Het Besluit begripsomschrijvingen Wet ziekenhuisvoorzieningen geeft een nadere invulling
van het begrip bestemmingswijziging. Hierbij werd voor de categorieën ziekenhuizen
en verpleeghuizen een beperkter begrip gehanteerd dan voor psychiatrische ziekenhuizen,
zwakzinnigeninrichtingen en voor de (sector) overige voorzieningen. Die beperking
hield in dat de vervanging van de ene hoofdfunctiegroep door een andere (zoals de
verbouw van een therapiegebouw tot patiëntenhuisvesting) bij bijvoorbeeld een psychiatrisch
ziekenhuis vergunningplichtig bleef terwijl bij een ziekenhuis, mits er voldoende
instandhoudingsmiddelen aanwezig waren, kon worden volstaan met een melding. Slechts
als deze bestemmingswijziging tevens een uitbreiding van het zorgniveau inhield moest
ook het ziekenhuis een vergunning vragen.
De reden voor dit verschil was dat ik de deconcentratie en substitutie bij de psychiatrische
ziekenhuizen, zwakzinnigeninrichtingen en de (sector) overige voorzieningen wilde
blijven stimuleren. De instellingsbesturen geven inmiddels in ruime mate uitvoering
aan dit beleid. De invulling van het begrip bestemmingswijziging is daarom vanaf heden
voor alle sectoren gelijk. Dit leidt tot een verruiming van de bevoegdheden van het
instellingsbestuur, omdat meer via een melding mag worden afgedaan.
Het Besluit begripsomschrijvingen Wet ziekenhuisvoorzieningen geeft eveneens een invulling
aan het begrip nieuwbouw. Dit begrip wordt voor de ziekenhuizen gewijzigd. Het begrip
valt uiteen in (nieuwbouw)uitbreiding en (nieuwbouw)vervanging. In de praktijk van
de meldingsprocedure blijkt over de toepassing van het begrip uitbreiding onduidelijkheid
te bestaan.
Vergunningplichtig is uitbreiding als het gaat om bouw die gericht is op de oprichting
van een nieuwe ziekenhuisvoorziening of op de uitbreiding van het zorgniveau van een
bestaande ziekenhuisvoorziening. Uitbreiding van het zorgniveau wordt tot nu toe gemeten
in bedden of plaatsen en functie-eenheden. Bij uitbreiding die beperkt blijft tot
ruimtelijke uitbreiding van een bestaand gebouw of tot verplaatsing van infrastructuur
kan volstaan worden met een melding, zolang er maar sprake is van een gelijkblijvend
zorgniveau. In de huidige regelgeving kan voor de oprichting van een buitenpolikliniek
met een melding worden volstaan als ze uitsluitend een verplaatsing betekent van functie-eenheden
die daarvoor op de hoofdlokatie waren gevestigd. Hierbij is niet de aard van de functies
maar het aantal functie-eenheden bepalend. De oprichting van een buitenpolikliniek
is daarentegen vergunningplichtig als ze gepaard gaat met een toename van het aantal
functie-eenheden of bedden of plaatsen. Bij de hantering van de begrippen bedden,
plaatsen en functie-eenheden gaat het om de invulling die hieraan in het kader van
de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Besluit begripsomschrijvingen) is gegeven.
In mijn beleid leg ik de nadruk op het oplossen van onaanvaardbare wachttijden. Aan
aanbieders en verzekeraars heb ik ruimte gegeven om afspraken te maken die wachttijden
tot aanvaardbare proporties terugbrengen. In dat licht vind ik het ongewenst dat voor
een investering die noodzakelijk is om een afgesproken uitbreiding van het aantal
functie-eenheden mogelijk te maken, een WZV-vergunning wordt vereist. Om die reden
heb ik besloten uitbreiding van het zorgniveau, ook voor de ziekenhuissector, nog
slechts te meten in bedden of plaatsen. Uitbreiding met functie-eenheden wordt nu
gezien als instandhouding van het zorgniveau. Voor de hiervoor noodzakelijke bouw
kan voortaan volstaan worden met een melding (vooraf). Natuurlijk blijft voor een
melding wel de restrictie gelden dat de instelling over voldoende instandhoudingsbudget
moet beschikken.