Wet tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m heden

Wet van 5 april 2001 tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in aanvulling op het voorstel van Wet bescherming persoonsgegevens de Richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG van 23 november 1995, L 281) te implementeren in de overige Nederlandse wetgeving en deze wetgeving eveneens voor zover nodig aan te passen aan het voorstel van Wet bescherming persoonsgegevens;

Gelet op artikel 10, tweede en derde lid, van de Grondwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 5. Ministerie van Financiën

Artikel 2

[Red: Wijzigt de Aanwijzingswet controleautoriteit ex artikel 37 van verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van de Europese Unie van 13 maart 1997.]

Artikel 3

[Red: Wijzigt de wet van 8 juni 2000, houdende goedkeuring van de op 18 december 1997 te Brussel totstandgekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties.]

Hoofdstuk 8. Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Hoofdstuk 12. Overgangsrecht

Artikel 1

Indien beroep wordt ingesteld tegen een beslissing als bedoeld in artikel 85, eerste lid, of 105, derde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, zoals deze artikelen luidden voor de inwerkingtreding van deze wet, vindt de behandeling van dat beroep plaats op de voet van de artikelen 86, 87 en 106 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, zoals deze artikelen voor de inwerkingtreding van deze wet luidden.

Hoofdstuk 14. Inwerkingtreding

Artikel 1

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 februari 1998 ingediende voorstel van Wet bescherming persoonsgegevens (Kamerstukken II, 25 892) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 5 april 2001

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de negentiende april 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven