Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 22-12-2009 t/m 21-09-2010

Besluit van 18 december 2000, houdende regels ter uitvoering van het op 9 september 1996 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Trb. 1996, 293) (Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 13 oktober 1999, nr. CDJZ/WVW 1999-1325, gedaan mede namens Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Justitie;

Gelet op het op 9 september 1996 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Trb. 1996, 293), alsmede de artikelen 1, derde lid, 2f, 28c, 28e, 28i en 28k van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 8.44, 10.4 en 10.35a, tweede lid, van de Wet milieubeheer, artikel 929a, eerste en tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 4:77 en 4:79 van de Algemene wet bestuursrecht;

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2000, nr. W09.990513/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 11 december 2000, nr. CDJZ/WVW 2000-1290, Centrale Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

§ 1.1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1 Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. scheepsafvalstoffen: de in de onderdelen b tot en met d nader bepaalde afvalstoffen;

    • b. olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen: afgewerkte olie, bilgewater en overige olie- of vethoudende afvalstoffen die bij het in bedrijf zijn of het onderhoud van een schip aan boord ontstaan;

    • c. afval van de lading: ladingrestanten dan wel afvalwater dat ladingrestanten bevat;

    • d. overige scheepsafvalstoffen: afvalwater, huisvuil, zuiveringsslib, slops en gevaarlijke afvalstoffen, voorzover die afvalstoffen bij het in bedrijf zijn of het onderhoud van een schip aan boord ontstaan en niet vallen onder olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen of afval van de lading;

    • e. afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of andere produkten waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

    • f. afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

    • g. schip: een vaartuig dat feitelijk wordt gebruikt dan wel geschikt is om te worden gebruikt als middel voor verplaatsing te water, alsmede een drijvend werktuig;

    • h. schipper: de gezagvoerder van een schip of degene, die deze vervangt;

    • i. zeeschip: een schip dat is toegelaten voor de zee- of kustvaart en overwegend daartoe is bestemd;

    • j. exploitant van een schip: de eigenaar, de rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over het gebruik van het schip;

    • k. gemotoriseerd schip: een schip waarvan de hoofd- of hulpmotoren, met uitzondering van ankerliermotoren, verbrandingsmotoren zijn;

    • l. ontvangstvoorziening: een inrichting of schip voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen;

    • m. bevoegde autoriteit: de autoriteit of autoriteiten die ten aanzien van een vaarweg voor de toepassing van artikel 1.15, tweede lid, van het Rijnvaartpolitiereglement 1995, artikel 1.15, tweede lid, van het Binnenvaartpolitiereglement, artikel 1.15 van het Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas of artikel 43 van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, is of zijn aangewezen bij of krachtens het desbetreffende reglement dan wel, binnen het toepassingsgebied van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 of het Scheepvaartreglement Eemsmonding: de Rijkshavenmeester Westerschelde, onderscheidenlijk de bevoegde autoriteit, aangewezen ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Scheepvaartreglement Eemsmonding;

    • n. verdrag: het op 9 september 1996 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Trb. 1996, 293):

    • o. Uitvoeringsregeling: bijlage 2, behorende bij het verdrag;

    • p. conferentie: de Conferentie der Verdragsluitende Partijen, bedoeld in artikel 14 van het verdrag;

    • q. internationaal orgaan: het Internationale Verevenings- en Coördinatieorgaan, bedoeld in artikel 10 van het verdrag;

    • r. Onze Ministers: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • s. bijlage 1, 2 of 3: de bij dit besluit behorende bijlage 1, 2, onderscheidenlijk 3.

  • 2 Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. bilgewater: oliehoudend afvalwater uit de bilge van de machinekamer, de voor- en achterpiek, de kofferdammen en de ruimten tussen zijwand en beunwand;

    • b. olie-afgifteboekje: een olie-afgifteboekje, afgegeven overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, dan wel een buiten Nederland afgegeven olie-afgifteboekje als bedoeld in artikel 2.03 van de Uitvoeringsregeling;

    • c. tegoed: geldelijk tegoed van de eigenaar van het schip op de rekening van een nationaal instituut als bedoeld in artikel 9 van het verdrag;

    • d. ED-kaart: elektronische informatiedrager op naam van de eigenaar van het schip, waarmee wordt beschikt over het tegoed teneinde de verschuldigde afvalbeheersbijdrage digitaal te betalen;

    • e. betaalterminal: apparaat waarmee in combinatie met de ED-kaart de verschuldigde afvalbeheersbijdrage digitaal wordt betaald;

    • f. bunkerverklaring: een bunkerverklaring als bedoeld in artikel 2.5.1 dan wel een buiten Nederland opgemaakte bunkerverklaring als bedoeld in artikel 3.03 van de Uitvoeringsregeling.

  • 3 Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. overslaginrichting: een inrichting ten behoeve van het laden of lossen van schepen;

    • b. afzender, ontvanger, onderscheidenlijk vervoerder: de afzender, de ontvanger, onderscheidenlijk de vervoerder, bedoeld in artikel 929a van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c. vloeibare lading: vloeibare in bulk vervoerde lading;

    • d. droge lading: andere lading dan bedoeld in onderdeel c;

    • e. eenheidstransporten: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van een schip dezelfde lading of een andere lading, waarvan het transport geen reiniging van het laadruim of de ladingtank vereist, wordt vervoerd;

    • f. overslagresten: lading die bij de overslag buiten de laadruimen of de ladingtanks op het schip terechtkomt;

    • g. leidingsysteem: alle leidingen waarin zich vloeibare of gasvormige lading kan bevinden, met inbegrip van de bijbehorende pompen, filters en afsluitinrichtingen;

    • h. restlading: lading die na het lossen doch zonder nalossen in de ladingtank, het leidingsysteem of het laadruim van een schip is achtergebleven;

    • i. nalossen: het uit de laadruimen, ladingtanks en het leidingsysteem van een schip verwijderen van restlading en het van een schip verwijderen van verpakkings- en stuwmateriaal;

    • j. nalenssysteem: een systeem voor het nalossen van de ladingtanks en het leidingsysteem van een schip;

    • k. nagelensde ladingtank: een ladingtank van een schip waaruit de restlading is verwijderd met behulp van een nalenssysteem en waarin zich nog slechts ladingrestanten bevinden;

    • l. ladingrestanten: vloeibare lading die zich in een ladingtank of het leidingsysteem van een schip bevindt en daaruit niet met behulp van het nalenssysteem kan worden verwijderd, dan wel droge lading die zich in een laadruim van een schip bevindt en daaruit niet kan worden verwijderd met behulp van bezems of veegmachines, dan wel, indien de losstandaard vacuümschoon van toepassing is, met behulp van vacuümreinigers;

    • m. bezemschoon laadruim: een laadruim waaruit de restlading is verwijderd met behulp van bezems of veegmachines en waarin zich nog slechts ladingrestanten bevinden;

    • n. vacuümschoon laadruim: een laadruim waaruit de restlading is verwijderd met behulp van vacuümreinigers en waarin zich nog slechts ladingrestanten bevinden;

    • o. wassen: het verwijderen van ladingrestanten met behulp van stoom of water;

    • p. gewassen laadruim of ladingtank: een laadruim of ladingtank met aansluitend leidingsysteem, dat onderscheidenlijk die na het wassen in beginsel voor elke soort lading geschikt is;

    • q. waswater: afvalwater dat afkomstig is van het wassen van een laadruim dan wel een ladingtank of het leidingsysteem, dan wel een gangboord of andere licht vervuilde oppervlakte van een schip;

    • r. losverklaring: een verklaring als bedoeld in artikel 53, derde lid, dan wel een buiten Nederland opgestelde verklaring als bedoeld in artikel 6.03 van de Uitvoeringsregeling.

  • 4 Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. huisvuil: met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare organische en anorganische afvalstoffen, afkomstig uit het huishouden en van restaurants aan boord van een schip, met uitzondering van huishoudelijk afvalwater en zuiveringsslib;

    • b. huishoudelijk afvalwater: afvalwater afkomstig uit particuliere huishoudens;

    • c. bedrijfsafvalwater: afvalwater, niet zijnde huishoudelijk afvalwater;

    • d. zuiveringsslib: afvalstoffen die bij gebruik van een zuiveringsinstallatie aan boord van een schip ontstaan;

    • e. slops: verpompbare of niet verpompbaar mengsel van afvalstoffen die bij het in bedrijf zijn of het onderhoud van een schip aan boord ontstaan, bestaande uit roest, slib of afvalwater dat ladingrestanten bevat;

    • f. klein gevaarlijk afval: gevaarlijke afvalstoffen die bij het in bedrijf zijn of het onderhoud van een schip aan boord ontstaan, met uitzondering van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen, en de in de onderdelen a tot en met c genoemde afvalstoffen;

    • g. hotelschip: een passagiersschip met hutten voor de overnachting van passagiers;

    • h. ISO-norm: een door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie uitgegeven norm.

  • 5 Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

§ 1.2. Reikwijdtebepalingen

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met betrekking tot schepen die zich bevinden op de voor het openbare scheepvaartverkeer openstaande binnenwateren, daaronder begrepen de daarin aanwezige waterstaatswerken.

Artikel 3

In afwijking van artikel 2 is dit besluit niet van toepassing met betrekking tot:

  • a. zeeschepen die zich bevinden in zeehavens of op daarheen leidende zeetoegangswegen, met uitzondering van paragraaf 2.6, en

  • b. pleziervaartuigen als bedoeld in de Wet pleziervaartuigen, alsmede vaartuigen die uit hoofde van hun feitelijke bestemming plaatsgebonden zijn.

§ 1.3. Algemene verboden en verplichtingen

Artikel 4

Het is verboden scheepsafvalstoffen dan wel delen van de lading vanaf een schip in een oppervlaktewaterlichaam te brengen, behoudens voorzover elders in dit besluit anders is bepaald.

Artikel 5

Het verbod, bedoeld in artikel 4, is niet van toepassing ten aanzien van het in een oppervlaktewaterlichaam brengen van overslagresten, restlading, ladingrestanten dan wel afvalwater dat ladingrestanten bevat vanaf schepen die bestemd zijn voor andere diensten dan goederenvervoer.

Artikel 6

  • 1 Indien vanaf een schip scheepsafvalstoffen dan wel delen van de lading in een oppervlaktewaterlichaam geraken of dreigen te geraken, waarschuwt de schipper onverwijld de dichtstbijzijnde bevoegde autoriteit, tenzij het een geval betreft als bedoeld in artikel 4, laatste zinsnede, of artikel 5.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid geeft de schipper de plaats van het voorval alsmede de hoeveelheid en de aard van de afvalstoffen of de lading zo nauwkeurig mogelijk aan.

Artikel 7

Het is verboden scheepsafvalstoffen aan boord van een schip te verbranden.

Artikel 8

De exploitant van een schip dat niet onder het gezag van een schipper staat, neemt met betrekking tot dat schip de tot de schipper gerichte voorschriften van dit besluit in acht.

Hoofdstuk 2. Olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen

§ 2.1. Reikwijdtebepalingen

Artikel 9

Dit hoofdstuk is van toepassing met betrekking tot gemotoriseerde schepen, indien in een of meer van de motoren gasolie wordt verbruikt.

Artikel 10

Dit hoofdstuk, met uitzondering van paragraaf 2.6, is niet van toepassing met betrekking tot zeeschepen, ook voor zover die zich bevinden op andere wateren dan bedoeld in artikel 3, onder a.

§ 2.2. Verzameling en behandeling aan boord

Artikel 11

De schipper draagt er zorg voor dat bilgewater en overige olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen aan boord in de bilge van de machinekamer, onderscheidenlijk gescheiden in de daarvoor bestemde verzamelreservoirs, worden verzameld en bewaard.

Artikel 12

  • 1 De in artikel 11 bedoelde verzamelreservoirs worden aan boord zo aangebracht dat lekkage gemakkelijk en tijdig opgemerkt en gestopt kan worden.

  • 2 Voor de opslag van afgewerkte olie worden geen los aan dek staande verzamelreservoirs gebruikt.

Artikel 13

  • 1 Het is verboden reinigingsmiddelen die olie of vet oplossen dan wel emulgerend zijn in de bilge van de machinekamer dan wel in het bilgewater te doen geraken.

  • 2 Van het verbod, bedoeld in het eerste lid, zijn uitgezonderd reinigingsmiddelen die de verwerking van het bilgewater niet bemoeilijken.

  • 3 Bij regeling van Onze Ministers kunnen reinigingsmiddelen als bedoeld in het eerste of tweede lid worden aangewezen.

§ 2.3. Afgifte

Artikel 14

  • 1 De schipper draagt er zorg voor dat een geldig olie-afgifteboekje aan boord aanwezig is.

  • 2 Een olie-afgifteboekje wordt op aanvraag verstrekt door een dienst of instelling, aangewezen door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

  • 3 Het model van het olie-afgifteboekje wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

  • 4 Na verkrijging van een nieuw olie-afgifteboekje wordt het voorgaande olie-afgifteboekje ten minste zes maanden na de datum van de laatste daarin opgenomen vermelding van een afgifte aan boord bewaard.

Artikel 15

  • 1 De schipper biedt olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen tijdig aan bij een ontvangstvoorziening.

  • 2 De schipper legt bij een afgifte als bedoeld in het eerste lid het olie-afgifteboekje voor aan degene die de ontvangstvoorziening drijft of een door deze aangewezen persoon.

Artikel 16

Degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft, draagt er zorg voor dat de ingevolge artikel 15 aangeboden olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen worden ingenomen in die inrichting.

Artikel 17

Het in ontvangst nemen van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen wordt bevestigd door invulling en ondertekening van de eerste niet ingevulde bladzijde van het door de schipper ingevolge artikel 15 overgelegde olie-afgifteboekje.

Artikel 18

Nadat gevolg is gegeven aan artikel 17, ondertekent de schipper de desbetreffende bladzijde van het olie-afgifteboekje.

§ 2.4. Betaling van de afvalbeheersbijdrage

Artikel 19

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 20

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 21

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 2.5. Bunkerverklaring

Artikel 22

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 23

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 24

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 25

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 26

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 2.6. Rapportage door de leverancier

Artikel 27

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 28

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 28a

[Treedt in werking op 01-01-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 2.7. Uitvoering van besluiten van de conferentie

Artikel 29

Bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat worden regels gesteld ter uitvoering van besluiten van de conferentie krachtens artikel 14, derde lid, onderdeel d, van het verdrag.

Hoofdstuk 3. Afval van de lading

§ 3.1. Algemene bepalingen

Artikel 30

Dit hoofdstuk is van toepassing met betrekking tot het laden of lossen van een schip in het kader van goederenvervoer.

Artikel 31

In afwijking van artikel 30 is dit hoofdstuk niet van toepassing op het laden of het lossen van een schip, indien het lading betreft waarvan het vervoer aan boord van het schip geheel of gedeeltelijk over zee zalplaatsvinden, onderscheidenlijk heeft plaatsgevonden, tenzij het varen van dit schip over zee kennelijk ondergeschikt is aan het varen over binnenwateren.

Artikel 32

  • 1 Het is verboden een stof, preparaat of ander product, behorende tot een goederensoort die is vermeld in bijlage 2 in of op een schip te laden, tenzij degene die laadt het bepaalde in de artikelen 40, 41, eerste lid, en 61 in acht neemt.

  • 3 Het eerste lid, dan wel het tweede lid is niet van toepassing indien het laden, onderscheidenlijk het lossen, plaatsvindt in een overslaginrichting.

Artikel 33

Degene die een overslaginrichting drijft neemt met betrekking tot het laden of het lossen van een schip in die inrichting het bepaalde ten aanzien van laden, onderscheidenlijk lossen, in de artikelen 40 tot en met 43, 45 tot en met 51, 53, 57, 60 en 61 in acht.

Artikel 34

  • 1 Een verwijzing in dit hoofdstuk naar een kolom van de tabel heeft betrekking op de desbetreffende kolom van de tabel van bijlage 2.

  • 2 Een verwijzing in dit hoofdstuk naar een in een kolom van de tabel aangegeven losstandaard of bijzondere behandeling heeft mede betrekking op een desbetreffende voetnoot in kolom 6 dan wel onderaan in de tabel.

Artikel 35

Indien in een voetnoot die betrekking heeft op de aanduiding van een bijzondere behandeling in kolom 5 van de tabel een beperking wordt aangegeven tot gevallen waarin de desbetreffende goederensoort verontreinigd is, wordt er voor de toepassing van het in dit hoofdstuk bepaalde van uitgegaan dat de bedoelde verontreiniging aanwezig is, tenzij uit een vervoersdocument uitdrukkelijk het tegendeel blijkt.

§ 3.2. Beschikbaarstelling van een schip

Artikel 36

Een schip wordt door de exploitant voor vervoer van lading ter beschikking gesteld met bezemschone laadruimen dan wel nagelensde ladingtanks en vrij van overslagresten.

Artikel 37

Een schip wordt door de exploitant slechts voor vervoer van vloeibare lading ter beschikking gesteld indien het is uitgerust met een nalenssysteem dat voldoet aan het bepaalde in artikel 38.

Artikel 38

  • 1 Het nalenssysteem is vast op het schip geïnstalleerd.

  • 2 De walaansluiting van de laad- en losleiding, waarmee geladen of gelost wordt, is voorzien van een inrichting voor de afgifte van restlading overeenkomstig het in bijlage 1 opgenomen model 1.

  • 3 Het nalenssysteem is voor de ingebruikname met water als beproevingsmiddel beproefd, overeenkomstig artikel 39, door een onderzoeksbureau dat is toegelaten door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte dan wel van Zwitserland. Indien het systeem later is omgebouwd dan is voor de hernieuwde ingebruikname dezelfde beproeving uitgevoerd.

  • 4 Bij de beproeving van het nalenssysteem is geen hogere resthoeveelheid vastgesteld dan:

    • a. bij dubbelwandige schepen:

      • 1°. 5 liter gemiddeld per ladingtank of

      • 2°. 15 liter per leidingsysteem dan wel

    • b. bij enkelwandige schepen:

      • 1°. 20 liter gemiddeld per ladingtank of

      • 2°. 15 liter per leidingsysteem.

  • 5 Inzake de beproeving van het nalenssysteem is door het onderzoeksbureau een verklaring overeenkomstig het in bijlage 1 opgenomen model 2 vastgesteld. Deze verklaring wordt aan boord van het schip meegevoerd.

Artikel 39

  • 1 Voor de aanvang van de beproeving van het nalenssysteem zijn de ladingtanks en het bijbehorende leidingsysteem schoon. De ladingtanks kunnen zonder risico betreden worden.

  • 2 Tijdens de beproeving liggen slagzij en trim van het schip niet boven de normale operationele waarden.

  • 3 Tijdens de beproeving wordt een tegendruk bewerkstelligd van ten minste 3 bar ter plaatse van de inrichting voor de afgifte aan de losleiding.

  • 4 De beproeving houdt in:

    • a. het met water vullen van de ladingtank totdat de zuigmond in de ladingtank onder water staat;

    • b. het leegpompen en het met behulp van het nalenssysteem ledigen van de ladingtanks en de bijbehorende pijpleidingen;

    • c. het op de volgende plaatsen verzamelen van waterrestanten:

      • 1°. in de nabijheid van de zuigmond;

      • 2°. op de bodem van de ladingtank waarop water is achtergebleven;

      • 3°. op het laagste punt van de lospomp en

      • 4°. op alle laagste punten van de bijbehorende pijpleidingen tot aan de inrichting voor de afgifte.

  • 5 De hoeveelheid van het overeenkomstig punt 4, onder c, verzamelde water wordt nauwkeurig vastgesteld en in de verklaring van de beproeving van het nalenssysteem overeenkomstig het in bijlage 1 opgenomen model 2 vermeld.

  • 6 Het onderzoeksbureau legt alle voor de beproeving vereiste operationele handelingen in de verklaring van de beproeving vast. Deze verklaring bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. de trim van het schip tijdens de beproeving;

    • b. de slagzij van het schip tijdens de beproeving;

    • c. de volgorde waarin de ladingtanks gelost werden;

    • d. de tegendruk aan de inrichting voor de afgifte;

    • e. de resthoeveelheid per ladingtank;

    • f. de resthoeveelheid per pijpleidingsysteem;

    • g. de duur van het nalenzen en

    • h. een ingevuld ladingtankplan.

§ 3.3. Vermelding goederennummer

Artikel 40

Bij het laden worden in de vervoersdocumenten de naam en het viercijferige goederennummer van de goederensoort vermeld die in bijlage 2 voor de desbetreffende goederensoort zijn aangegeven.

§ 3.4. Verwijderen van overslagresten en nalossen

Artikel 41

  • 1 Bij het laden wordt het schip vrij van overslagresten gehouden. Zijn er toch overslagresten ontstaan, dan worden deze na het laden van het schip verwijderd en zo veel mogelijk toegevoegd aan de lading.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het lossen.

