Subsidieregeling gebiedsgericht milieubeleid 2001

[Regeling vervallen per 23-12-2004.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 16-12-2001 t/m 22-12-2004

Subsidieregeling gebiedsgericht milieubeleid 2001

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet milieubeheer;

b. minister:

Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

c. Commissie:

Commissie van de Europese Gemeenschappen;

d. milieu-aandachtsgebied:
  • 1). in het provinciale milieubeleidsplan aangeduid gebied als bedoeld in artikel 4.9. derde lid, onder c, van de wet, of een gebied ten aanzien waarvan gedeputeerde staten hebben verklaard dat de provincie bij de eerstvolgende herziening van het provinciale milieubeleidsplan, een zodanige aanduiding zal realiseren, of

  • 2). ROM-gebied als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Actieplan gebiedsgericht milieubeleid (kamerstukken II 1990/91, 21 896, nrs. 1 en 2);

e. plan van aanpak:

plan waarin is beschreven de ontwikkeling van een gebied als bedoeld in onderdeel d, onder 2, en een of meer projecten, gericht op de instandhouding, het herstel of de verbetering van de kwaliteit van het milieu en de ruimte in het gebied, waarvan de uitvoering van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van dat gebied;

f. stuurgroep:

samenwerkingsverband van overheden of andere rechtspersonen, ingesteld bij overeenkomst, dat een plan van aanpak opstelt, en de uitvoering ervan coördineert;

g. provinciaal milieuprogramma:

programma als bedoeld in artikel 4.14 van de wet;

h. uitvoeringsprogramma:

gedeelte van een provinciaal milieuprogramma of een door gedeputeerde staten op basis van een provinciaal milieubeleidsplan vastgesteld programma, dat betrekking heeft op activiteiten in één of meer milieu-aandachtsgebieden, die uiterlijk vóór 1 juli 2002 worden aangevangen en uiterlijk worden afgerond in het jaar 2003.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Deze regeling heeft als doel het stimuleren van de uitvoering van het gebiedsgerichte milieubeleid in milieu-aandachtsgebieden en het bevorderen van een integrale aanpak en bescherming bij de uitvoering van dit beleid door met name andere overheden.

  • 2 Subsidie kan worden verstrekt op aanvraag van een provincie, ter zake van de kosten van activiteiten die zijn opgenomen in een uitvoeringsprogramma en naar het oordeel van de minister bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van de subsidieregeling. De activiteiten moeten uiterlijk vóór 1 juli 2002 aanvangen en uiterlijk worden afgerond in het jaar 2003.

  • 3 In bijzondere gevallen kan, op aanvraag van een provincie, subsidie worden verstrekt waarmee de aanvraag, bedoeld in het tweede lid wordt aangevuld.

  • 4 In het geval dat een aanvraag betrekking heeft op activiteiten voor de uitvoering van een plan van aanpak, gaat de aanvraag vergezeld van een document waaruit blijkt dat de stuurgroep de activiteiten heeft goedgekeurd.

  • 5 Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de activiteiten, bedoeld in het tweede of derde lid, bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het milieu in het betrokken milieu-aandachtsgebied.

  • 6 Een uitvoeringsprogramma bevat in ieder geval:

    • a. de milieu-aandachtsgebieden waarop het programma betrekking heeft, alsmede de motivering bij de keuze voor de betreffende gebieden;

    • b. een beschrijving van de activiteiten per milieu-aandachtsgebied, die in 2001 worden aangevangen, onder vermelding van de bestaande en gewenste milieukwaliteit in dat gebied en de te verwachten effecten van die effecten op de actuele milieukwaliteit;

    • c. een beschrijving van de wijze waarop toezicht wordt gehouden op de uitvoering van de activiteiten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Voor een subsidie komen niet in aanmerking de kosten:

  • a. van de verwerving van kapitaalgoederen, met uitzondering van de kosten van de verwerving door een provincie van landbouwgrond en natuurterreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet agrarisch grondverkeer door het bureau beheer landbouwgronden als bedoeld in artikel 28 van de Wet agrarisch grondverkeer;

  • b. van een vergoeding van schade ter uitvoering van de artikelen 15.20 en 15.21 van de wet;

  • c. van het apparaat van een provincie of andere overheid of van een andere rechtspersoon, gemaakt ter uitvoering van het in dit programma bepaalde, tenzij deze kosten geen onderdeel uitmaken van de normale taakuitoefening van de provincie of andere overheid of van die andere rechtspersoon.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Bij de beoordeling van aanvragen tot subsidieverlening worden naast het in artikel 2, tweede lid, genoemde aspect betrokken:

  • a. de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het milieu in het betrokken milieu-aandachtsgebied;

  • b. de omvang en aard van de milieu-aandachtsgebieden waarop het uitvoeringsprogramma betrekking heeft;

  • c. het integrale karakter en de voortgang van de activiteiten opgenomen in het uitvoeringsprogramma

  • d. de begroting, financieringswijze en het overzicht van de liquiditeitsbehoefte

  • e. de mate waarin de provincie, gemeenten, waterschappen, andere openbare lichamen en andere rechtspersonen bijdragen aan de activiteiten;

  • f. de wijze waarop het toezicht op de uitvoering van het uitvoeringsprogramma is ingevuld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2001 voor bijdragen als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, bedraagt per provincie:

    Groningen

    f 2.750.060

     

    (EUR 1.247.923)

    Friesland

    f 2.566.707

     

    (EUR 1.164.720)

    Drenthe

    f 3.190.057

     

    (EUR 1.447.585)

    Overijssel

    f 4.424.698

     

    (EUR 2.007.840)

    Flevoland

    f 230.592

     

    (EUR 104.638)

    Gelderland

    f 6.213.872

     

    (EUR 2.819.732)

    Utrecht

    f 2.709.293

     

    (EUR 1.229.423)

    Noord-Holland

    f 1.174.132

     

    (EUR 532.798)

    Zuid-Holland

    f 2.522.965)

     

    (EUR 1.144.872)

    Zeeland

    f 2.427.025

     

    (EUR 1.101.336)

    Noord-Brabant

    f 6.027.500

     

    (EUR 2.735.160)

    Limburg

    f 2.079.660

     

    (EUR 943.708).

  • 2 Het subsidieplafond bedraagt f 2.000.000,- (EUR 907.560) voor bijdragen voor activiteiten voor de uitvoering van een plan van aanpak.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Aanvragen tot subsidieverlening kunnen worden ingediend voor 1 juli 2001.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kunnen aanvragen, bedoeld in artikel 2, derde lid, worden ingediend vóór 1 januari 2002.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

`s-Gravenhage, 20 juni 2001

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk

Naar boven