Mandaatbesluit Zvr-regeling

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-08-2001 t/m heden

Mandaatbesluit Zvr-regeling

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de raamovereenkomst van 11 mei 2001, kenmerk MPA2001/72465 inzake uitvoering Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel,

Besluit:

Artikel 1

KPMG Management Services B.V., hierna te noemen KPMG, is bevoegd om namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties al die besluiten te nemen die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij of krachtens de Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel (Zvr) bevoegd is te nemen.

Artikel 2

KPMG is bevoegd om verzoeken in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur, dan wel in het kader van de Wet Nationale Ombudsman, voor zover die verband houden met de uitvoering van de Zvr, namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties af te handelen.

Artikel 3

KPMG is bevoegd om in het kader van de uitvoering van de Zvr namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg. KPMG informeert de directie Personeelsmanagement Rijksdienst over bezwaarschriften waarin de rechtsgeldigheid van de toegepaste regeling of van onderdelen daarvan ter discussie wordt gesteld.

Artikel 4

KPMG is bevoegd om inzake de uitvoering van de Zvr namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in rechte op te treden en om namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tegen rechterlijke uitspraken ter zake hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanmerkelijk financieel of rechtspositioneel belang, oefent KPMG deze bevoegdheid niet uit dan na verkregen instemming van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister die de (ex-)werkgever is van de wederpartij in de desbetreffende zaak. KPMG is in dat geval wel bevoegd om vooruitlopend hierop zo nodig voorlopig hoger beroep of cassatie in te stellen.

Artikel 5

Voor wat betreft het mandaat onderscheidenlijk de volmacht, bedoeld in dit besluit, is KPMG bevoegd intern ondermandaat te verlenen onderscheidenlijk heeft zij recht van substitutie.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2001 en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze,

de directeur Personeelsmanagement Rijksdienst

A.F. Gaastra

Naar boven