Regeling meetmethoden massa's en afmetingen van bedrijfsauto's en aanhangwagens

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2009 t/m 30-04-2009

Regeling meetmethoden massa's en afmetingen van bedrijfsauto's en aanhangwagens

De Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op:

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Bij de vaststelling van de breedte van het voertuig worden de volgende delen en onderdelen buiten beschouwing gelaten:

    • a. bandenspanningsmeters,

    • b. douaneverzegelingen, alsmede de voorzieningen hiervoor en de afscherming daarvan,

    • c. flexibele spatlappen,

    • d. opklapbare treden,

    • e. richtingaanwijzers,

    • f. sneeuwkettingen,

    • g. stadslichten,

    • h. uitstekende flexibele delen van een overeenkomstig het bepaalde in richtlijn nr. 91/226/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 maart 1991 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake opspatafschermingssystemen bij bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PbEG 23 april 1991, L 103) goedgekeurde opspatafscherming,

    • i. verklikkerinrichtingen voor lekke banden,

    • j. voorzieningen voor het bevestigen van dekzeil en de afscherming daarvan,

    • j1. voorzieningen voor indirect zicht en kijkhulpmiddelen,

    • k. zijmarkerings- en markeringslichten,

    • l. zijretroreflectoren,

    • m. de bollingen van de banden boven het wegdek,

    • n. in breedte uitschuifbare en uitklapbare delen, voorzover uitgeschoven of uitgeklapt, en

    • o. indien het een bus betreft:

      • hefplatforms, oprijplaten en soortgelijke uitrustingen in bedrijfsklare toestand, voorzover zij niet meer dan 1 cm aan de zijkant uitsteken, en in geval van oprijplaten, de hoeken en de randen zijn afgerond tot een straal van respectievelijk minstens 5 mm en 2,5 mm;

      • niet ingetrokken intrekbare zijdelingse geleidingsinrichtingen op bussen bestemd voor gebruik op geleide bussystemen.

  • 2 Bij de vaststelling van de lengte van het voertuig worden de volgende delen en onderdelen buiten beschouwing gelaten:

    • a. hefplatforms, oprijplaten en soortgelijke uitrustingen in bedrijfsklare toestand, voorzover het laadvermogen niet wordt vergroot en deze uitrustingen niet meer dan 30 cm uitsteken,

    • b. kentekenplaten,

    • c. koppelinrichtingen, uitgezonderd koppelinrichtingen aan aanhangwagens,

    • d. langsaanslagen voor afneembare carrosserieën,

    • e. luchtinlaatpijpen,

    • f. stootrubbers en soortgelijke uitrusting,

    • f1. stroomafnemers van elektrisch aangedreven voertuigen,

    • g. verlichtingsuitrusting,

    • h. voetsteunen en handgrepen,

    • i. voorzieningen voor de bevestiging van dekzeil en de afscherming daarvan,

    • j. voorzieningen voor douaneverzegelingen en de afscherming daarvan,

    • j1. voorzieningen voor indirect zicht en kijkhulpmiddelen,

    • k. voorzieningen voor het waarnemen van de ruimte achter het voertuig,

    • l. wis- en sproei-inrichtingen,

    • m. maximaal 80 cm van een gestandaardiseerde laadstructuur in de vorm van een 45' container met een lengte van maximaal 13,72 m en een breedte van maximaal 2,50 m, indien deze container stapelbaar is en geschikt is voor vervoer op een zeeschip, mits het voertuig een oorsprong en bestemming heeft in Nederland en Nederland tussentijds niet verlaat.

  • 3 Bij de vaststelling van de hoogte van het voertuig worden de volgende delen en onderdelen buiten beschouwing gelaten:

    • a. antennes, en

    • b. stroomafnemers of trolleystangen in uitgeschoven stand.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Een wijziging van richtlijn nr. 91/226/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 maart 1991 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake opspatafschermingssystemen bij bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PbEG 23 april 1991, L 103), gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 oktober 2001 en werkt terug tot en met 22 juli 1999.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling meetmethoden massa's en afmetingen van bedrijfsauto's en aanhangwagens.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven