Subsidieregeling duurzame bedrijventerreinen

[Regeling vervallen per 25-12-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 24-12-2004

Subsidieregeling duurzame bedrijventerreinen

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies,

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. ondernemer:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;

c. groep:

een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

  • 1º. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

    • -

      meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

    • -

      volledig aansprakelijk vennoot is van, of

    • -

      overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

  • 2º. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

d. samenwerkingsverband:

een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee, niet in een groep verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, onder wie ten minste één ondernemer;

e. duurzaam bedrijventerrein:

een bedrijventerrein dat zich kenmerkt door het, met inachtneming van het normale streven naar bedrijfseconomisch voordeel, voortdurend gezamenlijk streven van betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden, invulling te geven aan kansrijke milieuthema's;

f. kansrijk milieuthema:

milieuthema waarvoor geldt dat:

  • 1º. gezamenlijke actie van betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden, op het bedrijventerrein kan leiden tot besparing op het gebruik van energie, water of grond- en hulpstoffen, vermindering van de productie van afvalstoffen, optimalisering van verkeer en vervoer van personen en goederen, of intensivering van het ruimtegebruik, en

  • 2º. er bij de betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden, bereidheid bestaat tot gezamenlijke uitwerking;

g. project:

ontwikkelingsproject, technisch haalbaarheidsproject of organisatorisch haalbaarheidsproject, waarin bedrijven, of bedrijven en overheden, samenwerken met het oog op het totstandbrengen van een duurzaam bedrijventerrein;

h. ontwikkelingsproject:

een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het opstellen van een masterplan voor een bestaand bedrijventerrein, waarin ten minste twee kansrijke milieuthema's worden uitgewerkt;

i. technisch haalbaarheidsproject:

een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het onderzoeken en schriftelijk vastleggen van de technisch-economische haalbaarheid en de potentiële milieubesparingseffecten van de toepassing van systemen of technieken, die betrekking hebben op een of meer kansrijke milieuthema's uit een masterplan, bij twee of meer bedrijven op een bestaand of nieuw bedrijventerrein en resulterend in concrete projectvoorstellen of voorstellen voor het afsluiten van contracten, die betrekking hebben op twee of meer bedrijven;

j. organisatorisch haalbaarheidsproject:

een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het onderzoeken en schriftelijk vastleggen van de haalbaarheid van de oprichting van een organisatie die zich ten behoeve van een bestaand bedrijventerrein ten minste zal bezighouden met het aanbieden of beheren van collectieve voorzieningen op het vlak van een of meer kansrijke milieuthema's, resulterend in concrete projectvoorstellen of voorstellen voor het afsluiten van contracten;

k. milieuthema's:

energie, water, grond- en hulpstoffen, afvalstoffen, verkeer en vervoer van personen en goederen en ruimtegebruik;

l. bedrijventerrein:

een terrein met een bruto oppervlak van ten minste 10 hectaren, of een cluster van terreinen dat bestemd en geschikt is voor het gebruik door vestigingen ten behoeve van handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie, daaronder niet begrepen een terrein dat in overwegende mate bestemd is voor detailhandel of horeca;

m. masterplan:

een plan waarin is vastgelegd hoe de milieuthema's die voor het betrokken bedrijventerrein kansrijk zijn met elkaar samenhangen, hoe betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden, gezamenlijk de aanpak van de kansrijke milieuthema's op het bedrijventerrein willen vormgeven, hoe daarvoor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden verdeeld en op basis waarvan besluiten kunnen worden genomen over de concrete duurzame ontwikkeling van dat terrein;

n. een cluster van terreinen:

ten minste twee afzonderlijke terreinen, met een gemiddeld bruto oppervlak van ten minste 10 hectaren per terrein, waar terreinoverstijgend invulling kan worden gegeven aan de voor die terreinen kansrijke milieuthema's;

o. nieuw bedrijventerrein:

een bedrijventerrein, dat nog niet als zodanig in gebruik is, danwel een uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein, met een nieuw te realiseren bruto oppervlak van ten minste 10 hectaren.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan:

    • a. degene die voor eigen rekening en risico een project uitvoert;

    • b. de deelnemers in een samenwerkingsverband die voor gezamenlijke rekening en risico een project uitvoeren.

  • 2 Indien de aanvragers deelnemers in een samenwerkingsverband zijn, wordt de subsidie verstrekt aan de deelnemers gezamenlijk en betaald aan de deelnemer die als indiener van de aanvraag om subsidie in de zin van deze regeling is opgetreden.

