Bijdrageregeling Antillianengemeenten

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 20-05-2001 t/m heden

Bijdrageregeling Antillianengemeenten

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a) minister:

de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;

b) gemeentebestuur:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Den Helder, Dordrecht, Groningen, Nijmegen en Rotterdam;

c) Antilliaanse jongeren:

een groep jongeren van Antilliaanse afkomst die problemen ondervindt bij de integratie in de Nederlandse samenleving;

d) meerjarig plan van aanpak:

het plan, bedoel in artikel 2.

Artikel 2

Indien een gemeentebestuur vóór 1 juni 2001 de minister een meerjarig plan van aanpak voorlegt ten behoeve van de integratie van Antilliaanse jongeren dat naar zijn oordeel voldoet aan de in de artikelen 3 en 4 genoemde voorwaarden, ontvangt het gemeentebestuur een bijdrage voor de uitvoering van dat plan in de periode 2001 tot en met 2004 ter hoogte van het in de bij deze regeling behorende bijlage vermelde bedrag.

Artikel 3

Aan het meerjarig plan van aanpak legt het gemeentebestuur de volgende doelstelling ten grondslag: de verbetering van de positie van Antilliaanse jongeren door middel van maatregelen op het gebied van opvang, begeleiding en scholing.

Artikel 4

  • 1 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak het aantal Antilliaanse jongeren aan waarop het gemeentelijk beleid met het oog op het bereiken van de in artikel 3 genoemde doelstelling is gericht.

  • 2 Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan van aanpak een beschrijving van de maatregelen die met het oog op de in artikel 3 genoemde doelstelling worden genomen en een duidelijke indicatie van de bestedingen die ten laste van de bijdrage, bedoeld in artikel 2, zullen worden gedaan.

  • 3 Het gemeentebestuur betrekt de Antilliaanse gemeenschap nauw bij de plannen en de uitvoering ervan en geeft in het meerjarig plan aan op welke wijze dat is geschied.

  • 4 Het gemeentebestuur geeft ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde maatregelen aan welke prestaties in termen van streefcijfers ten opzichte van het aantal Antilliaanse jongeren, bedoeld in het eerste lid, zullen worden bereikt.

Artikel 5

Indien de minister van oordeel is dat het meerjarig plan van aanpak niet voldoet aan de artikelen 3 en 4, stelt hij het gemeentebestuur in de gelegenheid het meerjarig plan van aanpak aan te passen. Hij stelt daarbij een termijn en geeft aan op welke onderdelen het meerjarig plan van aanpak aanpassing behoeft.

Artikel 6

Het gemeentebestuur ontvangt de bijdrage, bedoeld in artikel 2, in vier jaarlijkse termijnen, die telkens vóór 1 juli betaalbaar worden gesteld.

Artikel 7

Het gemeentebestuur brengt met ingang van 2002 jaarlijks vóór 1 april aan de minister verslag uit over de uitvoering van het meerjarig plan en de bereikte resultaten in de voorafgaande periode.

Artikel 8

  • 1 Het gemeentebestuur brengt uiterlijk 1 oktober 2005 aan de minister financieel verslag uit over de besteding van de bijdrage, bedoeld in artikel 2.

Artikel 9

De minister kan de bijdrage, bedoeld in artikel 2, geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien uit het financieel verslag, bedoeld in artikel 8, blijkt dat bedoelde bijdrage niet is besteed aan de uitvoering van het meerjarig plan van aanpak.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R.H.L.M. van Boxtel

Bijlage 1

De minister is op 25 januari 2001 met de volgende verdeling voor de ƒ 24 miljoen / € 10.890.725, zoals door de Antillianengemeenten gezamenlijk is voorgesteld, akkoord gegaan. Dit bedrag wordt in vier jaarlijkse termijnen uitgekeerd.

Gemeente

Totale bedrag per

gemeente (incl. BTW)

Amsterdam

f 3.600.000 /

€ 1.633.610

Den Haag

f 2.500.000 /

€ 1.134.450,50

Den Helder

f 3.980.000 /

€ 1.806.045,20

Dordrecht

f 3.700.000 /

€ 1.678.986,70

Groningen

f 2.900.000 /

€ 1.315.962,60

Nijmegen

f 2.050.000 /

€ 930.249,44

Rottterdam

f 5.270.000 /

€ 2.390.000

   

Totaal

f 24.000.000 /

€ 10.890.725

Naar boven