Artikel 42

  • 1 Aansluitend aan het lossen van droge lading van of uit een laadruim van een schip wordt de in het laadruim achtergebleven restlading verwijderd, zodanig dat de losstandaard bezemschoon wordt bereikt, en wordt het verpakkings- en stuwmateriaal verwijderd.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de restlading in verdergaande mate verwijderd, zodanig dat de losstandaard vacuümschoon wordt bereikt, indien het laadruim aansluitend zal worden gewassen en in de ingevolge de artikelen 45 tot en met 51 voor het waswater toe te passen kolom van de tabel de losstandaard vacuümschoon is aangegeven.

  • 3 De restlading wordt ingenomen en zo veel mogelijk toegevoegd aan de geloste lading.

Artikel 43

  • 1 Aansluitend aan het lossen van vloeibare lading uit een ladingtank van een schip wordt met behulp van een leiding die wordt aangesloten op het nalenssysteem van het schip de in de ladingtank achtergebleven restlading verwijderd, zodanig dat de losstandaard nagelensde ladingtank wordt bereikt.

  • 2 Aansluitend aan de toepassing van het eerste lid ten aanzien van alle ladingtanks van het schip wordt dat lid overeenkomstig toegepast ten aanzien van het leidingsysteem van het schip.

  • 3 Bij de toepassing van het eerste en tweede lid is de tegendruk van de walkant in de in het eerste lid bedoelde leiding niet hoger dan 3 bar.

  • 4 De restlading wordt ingenomen en zo veel mogelijk toegevoegd aan de geloste lading.

§ 3.5. Wasverplichting en voorschriften ten aanzien van afvalwater

Artikel 45

Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip lading wordt gelost, behorende tot een een goederensoort waarvoor in kolom 5 van de tabel een bijzondere behandeling is aangegeven, wordt

  • 1°. dat laadruim of die ladingtank gewassen en

  • 2°. afvalwater dat ladingrestanten bevat en zich na het wassen in dat laadruim of die ladingtank bevindt, ingenomen en wordt de aangegeven bijzondere behandeling toegepast,

tenzij de voor die bijzondere behandeling nodige voorzieningen niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost.

Artikel 46

Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip

  • a. lading wordt gelost, behorende tot een goederensoort waarvoor in kolom 5 van de tabel geen bijzondere behandeling is aangegeven dan wel waarvoor in kolom 5 van de tabel een bijzondere behandeling is aangegeven, doch de voorzieningen voor de toepassing daarvan niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost en

  • b. voor de desbetreffende goederensoort in kolom 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven,wordt

    • 1°. dat laadruim of die ladingtank gewassen en

    • 2°. afvalwater dat ladingrestanten bevat en zich na het wassen in dat laadruim of die ladingtank bevindt, ingenomen en op de bedrijfsriolering geloosd,

    tenzij de hiervoor nodige rioleringsvoorzieningen niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost.

Artikel 47

  • 1 Voor het wassen, bedoeld in artikel 45 of 46, kan de schipper een voorziening buiten de losplaats worden toegewezen, mits hem daarbij tevens, in afwijking van artikel 45, onderdeel 2°, onderscheidenlijk 46, onderdeel 2°, in overleg met de exploitant van het schip een ontvangstvoorziening wordt toegewezen voor het afgeven van het afvalwater dat zich na het wassen in het laadruim of de ladingtank en het leidingsysteem bevindt.

  • 2 De aangewezen ontvangstvoorziening is gelegen in de nabijheid van de losplaats of op de route van het schip.

Artikel 48

Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip

  • a. lading wordt gelost, behorende tot een goederensoort waarvoor in kolom 5 van de tabel geen bijzondere behandeling is aangegeven dan wel waarvoor in kolom 5 van de tabel een bijzondere behandeling is aangegeven, doch de voorzieningen voor de toepassing daarvan niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost;

  • b. voor de desbetreffende goederensoort in kolom 4 van de tabel geen losstandaard is aangegeven dan wel in kolom 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven, doch voorzieningen voor bedrijfsriolering niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost en

  • c. voor de desbetreffende goederensoort in kolom 3 van de tabel een losstandaard is aangegeven,

wordt afvalwater dat ladingrestanten bevat en zich na het lossen of het wassen in dat laadruim of die ladingtank bevindt, aldaar achtergelaten.

Artikel 49

  • 1 Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip lading wordt gelost en zich na het lossen of wassen afvalwater dat ladingrestanten bevat in dat laadruim of die ladingtank bevindt, doch de artikelen 45 tot en met 48 niet van toepassing zijn, wordt het afvalwater daar achtergelaten en de schipper in overleg met de exploitant van het schip een ontvangstvoorziening toegewezen voor het afgeven van dat afvalwater.

  • 2 De aangewezen ontvangstvoorziening is gelegen in de nabijheid van de losplaats of op de route van het schip.

Artikel 50

De artikelen 45 tot en met 49 zijn van overeenkomstige toepassing indien uit een laadruim stukgoederen dan wel verpakte ladinggoederen of op pallets vervoerde goederen worden gelost en als gevolg van beschadigingen of lekkages lading, behorende tot een goederensoort als bedoeld in die artikelen is vrijgekomen.

Artikel 51

  • 1 Indien zich in een laadruim of ladingtank na het lossen of wassen afvalwater bevindt dat ladingrestanten behorende tot verschillende goederensoorten bevat en voor een van die goederensoorten in kolom 5 van de tabel een bijzondere behandeling is aangegeven, wordt ten aanzien van dat afvalwater gehandeld zoals in artikel 45, 46, 47, 48 of 49 is voorgeschreven voor afvalwater dat ladingrestanten bevat van de laatstbedoelde goederensoort.

  • 2 Indien zich in een laadruim of ladingtank na het lossen of wassen afvalwater bevindt dat ladingrestanten behorende tot verschillende goederensoorten bevat, doch het eerste lid niet van toepassing is, maar wel voor een van die goederensoorten in kolom 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven, wordt ten aanzien van dat afvalwater gehandeld zoals in artikel 46, 47, 48 of 49 is voorgeschreven voor afvalwater dat ladingrestanten bevat van de laatstbedoelde goederensoort.

§ 3.6. Losverklaring; verlaten van de laad- of losplaats

Artikel 53

  • 1 In dit artikel en in de artikelen 54, 56, 57, 60, 66 en 68 wordt onder de losverklaring mede begrepen de aanvullende verklaring, bedoeld in het tweede lid.

  • 3 Aansluitend aan de toepassing van het bepaalde in de paragrafen 3.4 en 3.5 worden de toepasselijke rubrieken van een losverklaring, overeenkomstig het bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde model, in drievoud ingevuld en ondertekend.

  • 4 De losverklaring wordt na de toepassing van het eerste lid in drievoud voorgelegd aan de schipper dan wel, indien het schip niet onder gezag van een schipper staat, aan de exploitant van het schip.

