Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 11-02-2023 t/m heden

Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken

Artikel 1

Aan de voorzitter van de Adviesraad internationale vraagstukken, aan de voorzitters en aan de vicevoorzitters van de permanente commissies wordt een vaste vergoeding per maand toegekend ter hoogte van 24,41% van het maximumbedrag van salarisschaal 18 van bijlage I-B van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020.

Artikel 3

De voorzitters van de werkgroepen uit de permanente commissies ontvangen een vergoeding van € 310 per vergadering.

Artikel 4

De leden van de permanente commissies ontvangen een vergoeding van € 235 per vergadering.

Artikel 5

Na het verstrijken van de looptijd van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020 wordt de vergoeding, bedoeld in artikel 1, voortgezet alsof de looptijd niet verstreken is, met dien verstande dat bij het tot stand komen van een nieuwe Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk gedurende de werkingssfeer van dit besluit de vergoedingen overeenkomstig worden aangepast.

Artikel 6

In afwijking van de artikelen 1 tot en met 4, bedraagt de hoogte van de vergoedingen, bedoeld in deze artikelen, voor het jaar 1998 € 20.420,11, € 9075,60, € 181,51 onderscheidenlijk € 90,76. De vergoedingen voor de jaren 1999 en 2000 worden vastgesteld door de vergoedingen van het daaraan voorafgaande jaar te verhogen met het door de Minister van Financiën vastgestelde inflatie-indexcijfer van het jaar waarop de vergoeding betrekking heeft.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De artikelen 1 tot en met 5 werken terug tot en met 1 januari 2001. Artikel 6 werkt terug tot en met 1 januari 1998.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

J.J. van Aartsen

Naar boven