Regeling hardheidsclausule

[Regeling vervallen per 01-01-2005.]
Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 29-03-2001 t/m 31-12-2004

Regeling hardheidsclausule

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

De beoordeling of er sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard, wordt gemaakt met inachtneming van de omstandigheden van het geval. Hierbij worden in ieder geval betrokken:

  • a. de omvang van het nadeel dat de betrokkene door de onbillijkheid zou leiden, waarbij mede in aanmerking wordt genomen of daartegenover ook een voordeel voor de betrokkene staat;

  • b. de inkomenspositie van de betrokkene, waarbij de inkomenspositie van zijn eventuele partner en andere gezinsleden, alsmede het inkomen van de betrokkene uit andere bronnen, buiten beschouwing wordt gelaten;

  • c. in hoeverre de betrokkene de omvang van het nadeel redelijkerwijs alsnog kan, of had kunnen, beperken.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Onze Minister kent in elk geval geen compensatie toe indien voor een betrokkene nadeel wordt veroorzaakt door verschillen in regelgeving of uitvoeringspraktijk tussen het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel en het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs met betrekking tot:

    • a. de mogelijkheid om in het genot van uitkering vakantie te genieten, tenzij het gaat om een betrokkene van buitenlandse afkomst die zijn volledige vakantie geniet in het land van herkomst;

    • b. het in mindering brengen van inkomsten uit noodzakelijke scholing op de uitkering;

    • c. de wijze waarop de hoogte van de uitkering wordt berekend indien de maatregel van gedeeltelijke weigering wordt toegepast;

    • d. de wijze waarop de te betalen uitkering over een gebroken maand wordt berekend;

    • e. het tijdstip waarop een uitkering wordt betaald;

    • f. het tijdstip en de hoogte van indexeringen;

    • g. het traject van bruto naar netto uitkering.

  • 2 In gevallen waarop het eerste lid niet van toepassing is, wijkt Onze Minister af indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Indien Onze Minister besluit compensatie toe te kennen, kent hij de betrokkene een compensatie toe, die in beginsel gelijk is aan het bedrag aan uitkering waarvoor de betrokkene zou zijn benadeeld indien Onze Minister geen compensatie zou hebben toegekend. De vorm waarin de compensatie wordt gegeven of de uitvoeringsaspecten daarbij, kunnen met zich meebrengen dat er een gering verschil bestaat tussen het bedrag van de compensatie en het bedrag van het nadeel.

  • 2 Onze Minister kan een gedeeltelijke compensatie toekennen indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven. Een volledige compensatie wordt in ieder geval niet gegeven indien de betrokkene de omvang van het nadeel redelijkerwijs nog had kunnen beperken, maar dat heeft nagelaten.

  • 3 De compensatie wordt toegekend in de vorm van een periodieke uitkering of een bedrag ineens.

  • 4 Indien de compensatie wordt toegekend in de vorm van een periodieke uitkering, zijn daarop zoveel mogelijk dezelfde bepalingen van toepassing als op de bovenwettelijke uitkering.

  • 5 Indien de compensatie wordt toegekend in de vorm van een bedrag ineens:

    • a. kunnen vorderingen op de betrokkene ter zake van onverschuldigd betaalde bedragen op grond van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs, met de compensatie ineens worden verrekend, en

    • b. zijn de artikelen 36 tot en met 36b WW van overeenkomstige toepassing op de compensatie, voor zover deze onverschuldigd is betaald.

  • 6 Aan de betrokkene kan op diens verzoek een voorschot op de compensatie worden toegekend. Een voorschot wordt niet toegekend indien het onwaarschijnlijk is dat de betrokkene in aanmerking komt voor compensatie. Na de beslissing over de compensatie wordt een betaald voorschot teruggevorderd en zoveel mogelijk verrekend met de betrokkene toekomende bedragen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Deze regeling treedt in werking één dag na publicatie in Uitleg en werkt terug tot en met 1 januari 2001. De regeling werkt tot 1 januari 2005.

De

minister

van onderwijs en wetenschappen,

Drs. L.M.L.H.A. Hermans

Naar boven