Verordening Uitvoering Fokkerijbesluit 2001

[Regeling vervallen per 08-05-2011.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 30-06-2001 t/m 07-05-2011

Verordening Uitvoering Fokkerijbesluit 2001

Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees heeft,

gelet op artikel 98, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 11, eerste lid, van het Fokkerijbesluit,

op 13 juni 2001 vastgesteld de navolgende

Artikel 1

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Op het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn de begripsbepalingen van het Fokkerijbesluit van toepassing.

  • 2 In deze verordening wordt voorts verstaan onder:

    1.

    productschap:

    het Productschap Vee en Vlees;

    2.

    bestuur :

    het bestuur van het productschap;

    3.

    voorzitter :

    de voorzitter van het productschap;

    4.

    de betrokken commissie:

    de ex artikel 109 Wet op de Bedrijfsorganisatie ingestelde Commissie Diergezondheid en Kwaliteit Runderen van het productschap en het Productschap Zuivel, dan wel de Interim- Commissie paardenhouderij van het productschap, dan wel de ex artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie ingestelde Commissie Varkenshouderij van het productschap, dan wel de Adviescommissie schapen en geiten van het productschap.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 2 Voorzover de in artikel 2, eerste lid, van het Fokkerijbesluit bedoelde regelgeving van de Europese Gemeenschap voorziet in een erkenning van organisaties die verantwoordelijk zijn voor de reglementering van het prestatieonderzoek, de fokwaardeschatting en de publicatie van de geschatte waarden van dieren, geschieden de verlening en de intrekking van deze erkenning en alle daarmee samenhangende werkzaamheden overeenkomstig het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, worden niet uitgeoefend dan nadat de voorzitter daarover het advies van de betrokken commissies heeft ingewonnen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 2 De advisering van de voorzitter, bedoeld in artikel 3, wordt, voorzover deze betrekking heeft op schapen en geiten, opgedragen aan de Adviescommissie schapen en geiten.

  • 3 De Adviescommissie schapen en geiten is bevoegd uit haar midden een subcommissie te benoemen, en hieraan één of meer externe deskundigen toe te voegen.

  • 4 De Adviescommissie schapen en geiten is bevoegd de advisering, zoals bedoeld in het tweede lid, op te dragen aan de in het derde lid bedoelde subcommissie.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Het verrichten van werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor:

    wordt opgedragen aan de voorzitter.

  • 2 De advisering van de voorzitter, bedoeld in artikel 3, wordt, voorzover deze betrekking heeft op runderen en buffels, opgedragen aan de Commissie Diergezondheid en Kwaliteit Runderen.

  • 3 De Commissie Diergezondheid en Kwaliteit Runderen is bevoegd uit haar midden een subcommissie te benoemen, en hieraan één of meer externe deskundigen toe te voegen.

  • 4 De Commissie Diergezondheid en Kwaliteit is bevoegd de advisering, zoals bedoeld in het tweede lid, op te dragen aan de in het derde lid bedoelde subcommissie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Het verrichten van werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor:

    wordt opgedragen aan de voorzitter.

  • 2 De advisering van de voorzitter,bedoeld in artikel 3, wordt, voorzover deze betrekking heeft op varkens, opgedragen aan de Commissie Varkenshouderij.

  • 3 De Commissie varkenshouderij is bevoegd uit haar midden een subcommissie te benoemen, en hieraan één of meer externe deskundigen toe te voegen.

  • 4 De Commissie varkenshouderij is bevoegd de advisering, zoals bedoeld in het tweede lid, op te dragen aan de in het derde lid bedoelde subcommissie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Het verrichten van werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor:

    wordt opgedragen aan de voorzitter.

  • 2 De advisering van de voorzitter, bedoeld in artikel 3, wordt, voorzover deze betrekking heeft op paardachtigen, opgedragen aan de Interim-Commissie paardenhouderij.

  • 3 De Interim-Commissie paardenhouderij is bevoegd uit haar midden een subcommissie te benoemen, en hieraan één of meer externe deskundigen toe te voegen.

  • 4 De Interim-Commissie paardenhouderij is bevoegd de advisering, zoals bedoeld in het tweede lid, op te dragen aan de in het derde lid bedoelde subcommissie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Bij besluit van het bestuur, gehoord de Adviescommissie schapen en geiten, worden ter uitvoering van deze verordening nadere regels gesteld die noodzakelijk zijn voor:

  • 2 Regels als bedoeld in het eerste lid kunnen mede betrekking hebben op:

    • a. de wijze waarop een aanvraag om een erkenning moet worden ingediend;

    • b. de gegevens die bij een aanvraag om een erkenning verstrekt moeten worden;

    • c. de benodigde bescheiden die een aanvraag om een erkenning moeten vergezellen;

    • d. de voorwaarden waaraan door een organisatie voldaan moet worden om voor erkenning in aanmerking te komen dan wel te blijven; alsmede

    • e. de gegevens die verstrekt moeten worden om te beoordelen of aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorwaarden is voldaan.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Bij besluit van het bestuur, gehoord de Commissie Diergezondheid en Kwaliteit Runderen, worden ter uitvoering van deze verordening nadere regels gesteld die noodzakelijk zijn voor:

Artikel 10

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Bij besluit van het bestuur, gehoord de Commissie varkenshouderij, worden ter

    uitvoering van deze verordening nadere regels gesteld die noodzakelijk zijn voor:

Artikel 11

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Bij besluit van het bestuur, gehoord de Interim-Commissie paardenhouderij, worden ter uitvoering van deze verordening nadere regels gesteld die noodzakelijk zijn voor:

Artikel 12

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Een organisatie die erkend wil worden als instelling die één of meer stamboeken of registers voor schapen, geiten, runderen, buffels, varkens of paardachtigen bijhoudt richt een daartoe strekkend verzoek aan de voorzitter.

  • 2 Een organisatie die erkend wil worden als organisatie die verantwoordelijk is voor de reglementering van het prestatieonderzoek, de fokwaardeschatting en de publicatie van de geschatte waarden van dieren, richt een daartoe strekkend verzoek aan de voorzitter.

  • 3 Een verzoek om erkenning bevat de bij de ingevolge de artikelen 8, 9, 10 dan wel 11 gestelde regels voorgeschreven gegevens en gaat vergezeld van de nodige bij deze regels aangewezen bescheiden.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

Een erkenning wordt verleend indien voldaan wordt aan de voorwaarden die daaromtrent gesteld zijn bij de ingevolge de artikelen 8, 9, 10 dan wel 11 gestelde regels.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

Een ingevolge artikel 13 verleende erkenning wordt ingetrokken:

Artikel 15

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

De bij of krachtens deze verordening voorgeschreven gegevens dienen naar waarheid te worden verstrekt. Het is verboden onjuiste gegevens te verstrekken.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 De op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens het Fokkerijbesluit verleende erkenningen, gelden als krachtens deze verordening verleende erkenningen.

  • 2 Verzoeken om erkenning waarop ten tijde van het inwerkingtreden van deze verordening nog niet is beslist, gelden als verzoeken om erkenning in de zin van deze verordening.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

De Verordening Uitvoering Fokkerijbesluit wordt ingetrokken.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 08-05-2011]

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Uitvoering Fokkerijbesluit 2001.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Voor het bestuur,

R.J. Tazelaar

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 21 juni 2001, nr. TRCJZ/2001/8940.

Naar boven