  • 3 Geen subsidie wordt verstrekt:

    • a. indien voor het project reeds door de minister subsidie is verstrekt;

    • b. aan een aanvrager die een onderneming in stand houdt als bedoeld in artikel 1, onder a, van verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de de minimis-steun (PbEG L 10).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 De subsidie bedraagt:

    • a. voor een ontwikkelingsproject 75 procent van de projectkosten, maar niet meer dan € 60.000;

    • b. voor een technisch of organisatorisch haalbaarheidsproject 50 procent van de projectkosten, maar niet meer dan € 40.000.

  • 2 Indien ter zake van de projectkosten of een deel daarvan reeds vanwege het Rijk of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidies, uitgedrukt in een percentage van de projectkosten, niet meer bedraagt dan het ingevolge het eerste lid geldende percentage.

  • 3 Indien de aanvrager een ondernemer is, wordt het bedrag van de subsidie verlaagd voor zover dit tezamen met in de drie voorafgaande jaren door een bestuursorgaan aan de aanvrager verstrekte subsidie waarvoor van de Commissie van de Europese Gemeenschappen geen goedkeuring is verkregen meer bedraagt dan € 100.000.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Als projectkosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:

    • a. de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het project toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidie-ontvanger gemaakte en betaalde kosten:

      • 1º. loonkosten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon, berekend op basis van het jaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolom `loon voor de loonbelasting' van de loonstaat van het betrokken directe personeel, verhoogd met de wettelijke dan wel de op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, en van 1750 productieve uren per jaar;

      • 2º. kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen;

      • 3º. andere aan derden verschuldigde kosten, met uitzondering van buitenlandse reis- en verblijfkosten van die derden en met uitzondering van de kosten van accountantsverklaringen;

    • b. een opslag voor algemene kosten, groot 50 procent van de onder a, onder 1°, bedoelde kosten.

  • 2 Indien geen loonkosten als bedoeld in het eerste lid, onder a, onder 1°, worden gemaakt, maar niettemin arbeid ten behoeve van het project wordt verricht, wordt voor de berekening van de projectkosten uitgegaan van een uurtarief van € 23.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid worden winstopslagen bij transacties binnen een groep alleen in aanmerking genomen voor zover het gebruikelijk is die winstopslagen ook bij soortgelijke transacties buiten de groep in rekening te brengen.

  • 4 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien de subsidie-ontvanger die de kosten heeft gemaakt omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Ieder begrotingsjaar wordt bij ministeriële regeling een subsidieplafond vastgesteld voor het in dat jaar verlenen van subsidies op grond van deze regeling.

  • 2 Het subsidieplafond voor het in 2003 verlenen van subsidies bedraagt € 2 500 000.

§ 2. Aanvraag en beslissing op de aanvraag

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een projectplan,

    • b. een rapport met een inventarisatie van de voor het betrokken bedrijventerrein relevante milieustromen en voor dat terrein kansrijke milieuthema's met dien verstande dat voor een cluster van terreinen deze rapporten ook op de afzonderlijke terreinen betrekking kunnen hebben,

    • c. een begroting voor het project, en,

    • d. andere bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het aanvraagformulier is vermeld.

  • 3 Indien de aanvraag een technisch haalbaarheidsproject betreft gaat de aanvraag tevens vergezeld van het masterplan dat op het terrein betrekking heeft.

  • 4 Indien de aanvraag een project betreft dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, dient een der deelnemers in het samenwerkingsverband de aanvraag mede namens de andere deelnemers in en gaat de aanvraag vergezeld van de overeenkomst waarin de samenwerking tussen de deelnemers in het samenwerkingsverband is geregeld, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.

  • 5 De aanvraag wordt uiterlijk 1 oktober 2003 ingediend.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

De minister geeft een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Indien op de aanvraag niet afwijzend wordt beslist, en deze een project betreft dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, vermeldt de beschikking tot subsidieverlening een raming van de projectkosten per deelnemer in het samenwerkingsverband.

  • 2 Elke deelnemer in het samenwerkingsverband is tot ten hoogste het naar rato van de voor hem geraamde projectkosten berekende bedrag aansprakelijk voor terugbetaling van de subsidie, voor zover de subsidie-ontvangers daartoe verplicht zijn.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;

  • b. hij de projectkosten raamt op minder dan € 11.500;

  • c. onvoldoende wordt gestreefd naar op gezamenlijke aanpak van milieuthema's gerichte samenwerking tussen bedrijven op een bedrijventerrein of bedrijven en overheden op dat terrein, of onvoldoende wordt gestreefd naar continuïteit of uitbreiding van die samenwerking;

  • d. in de aanvraag onvoldoende aandacht wordt besteed aan de relevante milieuthema's;

  • e. onvoldoende is aangetoond dat het project een grote kans van slagen heeft;

