Verordening PT Vakheffing Bloemkwekerij producten 2002

[Regeling materieel uitgewerkt per 24-04-2005.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 23-03-2002 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 3 juli 2001, houdende vaststelling van een vakheffing voor bloemkwekerijproducten, voor het jaar 2002 (Verordening PT Vakheffing Bloemkwekerij producten 2002)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw;

gelet op artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 14, 15 en 19 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998;

op voorstel van de Sectorcommissie voor bloemkwekerij producten;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1 In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen 2 en 3 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998.

  • 2 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a.

    productschap

    :

    het Productschap Tuinbouw;

    b.

    het bestuur

    :

    het bestuur van het productschap;

    c.

    de voorzitter

    :

    de voorzitter van het productschap;

    d.

    bloemkwekerijproducten

    :

    siergewassen, bloemzaden daaronder begrepen, in blad-, bloem- of vruchtdragende toestand in hun geheel of gedeeltelijk, met uitzondering van:

         
    • 1e. winterharde houtgewassen in hun geheel voorzover niet vervroegd of verlaat, alsmede kerstbomen zonder wortels en delen van winterharde houtgewassen welke voor vermeerdering zijn bestemd;

    • 2e. voorzover in groene toestand de Japanse azalea's alsmede variëteiten en hybriden daarvan;

    • 3e. dahliastekken, begonia- en gloxiniaplantjes, uitsluitend bestemd voor de teelt van knollen;

    • 4e. aquariumplanten en niet-levende bloemkwekerijproducten;

    e.

    uitgangsmateriaal

    :

    planten en plantendelen van bloemkwekerij producten welke bestemd zijn voor de teelt van gebruiksklare (voor de consument geschikte) bloemkwekerijproducten, zoals stekken, zaaikisten en weefselkweekplanten;

    f.

    kweken van bloemkwekerij producten of uitgangsmateriaal

    :

    • 1e . het ter verkrijging van een oogst brengen, hebben of houden in een al dan niet overdekt groeimedium van bloemkwekerij producten of uitgangsmateriaal;

    • 2e . het ter bevordering van het verkrijgen van een oogst verrichten van alle wijzen van behandelen, bewerken, beschermen, bewaren en verzorgen van bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal, of

    • 3e . het oogsten van bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal;

    g.

    kweker

    :

    de ondernemer die bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal kweekt;

    h.

    importeur

    :

    de ondernemer die bloemkwekerij producten of uitgangsmateriaal invoert;

    i.

    omzet

    :

    het bruto-verkoopfactuurbedrag inclusief kosten doch exclusief BTW;

    j.

    invoerwaarde

    :

    het totaal bedrag van hetgeen de importeur heeft ingevoerd;

    k.

    veiling

    :

    een organisatie die bemiddelt bij de aan- en verkopen van bloemkwekerij producten.

  • 4 Deze verordening is niet van toepassing op bloemkwekerij producten welke afkomstig zijn uit andere Lidstaten van de EU en in Nederland worden verhandeld.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De kweker, onderscheidenlijk de importeur, is over de door hem verhandelde, voorzover door hem gekweekte, onderscheidenlijk door hem geïmporteerde bloemkwekerij producten of geïmporteerd uitgangsmateriaal, een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing, bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het jaar 2002, ten behoeve van de algemene kosten van het productschap, alsmede ten behoeve van aangelegenheden als milieu-aangelegenheden, onderzoek, kwaliteitscontrole en promotionele- en marketingsactiviteiten.

  • 3 De heffing, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

Artikel 3

  • 1 Ter uitvoering van artikel 2 doet de kweker of importeur bij het productschap aangifte van de door hem verhandelde, voorzover door hem gekweekte, onderscheidenlijk door hem geïmporteerd bloemkwekerij producten of geïmporteerd uitgangsmateriaal.

  • 2 De opgave, bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 4

  • 1 De heffing die de kweker of importeur is verschuldigd, wordt opgelegd naar de omzet, onderscheidenlijk het totaalbedrag van de invoerwaarde, gerealiseerd in het jaar waarover de heffing verschuldigd is.

  • 2 De heffing, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de omzet en bedraagt voor:

    a.

    bloemkwekerijproducten (met uitzondering van bloemzaden):

    1,11%;

    b.

    uitgangsmateriaal:

    0,735%;

    c.

    bloemzaden:

    1,00%.

  • 3 Bij rechtstreekse verhandeling van geïmporteerde bloemkwekerijproducten door tussenkomst van een veiling wordt als invoerwaarde als bedoeld in het eerste lid aangemerkt de veilingwaarde.

