Geen loonbelastingverklaringen nodig bij de ontkoppeling van AOW en pensioen

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 30-08-2001 t/m 31-12-2006

Geen loonbelastingverklaringen nodig bij de ontkoppeling van AOW en pensioen

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Een aantal pensioenfondsen heeft een vergunning op grond waarvan zij met het pensioen ook de AOW uitbetalen. Eind 2000 is een wet aangenomen die een einde maakt aan deze gecombineerde uitbetaling. In de loop van 2001 vindt bij de betrokken pensioenfondsen de ontkoppeling plaats, waarna het pensioenfonds alleen het pensioen uitbetaalt en de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) de AOW-uitkering. In verband hiermee is de vraag gerezen of de pensioengerechtigde bij de SVB en/of het pensioenfonds een nieuwe loonbelastingverklaring moet inleveren.

2. Verschillende situaties

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Voor pensioenen die gecombineerd met de AOW worden uitbetaald heeft de pensioengerechtigde veelal in het verleden een loonbelastingverklaring ingediend bij het desbetreffende pensioenfonds. Op grond van die loonbelastingverklaring paste het pensioenfonds tot 1 januari 2001 de daarin vermelde tariefgroep toe en vanaf 1 januari 2001 al dan niet de loonheffingskorting. Daarnaast is voor bepaalde groepen 65-plussers in artikel 34 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 1990 en artikel 79 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 (hierna: URLB) geregeld dat zij geen loonbelastingverklaring hoeven in te leveren en in welke tariefgroep zij werden ingedeeld, respectievelijk of al dan niet de loonheffingskorting moet worden toegepast.

Door de ontkoppeling vervalt de gecombineerde uitbetaling van AOW en aanvullend pensioen en is er sprake van meerdere inhoudingsplichtigen. De loonheffingskorting mag echter slechts tegenover één inhoudingsplichtige geldend worden gemaakt.

Voor de situatie waarin het pensioenfonds tot de ontkoppeling rechtstreeks op grond van de URLB rekening houdt met de loonheffingskorting is geen bijzondere regeling nodig. In dat geval mag het fonds na de ontkoppeling namelijk niet langer de loonheffingskorting toepassen, omdat er geen AOW-uitkering meer in het loon is begrepen (zie artikel 79, eerste lid, onderdeel c en tweede lid, onderdeel a, van de URLB). De SVB past na de ontkoppeling wel de loonheffingskorting toe, op grond van artikel 79, eerste lid, onderdeel d en tweede lid, onderdeel b, van de URLB.

Ingeval het pensioenfonds tot de ontkoppeling op grond van een loonbelastingverklaring de loonheffingskorting toepast, zou zonder nadere regeling een situatie kunnen ontstaan waarin pensioengerechtigden zowel bij het pensioenfonds als de SVB een loonbelastingverklaring moeten inleveren. Hierbij is van belang dat pensioengerechtigden er bij de ontkoppeling van de pensioenen en de AOW gebaat bij zijn dat niet de pensioenfondsen, maar de SVB de loonheffingskorting toepast. In verreweg de meeste gevallen (ruim 90%) is de AOW namelijk voldoende om de loonheffingskorting geldend te maken. Bij een aanvullend pensioen is dat veelal niet het geval. Verder kan de SVB, anders dan het pensioenfonds dat geen AOW-uitkering meer uitbetaalt, in voorkomende gevallen rekening houden met de aanvullende ouderenkorting, waardoor belastingplichtigen deze niet via een T-biljet hoeven aan te vragen. Een en ander zou betekenen dat zonder een nadere regeling een groot deel van de ca. 500.000 betrokken pensioengerechtigden twee formulieren moet invullen.

3. Goedkeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Om een eenduidige regeling te treffen voor de situatie na de ontkoppeling en om te bewerkstelligen dat zoveel mogelijk pensioengerechtigden zonder onnodige administratieve lasten hun volledige loonheffingskorting geldend kunnen maken, heb ik na overleg met de betrokken pensioenfondsen en de SVB het volgende besloten. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 keur ik goed dat in verband met de ontkoppeling van de AOW en de pensioenen geen loonbelastingverklaringen hoeven te worden ingeleverd. Tenzij de pensioengerechtigde bij de SVB én het pensioenfonds loonbelastingverklaringen inlevert met andersluidende gegevens, wordt de loonheffingskorting na de ontkoppeling toegepast door de SVB en niet (meer) door het pensioenfonds. De betrokken pensioenfondsen en de SVB informeren de desbetreffende pensioengerechtigden hierover.

Naar boven