  • 5 Aan het eerste en het tweede lid alsmede de artikelen 54, 56, 57, 66 en 68 kan in overeenstemming tussen degene die de losverklaring opstelt en de schipper dan wel, indien het schip niet onder gezag van een schipper staat, de exploitant van het schip en, indien toepassing moet worden gegeven aan paragraaf 3.9, degene die de ontvangstvoorziening drijft, langs elektronische weg uitvoering worden gegeven, mits voldaan wordt aan de bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangegeven waarborgen voor de echtheid van de losverklaring, met inbegrip van de ondertekening, en de controleerbaarheid van de losverklaring aan boord dan wel in de bedrijfsadministratie van de exploitant van het schip, alsmede in de bedrijfsadministratie van degene die de losverklaring heeft opgesteld.

Artikel 54

  • 1 De schipper vult de toepasselijke rubrieken van de hem overeenkomstig artikel 53, vierde lid, voorgelegde losverklaring in drievoud in en ondertekent deze.

  • 2 De schipper bezorgt na de ondertekening een exemplaar van de losverklaring terug aan degene die de losverklaring heeft opgesteld.

Artikel 55

  • 1 De schipper verlaat met het schip de laadplaats na het laden niet eerder dan nadat hij zich er van vergewist heeft, dat de overslagresten zijn verwijderd.

  • 2 De schipper verlaat met het schip de losplaats na het lossen niet eerder dan nadat:

    • a. hij zich er van vergewist heeft, dat

      • 1°. de overslagresten zijn verwijderd;

      • 2°. alle geloste laadruimen zijn nagelost of ladingtanks nagelensd;

      • 3°. voldaan is aan de wasverplichting indien die van toepassing is, dan wel hem daartoe overeenkomstig artikel 47 een voorziening is toegewezen en

      • 4°. indien artikel 45, 46 of 49 van toepassing of van overeenkomstige toepassing is, het afvalwater dat ladingrestanten bevat is ingenomen dan wel hem daartoe een ontvangstvoorziening is toegewezen, en

    • b. hij voldaan heeft aan het bepaalde in artikel 54.

Artikel 56

De schipper draagt er zorg voor dat de overeenkomstig artikel 53 ontvangen verklaringen het transport begeleiden.

Artikel 57

Het ingevolge artikel 54, tweede lid, terug ontvangen exemplaar van de losverklaring wordt in de bedrijfsadministratie bewaard.

§ 3.7. Eenheidstransporten

Artikel 58

  • 1 Indien een schip wordt ingezet ten behoeve van eenheidstransporten, draagt de schipper er zorg voor dat aan boord een verklaring aanwezig is van de opdrachtgever van de eenheidstransporten. De verklaring is gedagtekend en vermeldt ten minste

    • 1°. de naam van de opdrachtgever;

    • 2°. de naam en het registratienummer van het schip;

    • 3°. de in bijlage 2 gegeven omschrijving van de goederensoorten waartoe de te vervoeren lading behoort en de nummers daarvan;

    • 4°. of tussentijds nalossen dan wel nalenzen noodzakelijk is en

    • 5°. de datum van aanvang van de eenheidstransporten.

  • 2 Indien een schip dat niet onder het gezag van een schipper staat wordt ingezet ten behoeve van eenheidstransporten, draagt de exploitant van het schip er zorg voor dat een verklaring als bedoeld in het eerste lid aanwezig is in zijn administratie.

Artikel 59

Indien een lading wordt gelost van een schip dat blijkens een verklaring als bedoeld in artikel 58 wordt ingezet ten behoeve van eenheidstransporten, zijn met betrekking tot dat lossen niet van toepassing:

Artikel 60

Een afschrift of exemplaar van de in artikel 58 bedoelde verklaring wordt in de bedrijfsadministratie bewaard als bijlage bij het ingevolge artikel 54, tweede lid, terug ontvangen exemplaar van de losverklaring.

Artikel 61

Ingeval van eenheidstransporten wordt voor de aanvang van het laden overeenkomstige toepassing gegeven aan de artikelen 45 tot en met 51 ten aanzien van het regenwater en het buiswater dat na beëindiging van de voorafgaande lossing in het laadruim terecht is gekomen.

§ 3.8. Lozing van afvalwater

Artikel 62

  • 1 In afwijking van het verbod van artikel 4 kan afvalwater dat ladingrestanten bevat van een goederensoort waarvoor in kolom 3 van de tabel een losstandaard is aangegeven, in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht indien:

    • a. zodanig afvalwater ingevolge artikel 48 op of in het schip is achtergelaten;

    • b. de restlading overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.4 is verwijderd uit het laadruim of de ladingtank en het leidingsysteem en

    • c. een en ander blijkt uit een losverklaring die voldoet aan het bepaalde in paragraaf 3.6.

  • 2 In afwijking van het verbod van artikel 4 kan voorts in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht:

    • a. regenwater, buiswater of ballastwater dat, blijkens een losverklaring welke voldoet aan het bepaalde in paragraaf 3.6, afkomstig is uit een gewassen laadruim of ladingtank;

    • b. waswater dat afkomstig is van een bezemschone gangboord of van een andere licht verontreinigde oppervlakte van het schip of

    • c. afvalwater dat ladingrestanten bevat van een goederensoort waarvoor uitsluitend in kolom 3 van de tabel een losstandaard is aangegeven en dat, blijkens een losverklaring die voldoet aan het bepaalde in paragraaf 3.6, afkomstig is uit een laadruim of ladingtank waaruit de restlading is verwijderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.4.

Artikel 63

In afwijking van artikel 6 behoeft de dichtstbijzijnde bevoegde autoriteit niet te worden gewaarschuwd indien afvalwater dat ladingrestanten bevat van een goederensoort waarvoor in kolom 3 of 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven, in een oppervlaktewaterlichaam geraakt of dreigt te geraken.

§ 3.9. Transport, afgifte en ontvangst van afvalwater

Artikel 64

Indien afvalwater ingevolge het bepaalde in artikel 47, 49 of 61 moet worden afgegeven, brengt de schipper het afvalwater over naar de hem toegewezen ontvangstvoorziening en biedt het aldaar aan.

Artikel 65

De schipper draagt er zorg voor dat afvalwater dat ladingrestanten van een goederensoort bevat aan boord zo veel mogelijk gescheiden wordt gehouden van afvalwater dat ladingrestanten bevat van een andere goederensoort.

Artikel 66

Bij het afgeven van afvalwater dat ladingrestanten bevat aan een ontvangstvoorziening legt de schipper in tweevoud de door hem ondertekende losverklaring voor aan degene die de ontvangstvoorziening drijft of een door deze aangewezen persoon.

Artikel 67

Degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft, draagt er zorg voor dat afvalwater dat ingevolge artikel 64 wordt aangeboden, wordt ingenomen in die inrichting.

Artikel 68

  • 1 Het in ontvangst nemen van afvalwater dat ladingrestanten bevat wordt bevestigd door invulling en ondertekening van de daartoe bestemde rubrieken van de ingevolge artikel 66 voorgelegde losverklaring in tweevoud voorgelegde verklaringen. De ontvangstvoorziening bezorgt na ondertekening een exemplaar van de ondertekende losverklaring terug aan de schipper.

