaties in termen van streefcijfers ten opzichte van de cijfers in de vastgestelde beginsituatie, bedoeld in artikel 4, eerste lid, zullen worden bereikt.

Artikel 6

  • 1 Het gemeentebestuur ontvangt het bedrag, bedoeld in artikel 2, tweede lid, uiterlijk 12 december 2001.

  • 2 De minister stelt de hoogte van de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, vast nadat het meerjarig plan van aanpak is goedgekeurd.

  • 3 Het gemeentebestuur ontvangt de vastgestelde bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in drie gelijke jaarlijkse termijnen, die telkens vóór 1 augustus betaalbaar worden gesteld.

  • 4 In afwijking van het derde lid wordt de jaartermijn in 2002 uitbetaald nadat het meerjarig plan van aanpak is goedgekeurd.

  • 5 Voor de bekostiging van de meerjarige plannen van aanpak is op grond van deze regeling maximaal f 46.800.000,- (€ 21.236.914,11) beschikbaar.

Artikel 7

  • 1 Het gemeentebestuur brengt uiterlijk 1 oktober 2003, aan de minister verslag uit over de voortgang van de uitvoering van het meerjarig plan van aanpak in de voorafgaande periode, de mate waarin de in het meerjarig plan van aanpak gedefinieerde resultaten zijn behaald en de door het gemeentebestuur geconstateerde knelpunten bij de uitvoering van het meerjarig plan van aanpak.

  • 2 Het gemeentebestuur brengt uiterlijk 1 april 2006 aan de minister eindverslag uit over de uitvoering van het meerjarig plan van aanpak en de behaalde resultaten.

  • 3 Indien wordt deelgenomen aan het door de minister geïnitieerde onderzoek ‘Preventiebeleid 2001–2004’, blijft in afwijking van het voorgaande lid het uitbrengen aan de minister van het eindverslag over de uitvoering van het meerjarige plan van aanpak en de behaalde resultaten achterwege.

Artikel 8

  • 1 Het gemeentebestuur brengt uiterlijk 1 april 2006 aan de minister financieel verslag uit over de besteding van de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid. Het financieel verslag is voorzien van een accountantsverklaring.

Artikel 9

De minister kan de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien uit het financieel verslag, bedoeld in artikel 8, blijkt dat bedoelde bijdrage niet is besteed aan de voorbereiding en uitvoering van het meerjarig plan van aanpak.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2001.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling preventiebeleid 2001-2004 voor jongeren uit etnische minderheidsgroepen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R.H.L.M. van Boxtel.

Naar boven