Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 28-01-2001 t/m 31-12-2014

Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 19 december 2000 houdende richtsnoeren voor de advisering inzake de representativiteit van het organisatorische draagvlak van bedrijfslichamen (Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen)

De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad;

Gelet op artikel 68 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gelet op artikel 2 van de Delegatieverordening Bestuurskamer (RE 7/1994);

Besluit:

Hoofdstuk 1. Toepassingsbereik en uitgangspunt

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het in dit besluit bepaalde vindt toepassing bij advisering door de Bestuurskamer over de instelling alsmede de uitbreiding van de werkingssfeer van bedrijfslichamen, daaronder voor de toepassing van dit besluit mede begrepen organen als bedoeld in artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Bestuurskamer adviseert niet tot instelling, respectievelijk de uitbreiding van de werkingssfeer van een bedrijfslichaam dan nadat haar is gebleken dat een voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging van ondernemers en van werknemers daarmee instemt.

  • 2 De Bestuurskamer kan op grond van bijzondere omstandigheden of het algemeen belang van het bepaalde in het eerste lid afwijken.

Hoofdstuk 2. Criteria voor voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan ondernemerszijde, bedoeld in artikel 2, wordt aangemerkt:

  • a. een of meer ondernemersorganisaties die ingevolge de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal-Economische Raad als representatief zijn te beschouwen en door welke ten minste 55 procent wordt vertegenwoordigd van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van één van de maatstaven, geselecteerd overeenkomstig de toepassing van artikel 9 van de Verordening representativiteit organisaties, of

  • b. een of meer ondernemersorganisaties die ingevolge de Verordening representativiteit organisaties als representatief zijn te beschouwen en door welke meer dan 50 procent wordt vertegenwoordigd van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van twee van de maatstaven, geselecteerd overeenkomstig de toepassing van artikel 9 van de Verordening representativiteit organisaties.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan werknemerszijde, bedoeld in artikel 2, wordt aangemerkt: een of meer werknemersorganisaties die ingevolge de Verordening representativiteit organisaties als representatief zijn te beschouwen.

  • 2 Indien een of meer andere als representatief te beschouwen werknemersorganisaties bezwaar maken, worden de in lid 1 bedoelde werknemersorganisaties slechts als voldoende representatieve vertegenwoordiging aangemerkt als zij gezamenlijk meer leden binnen de werkingssfeer van dat bedrijfslichaam hebben dan die andere organisaties gezamenlijk.

Hoofdstuk 3. Procedure en frequentie van beoordeling representativiteit

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De beoordeling van de representativiteit van het organisatorische draagvlak binnen een bedrijfslichaam geschiedt in elk geval voorafgaand aan de instelling van een bedrijfslichaam en vervolgens telkens na het verstrijken van een periode van vier jaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de representativiteit van het organisatorische draagvlak van een bestaand bedrijfslichaam als onvoldoende is beoordeeld, doet de Bestuurskamer daarover mededeling aan de betrokken organisaties en aan het bedrijfslichaam en vindt na twee jaar opnieuw een beoordeling van de representativiteit plaats.

  • 2 Indien de representativiteit van het organisatorische draagvlak van een bestaand bedrijfslichaam als voldoende is beoordeeld en de Bestuurskamer ontvangt nadien aanwijzingen dat de representativiteit inmiddels niet meer voldoende is, kan zij besluiten tot een vervroegde beoordeling van de representativiteit van het organisatorische draagvlak. Het eerste lid is hierop van toepassing.

  • 3 Indien de Bestuurskamer op grond van het in het eerste lid bedoelde onderzoek wederom tot de conclusie komt dat de representativiteit onvoldoende is, kan zij de minister adviseren het voortbestaan in ongewijzigde vorm van het bedrijfslichaam te heroverwegen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De Bestuurskamer vraagt de organisaties van ondernemers onderscheidenlijk van werknemers tijdig de voor zijn advisering benodigde gegevens. De Bestuurskamer kan ter verificatie van verstrekte gegevens verzoeken een accountantsverklaring over te leggen.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen.

Den Haag, 19 december 2000

H.H.F. Wijffels

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Naar boven