  • 2 De houder van de inrichting als bedoeld in artikel 67 bewaart een van de in het eerste lid bedoelde losverklaring in zijn administratie.

  • 3 De schipper bewaart de van de inrichting terugontvangen ondertekende losverklaring gedurende ten minste zes maanden aan boord.

  • 4 De exploitant van het schip bewaart de van de inrichting terugontvangen ondertekende losverklaring in zijn bedrijfsadministratie.

§ 3.10. Privaatrechtelijke bepalingen

Artikel 69

De vervoerder stelt een schip voor vervoer van lading aan de afzender ter beschikking met bezemschone laadruimen dan wel nagelensde ladingtanks en vrij van overslagresten.

Artikel 70

  • 1 De afzender is jegens de ontvanger en de vervoerder verplicht ter zake van het laden van een schip de in de artikelen 41, eerste lid, en 61 bedoelde maatregelen te treffen.

  • 2 De afzender is jegens de ontvanger en de vervoerder verplicht ter zake van het lossen van vloeibare lading van of uit een schip

    • a. de in de artikelen 41, tweede lid, en 43 bedoelde maatregelen te treffen;

    • b. de in de artikelen 45 tot en met 51 bedoelde maatregelen te treffen, voor zover het betreft de wasverplichting en het daarbij ontstane waswater, indien uit de laatst afgegeven losverklaring blijkt dat het laadruim, onderscheidenlijk de ladingtank, na vorige lossing gewassen is en

    • c. de kosten te dragen van inname van het onder b bedoelde waswater door een ontvangstvoorziening, alsmede voor wachttijden en omwegen die zijn ontstaan als gevolg van de toepassing van de onder a en b bedoelde maatregelen.

Artikel 71

De ontvanger is jegens de afzender en de vervoerder verplicht ter zake van het lossen van droge lading van of uit een schip:

  • a. de in de artikelen 41, tweede lid, en 42 bedoelde maatregelen te treffen;

  • b. de in de artikelen 45 tot en met 51 bedoelde maatregelen te treffen, voor zover het betreft de wasverplichting en het daarbij ontstane waswater, indien uit de laatst afgegeven losverklaring blijkt dat het laadruim, onderscheidenlijk de ladingtank, na vorige lossing gewassen is en

  • c. ten aanzien van regenwater of buiswater dat in het laadruim is geraakt na aanvang van het laden en voordat het lossen overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.4 is beëindigd, de in de artikelen 45, onder 2°, 46, onder 2°, en 48 tot en met 51 bedoelde maatregelen te treffen, tenzij overeengekomen was dat het vervoer afgedekt zou plaatsvinden, en

  • d. de kosten te dragen van inname van het onder b bedoelde waswater en het onder c bedoelde regenwater of buiswater door een ontvangstvoorziening, alsmede voor wachttijden en omwegen die zijn ontstaan als gevolg van de toepassing van de onder a, b en c bedoelde maatregelen;

  • e. de in artikel 53 bedoelde maatregel te treffen.

Artikel 72

Indien de afzender dan wel de ontvanger gebruik maakt van een overslaginstallatie, treedt de exploitant van die installatie voor de toepassing van artikel 70, eerste lid, en tweede lid, onder a en b, onderscheidenlijk artikel 71, onder a, b, c en e, in de plaats van de afzender, onderscheidenlijk de ontvanger, met dien verstande dat hij slechts verplicht is de kosten van de in die bepalingen bedoelde maatregelen te dragen voorzover het betreft de kosten van de toepassing van artikel 41.

Hoofdstuk 4. Overige scheepsafvalstoffen

§ 4.1. Verzameling aan boord, afgifte en ontvangst

Artikel 73

  • 1 De schipper draagt er zorg voor dat huisvuil, slops, zuiveringsslib en klein gevaarlijk afval aan boord naar categorie gescheiden worden gehouden en gescheiden worden aangeboden bij een ontvangstvoorziening.

  • 2 Huisvuil wordt, indien mogelijk, gescheiden naar de categorieën papier, glas, overige te hergebruiken stoffen en overig huisvuil afgegeven.

Artikel 74

In afwijking van het bepaalde in artikel 73 rust met betrekking tot een passagiersschip dat is uitgerust met een boordzuiveringsinstallatie voor afvalwater de verplichting tot aanbieden van het zuiveringsslib van die installatie bij een ontvangstvoorziening op de exploitant van dat schip.

Artikel 75

Degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft, draagt er zorg voor dat de ingevolge artikel 73 of 74 aangeboden afvalstoffen worden ingenomen in die inrichting en aldaar gescheiden worden gehouden.

§ 4.2. Uitzonderingen lozingsverbod en waarschuwingsplicht

Artikel 76

  • 1 In afwijking van het verbod, bedoeld in artikel 4, kan bedrijfsafvalwater uit keukens, eetruimten, wasruimten en bijkeukens, daaronder begrepen toiletwater, vanaf hotelschepen met meer dan 50 slaapplaatsen of vanaf andere passagiersschepen die toegelaten zijn voor het vervoer van meer dan 50 passagiers in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht, voorzover het afvalwater is behandeld in een zuiveringsinstallatie die voldoet aan het bepaalde in het tweede lid.

  • 2 Een zuiveringsinstallatie als bedoeld in het eerste lid:

    • a. behoort tot een type waarvoor bij de typekeuring ten aanzien van een parameter die is vermeld in tabel 1 van bijlage 3, overeenkomstig de aldaar vermelde ISO-norm, is vastgesteld dat de voor die parameter in die tabel vermelde concentratiewaarde niet wordt overschreden;

    • b. functioneert zodanig dat bij een steekproef ten aanzien van een parameter die is vermeld in tabel 2 van bijlage 3, overeenkomstig de aldaar vermelde ISO-norm, wordt vastgesteld dat de in die tabel voor die parameter vermelde concentratiewaarde niet wordt overschreden;

    • c. werkt niet volgens een mechanisch-chemische methode waarbij gebruik wordt gemaakt van chloorhoudende middelen en

    • d. omvat toereikende voorzieningen voor de opslag en het koelen van het zuiveringsslib.

Artikel 77

In afwijking van het verbod, bedoeld in artikel 4, kan huishoudelijk afvalwater dan wel bedrijfsafvalwater uit keukens, eetruimten, wasruimten en bijkeukens, daaronder begrepen toiletwater, in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht vanaf andere dan de in artikel 76, eerste lid, bedoelde schepen.

Hoofdstuk 5. Het nationaal instituut

§ 5.1. Organisatorische taak

Artikel 78

Het nationaal instituut organiseert een doelmatig en doeltreffend beheer van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens dit besluit.

Artikel 79

Het nationaal instituut geeft op zodanige wijze uitvoering aan het bepaalde in artikel 78 dat:

  • a. een voldoende dicht net van ontvangstvoorzieningen, met voldoende capaciteit voor de inzameling van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen op de voet van onderdeel b, beschikbaar is langs de Nederlandse vaarwegen, alsmede voorzieningen met voldoende capaciteit voor het beheer van op die voet ingezamelde afvalstoffen beschikbaar zijn;

  • b. indien olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen overeenkomstig artikel 15 worden aangeboden bij een ontvangstvoorziening als bedoeld onder a, die afvalstoffen aldaar in ontvangst worden genomen zonder dat daarbij kosten of vergoedingen in rekening worden gebracht aan de eigenaar of de exploitant van het schip, dan wel de schipper.