  • 4 De importeur, die aantoont dat:

    • a. hij de kweek van door hem geïmporteerde bloemkwekerij producten of uitgangsmateriaal binnen het eigen bedrijf heeft voortgezet,

    • b. die bloemkwekerij producten of uitgangsmateriaal vervolgens zijn verhandeld en dat door hem over die transacties de verschuldigde heffing is betaald,

    ontvangt van het productschap een restitutie ter grootte van de over de oorspronkelijke invoerwaarde van die bloemkwekerij producten of uitgangsmateriaal betaalde heffing.

  • 5 De ondernemer die over door hem verhandelde bloemkwekerij producten de heffing terzake van de "Blumenwerbung" is verschuldigd ontvangt van het productschap een restitutie ter grootte van die heffing met een maximum van 0,1% van de waarde van vorenbedoelde bloemkwekerijproducten, mits hij aantoont dat:

    • a. hij die heffing heeft betaald;

    • b. hij over vorenbedoelde door hem verhandelde bloemkwekerij producten de vakheffing was verschuldigd.

  • 6 De handelaar, die aantoont dat hij via de veiling ingekochte bloemkwekerijproducten via de veiling heeft doorverkocht en dat over die inkoop- en verkoopwaarde vakheffing is betaald, ontvangt van het productschap een restitutie over de verkoopwaarde ten hoogste van 1,11%.

  • 7 Voor de kweker, die aantoont dat hij bloemkwekerijproducten zonder tussenkomst van een veiling verhandelt, geldt dat de omzet, waarover de vakheffing wordt berekend, wordt verminderd met een door het bestuur vast te stellen percentage van ten hoogste 10%.

  • 8 Voor de kweker, die aantoont dat hij uitgangsmateriaal heeft verhandeld aan een snijbloemen- of potplantenkweker en waarvoor ten behoeve van de verhandeling extra kosten zijn gemaakt, geldt dat de omzet waarover de vakheffing wordt berekend, wordt verminderd met 60%.

Artikel 5

Op voorstel van de Sectorcommissie voor bloemkwekerijproducten kan het bestuur de hoogte van de heffing, bedoeld in artikel 4, verlagen, waarbij voor verschillende hoogten van de omzet verschillende heffingspercentages kunnen worden vastgesteld.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 6

Indien een heffingsplichtige gegevens die hem krachtens de Verordening PT Algemene bepalingen ten behoeve van de onderhavige verordening of krachtens deze verordening zijn gevraagd niet, niet tijdig of niet volledig verstrekt, wordt de heffing berekend over de dan te ramen omvang van de grondslag die op de heffingsplichtige ingevolge deze verordening van toepassing is, in welk geval de heffing wordt verhoogd met € 40 voor administratiekosten.

Artikel 7

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 Iedere heffingsnota is gedagtekend en bevat:

    • a. naam en adres van de heffingsplichtige;

    • b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend;

    • c. het totaal van de heffing.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 8

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming, als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 9

  • 1 Betaling geschiedt binnen 30 dagen na dagtekening van de heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de nota terstond invorderbaar:

    • a. zodra het faillissement van de heffingsplichtige is aangevraagd;

    • b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt;

    • c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 10

Aan de heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 9 bedoelde termijn heeft betaald, kunnen de daaruit voortvloeiende extra kosten van maximaal € 22,50 in rekening worden gebracht, alsmede de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 11

Een kweker, onderscheidenlijk een importeur van bloemkwekerij producten wordt geacht, indien hij door hem gekweekte, onderscheidenlijk geïmporteerde bloemkwekerijproducten door tussenkomst van een veiling verhandelt, aan zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 2 ten aanzien van de op vorenbedoelde wijze verhandelde producten te hebben voldaan, indien hij de desbetreffende veiling heeft gemachtigd namens hem aan het productschap de door hem verschuldigde heffing te voldoen en deze heffing door het productschap is ontvangen.

Artikel 12

  • 1 De verkoper van bloemkwekerijproducten heeft het recht aan de afnemers van door hem gekweekte bloemkwekerij producten onderscheidenlijk van door hem rechtstreeks doorverhandelde bloemkwekerij producten, het hieronder genoemde heffingspercentage van het verkoopbedrag der door hem aan die afnemers verhandelde bloemkwekerij producten in rekening te brengen van 0,485%

  • 2 Indien een verkoper van bloemkwekerijproducten, van het hem in het vorige lid toegekende recht gebruik maakt, zijn de desbetreffende afnemers verplicht het aan hen krachtens het bepaalde in het vorige lid in rekening gebracht, aan die verkoper te voldoen.

  • 3 Deze bepaling is niet van toepassing op de verkoop van bloemzaden.

Artikel 13

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 14

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

  • 2 Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2001 treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van publikatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2002.

Zoetermeer, 3 juli 2001

J. van der Veen

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 19 oktober 2001 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 1 maart 2002, nr. TRCJZ/2001/10020.

Naar boven