  • f. het project gericht is op ontwikkeling van kennis die reeds bestaat en voor het publiek beschikbaar is;

  • g. gegronde vrees bestaat dat betrokkenen het project niet kunnen financieren;

  • h. de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, zoals opgenomen in het projectplan, niet overeenstemmen met de concrete uitwerking zoals die blijkt uit bij de aanvraag gevoegde documenten;

  • i. indien relevant voor het slagen van het project: indien planologische belemmeringen het onwaarschijnlijk maken, dat binnen 48 maanden na de beslissing op de aanvraag een aanvang kan worden gemaakt met de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein;

  • j. het project overigens onvoldoende bijdraagt aan de doelstellingen van deze regeling.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

§ 3. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Op alle subsidie-ontvangers rusten de in de artikelen 12 tot en met 14 opgenomen verplichtingen, met dien verstande dat de in artikel 14 opgenomen verplichtingen slechts gelden voor de subsidie-ontvanger die als indiener van de aanvraag om subsidie in de zin van deze regeling is opgetreden.

  • 2 De in de artikelen 12, 13 en 14 opgenomen verplichtingen gelden tot aan de dag waarop de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 De subsidie-ontvanger voert het project uit overeenkomstig het projectplan waarop de subsidieverlening betrekking heeft en voltooit het uiterlijk op het bij de verlening bepaalde tijdstip, behoudens voorafgaande schriftelijke ontheffing van de minister voor het vertragen, het essentieel wijzigen of het stopzetten van het project.

  • 2 De subsidie-ontvanger voert het project in Nederland uit, behoudens voorafgaande schriftelijke ontheffing van de minister voor gedeeltelijke uitvoering buiten Nederland.

  • 3 De minister kan voorschriften verbinden aan een ontheffing als bedoeld in het eerste of tweede lid.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 De subsidie-ontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle projectkosten kunnen worden afgelezen, gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 4, eerste lid, onderscheiden kostensoorten, met dien verstande dat ter zake van de loonkosten een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording per werknemer aanwezig dient te zijn.

  • 2 De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan de minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surseance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 De subsidie-ontvanger brengt steeds na afloop van een periode van zes maanden aan de minister schriftelijk verslag uit omtrent de uitvoering van het project, met inbegrip van een vergelijking van die uitvoering met het projectplan en de bij de subsidieverlening vermelde raming van de projectkosten.

  • 2 De subsidie-ontvanger dient zijn aanvraag om subsidievaststelling in binnen zes maanden na het tijdstip waarop het project ingevolge artikel 12, eerste lid, moet zijn uitgevoerd.

  • 3 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 4 De aanvraag gaat, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld, vergezeld van:

    • a. een eindverslag omtrent de uitvoering en de resultaten van het project;

    • b. indien totstandgekomen: het masterplan, het schriftelijk verslag omtrent de haalbaarheid, de projectvoorstellen of de voorstellen voor het afsluiten van contracten, op de totstandkoming waarvan het project was gericht, en,

    • c. indien bij de subsidieverlening bepaald, of indien de aanvraag om subsidievaststelling betrekking heeft op een bedrag van € 50 000 of meer, een accountantsverklaring.

§ 4. Voorschotten

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Op een subsidie ter zake waarvan een beschikking tot subsidieverlening geldt, kunnen op aanvraag van de subsidie-ontvanger door de minister voorschotten worden verstrekt.

  • 2 Een voorschot wordt berekend naar rato van de gemaakte en betaalde projectkosten, voor zover deze nog niet eerder bij de verstrekking van een voorschot in aanmerking zijn genomen. In totaal zal het bedrag aan voorschotten niet groter zijn dan 80 procent van het bij de subsidieverlening vermelde maximale subsidiebedrag.

  • 3 Een voorschot wordt slechts verstrekt, indien het bedrag aan voorschot ten minste € 10.000 bedraagt.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

  • 1 Een aanvraag om voorschot wordt ingediend gelijktijdig met het uitbrengen van een verslag als bedoeld in artikel 14, eerste lid, en kan in aanvulling daarop ook steeds drie maanden na het uitbrengen van dat verslag worden ingediend.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

  • 3 Indien de aanvraag een project betreft dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, dient de deelnemer in het samenwerkingsverband die als indiener van de aanvraag om subsidie in de zin van deze regeling is opgetreden, de aanvraag mede namens de andere deelnemers in.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag om voorschot, indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

§ 5. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§ 6. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 25-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling duurzame bedrijventerreinen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij Novem B.V., Catharijnesingel 59, Utrecht.

's-Gravenhage, 15 augustus 2001

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

G. Ybema

Naar boven