Artikel 80

  • 1 Het nationaal instituut houdt een overzicht bij van adressen en verdere bereikbaarheidsgegevens van de in artikel 79 bedoelde ontvangstvoorzieningen.

  • 2 Het nationaal instituut verstrekt ter gelegenheid van de verstrekking van een olie-afgifteboekje als bedoeld in artikel 14 een exemplaar van het overzicht aan de betrokkene.

  • 3 Het nationaal instituut geeft aan belanghebbenden in de bedrijfstak van de scheepvaart kennis van wijzigingen van het overzicht in daartoe geschikte dag- of nieuwsbladen.

  • 4 Het nationaal instituut zendt een exemplaar van het overzicht en elke wijziging daarvan toe aan het internationaal orgaan.

  • 5 Het nationaal instituut geeft op andere daartoe geschikte wijzen voorlichting over het beheer van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen aan belanghebbenden in de bedrijfstak van de scheepvaart.

§ 5.3. Vertegenwoordiging in het internationaal orgaan

Artikel 85

Het nationaal instituut wijst twee vertegenwoordigers in het internationaal orgaan aan, waarvan één afkomstig is uit de bedrijfstak van de binnenvaart.

Artikel 86

Het nationaal instituut draagt er zorg voor dat de ingevolge artikel 85 aangewezen vertegenwoordigers deelnemen aan de werkzaamheden van het internationaal orgaan in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 10 van het verdrag en artikel 4.01 van de Uitvoeringsregeling.

§ 5.4. Verdere bepalingen

Artikel 87

  • 1 Het nationaal instituut houdt een administratie bij ten aanzien van hetgeen door dat instituut wordt verricht ter uitvoering van dit besluit.

  • 2 Het nationaal instituut draagt er zorg voor dat een sluitende registratie van het in artikel 78 bedoelde beheer beschikbaar is, welke het nationaal instituut in staat stelt te voldoen aan zijn verplichtingen ingevolge dit besluit.

Artikel 88

  • 1 Het nationaal instituut stelt jaarlijks voor 1 juli een rapport op over de uitvoering van zijn taken in het afgelopen kalenderjaar en de vooruitzichten ter zake voor de eerstkomende 5 kalenderjaren.

  • 2 Het nationaal instituut brengt het rapport ter kennis van Onze Ministers en het internationaal orgaan.

Artikel 89

Het nationaal instituut neemt bij de uitvoering van zijn taken het gestelde in het afvalbeheersplan, bedoeld in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer, in acht.

Artikel 90

  • 1 Het nationaal instituut neemt bij de uitvoering van zijn taken een door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gegeven aanwijzing in acht.

  • 2 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan worden vastgesteld ten behoeve van een doelmatige en doeltreffende uitvoering van het verdrag.

Artikel 92

Onze Ministers verschaffen, onverminderd het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht, aan het nationaal instituut de nodige gegevens en inlichtingen ten behoeve van de uitvoering van de taken door dat instituut.

§ 5.5. Subsidiebepalingen

Artikel 93

De subsidie-ontvanger is verplicht de taken van het nationaal instituut uit te voeren overeenkomstig het bepaalde in dit besluit.

Artikel 95

Hoofdstuk 6. Verdere bepalingen, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 96

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Wet verontreiniging oppervlaktewateren.]

Artikel 97

In afwijking van het verbod, bedoeld in artikel 4, en van artikel 46 kan tot het tijdstip liggende vijf jaar na het in artikel 101, eerste lid, bedoelde tijdstip, dan wel een eerder bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, afvalwater dat ingevolge artikel 46 in de bedrijfsriolering gebracht zou moeten worden, in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht, indien ten minste de losstandaard bezemschoon is bewerkstelligd voor het desbetreffende laadruim.

Artikel 98

In afwijking van het bepaalde in artikel 42 is tot het tijdstip liggende vijf jaar na het in artikel 101, eerste lid, bedoelde tijdstip, dan wel een eerder bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, toegelaten dat in gevallen waarin ingevolge artikel 42 bij het nalossen de losstandaard vacuümschoon zou moeten worden bereikt, de losstandaard bezemschoon wordt bereikt.

Artikel 99

  • 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 37 is het tot het tijdstip liggende vijf jaar na het in artikel 101, eerste lid, bedoelde tijdstip, dan wel een eerder bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, toegelaten een schip voor vervoer van vloeibare lading ter beschikking te stellen dat niet beschikt over een nalenssysteem als bedoeld in artikel 37.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in artikel 43 is het tot het tijdstip liggende vijf jaar na het in artikel 101, eerste lid, bedoelde tijdstip, dan wel een eerder bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, verplicht de in de ladingtank en het leidingsysteem aanwezige restlading zo veel mogelijk te verwijderen met behulp van de daarvoor beschikbare voorzieningen.

Artikel 100

In afwijking van het verbod, bedoeld in artikel 4, kan tot een door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat te bepalen tijdstip bedrijfsafvalwater uit keukens, eetruimten, wasruimten en bijkeukens, daaronder begrepen toiletwater, vanaf hotelschepen met meer dan 50 slaapplaatsen, onderscheidenlijk vanaf andere passagiersschepen die toegelaten zijn voor het vervoer van meer dan 50 passagiers, in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht.

Artikel 101

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 102

Dit besluit wordt aangehaald als: Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de achtste februari 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage 1. behorende bij de artikelen 38 en 39 van het Scheepsafvalstoffenbesluit rijn- en binnenvaart

Modellen met betrekking tot het nalenssysteem

Model 1. Inrichting voor de afgifte van restlading

[Red: Raadpleeg voor de afbeelding het gedrukte Staatsblad 2001/48.]

1. Aansluiting voor de afgifte van resthoeveelheden

Aansluiting conform CEFIC.

2. Aansluiting voor de walinstallatie om de resthoeveelheden door middel van gas aan land te persen.

Aansluiting conform CEFIC.

Model 2. Verklaring inzake de beproeving van het nalenssysteem

Toegelaten onderzoeksbureau/Naam

:

     

Adres

:

     

1.

Naam van het schip

:

     

2.

Officieel scheepsnummer

:

     

3.

Tankschip van het type

:

     

4.

Certificaat van Goedkeuring nr.

:

     

5.

Datum van de beproeving

:

     

6.

Plaats van de beproeving

:

     

7.

Aantal ladingtanks

:

     

8.

Tijdens de beproeving zijn de volgende resthoeveelheden gemeten:

Ladingtank 1:

 

liter

Ladingtank 2:

 

liter

             

Ladingtank 3:

 

liter

Ladingtank 4:

 

liter

             

Ladingtank 5:

 

liter

Ladingtank 6:

 

liter

             

Ladingtank 7:

 

liter

Ladingtank 8:

 

liter

             

Ladingtank 9:

 

liter

Ladingtank 10:

 

liter

             

Ladingtank 11:

 

liter

Ladingtank 12:

 

liter

Gemiddelde per ladingtank: liter

   

Pijpleidingsysteem 1: liter

   

Pijpleidingsysteem 2: liter

   

9.

Tijdens de beproeving was de tegendruk aan de inrichting voor de afgifte: ..... kPa

   

10.

De ladingtanks werden in de volgende volgorde gelost:

   

Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank .....,

   

Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank ....., Ladingtank .....,

   

11.

De trim van het schip tijdens de beproeving was ........... m, en de slagzij was .......... m naar stuurboord/bakboord.

   

12.

Het totale nalenzen duurde .......uren.

   

Stempel

   

(datum)(Naam en handtekening van degene die het onderzoek heeft verricht)

Bijlage 2. behorende bij de artikelen 40, 42, tweede lid, 47, 48, onderdelen a, b en c, 51, eerste en tweede lid, 62, eerste lid, en tweede lid, onderdeel c, en 63 van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart

Losstandaarden alsmede bijzondere behandelwijzen met betrekking tot afvalwater dat ladingrestanten bevat

De kolommen van de tabel hebben de volgende betekenis:

1. Kolom 1 vermeldt het viercijferige goederennummer per goederensoort als bedoeld in artikel 40, zoals dat is vervat in de nummering van de NSTR (goederennomenclatuur voor de vervoerstatistiek).

2. Kolom 2 vermeldt de naam van elke goederensoort als bedoeld in artikel 40, zoals die is vervat in de indeling van goederencategorieën van de NSTR.

3. Kolom 3 geeft een losstandaard aan als bedoeld in de artikelen 42, tweede lid, 48, onderdeel c, 62, eerste lid, en tweede lid, onderdeel c, en 63, te weten:

A: bezemschoon laadruim of nagelensde ladingtank

of

B: vacuümschoon laadruim.

4. Kolom 4 geeft een losstandaard aan als bedoeld in de artikelen 42, tweede lid, 47, 48, onderdeel b, 51, tweede lid, en 63, te weten:

A: bezemschoon laadruim of nagelensde ladingtank

of

B: vacuümschoon laadruim.

5. Kolom 5 geeft een bijzondere behandeling, aangeduid met S, aan als bedoeld in de artikelen 45, 46, onderdeel a, 48, onderdeel a, en 51, eerste lid. De behandelwijze van het afvalwater hangt af van de aard van de soort lading, bijvoorbeeld over de opgeslagen lading spuiten, dan wel behandeling in een zuiveringsinstallatie of verwerking in een installatie voor afvalwater. In een aantal gevallen is de behandelwijze gespecificeerd in een voetnoot.

6. Kolom 6 bevat verwijzingen naar opmerkingen in de voetnoten.

1

2

3

4

5

6

lozing in de vaarweg

Inname dan wel afgifte aan ontvangstvoorziening t.b.v.:

Opm.

goederennummer

goederensoort

lozen op het riool

bijz. behandeling

0

LAND- EN BOSBOUWPRODUCTEN EN SOORTGELIJKE PRODUCTEN (inclusief levende dieren)

       
           

00

LEVENDE DIEREN

       
           

001

Levende dieren (excl. vissen)

       

0010

Levende dieren (excl. vissen)

A

           

01

GRANEN

       

0110

Granen

A

A

           

012

Gerst

       

0120

Gerst

A

A

           

013

Rogge

       

0130

Rogge

A

A

           

014

Haver

       

0140

Haver

A

A

           

015

Maïs

       

0150

Maïs

A

A

           

019

Overige granen

       

0190

Boekweit, gierst, granen niet nader gespecificeerd, granenmengsels

A

A

           

02

AARDAPPELEN

       
         

020

Aardappelen

       

0200

Aardappelen

A

A

           

03

VERS FRUIT, VERSE EN BEVROREN GROENTEN

       
         

031

Citrusvruchten

       

0310

Citrusvruchten

A

A

           

035

Overig vers fruit

       

0350

Vruchten en fruit, vers

A

A

           

039

Verse en bevroren groenten

       

0390

Groenten, vers of bevroren

A

A

           

04

TEXTIELGRONDSTOFFEN EN -AFVAL

       
         

041

Wol en ander dierlijk haar

       

0410

Wol en ander dierlijk haar

A

A

           

042

Katoen

       

0421

Katoen, katoenvezels

A

A

0422

Katoenafval

A

A

           

043

Kunstmatige en synthetische textielvezels

       

0430

Kunstmatige en synthetische textielvezels, bv. chemievezels, celwol

A

A

           

045

Andere plantaardige textielvezels, zijde

       

0451

Vlas, hennep, jute, sisal, ongesponnen vlas

A

A

0452

Afval van vezels

A

A

0453

Zijde

A

A

0459

Niet nader gespecificeerde vezels

A

A

           

049

Lompen en afval van textiel

       

0490

Lompen, poetskatoen, textielafval

A

A

05

HOUT EN KURK

       
         

051

Papier- en ander vezelig hout

       

0511

Vezelig hout, papierhout

A

A

0512

Hout voor destillatie

A

A

           

052

Mijnhout

       

0520

Mijnhout

A

A

1)

           

055

Ander rondhout

       

0550

Rondhout, stamhout

A

A

1)

           

056

Dwarsbalken en ander bewerkt hout (uitgezonderd mijnhout)

       

0560

Balken, hout voor vloeren, voor parket, planken, daksparren, masten, palen, stangen, kanthout, latten, parketplanken, bestekhout, dwarsbalken

A, B

A, B

 

2)

           

057

Brandhout, houtskool, kurk, hout-en kurkafval

       

0571

Brandhout, houtafval, houtspaanders, schaaldelen, houtsplinters

A, B

A, B

2)

0572

Rijshout

A

A

0573

Houtskool, briketten

A

A

0574

Kurk, onbewerkt, kurkafval, kurkschorsafval

A

A

           

06

SUIKERBIETEN

       
         

060

Suikerbieten

       

0600

Suikerbieten

A

A

           

09

ANDERE PLANTAARDIGE, DIERLIJKE EN SOORTGELIJKE GRONDSTOFFEN

       
         

091

Ruwe huiden en vellen

       

0911

Huiden en vellen, ruw

A

S

0912

Lederafval, ledermeel

B

A

           

092

Natuurlijk en synthetisch rubber, ruw en geregenereerd

       

0921

Gutta percha, ruw, rubber, natuurlijk of synthetisch, rubbermelk, latex

B

A

0922

Rubberregeneraat

B

A

0923

Rubberafval, rubberproducten, oud, versleten

B

A

           

099

Andere plantaardige en dierlijke grondstoffen, niet zijnde voedingsstoffen (uitgezonderd celstof en oud papier)

       

0991

Plantaardige grondstoffen zoals bamboe, bast, alfagras, verfhout, hars, kopal, kussenvulling, schors voor het kleuren, voor het looien; zaaisel, zaden, zaadgoed niet nader gespecificeerd;

A

A

S

3)

riet, zeewier

       

0992

Dierlijke grondstoffen, bijv. bloedkoek,-meel, veren, beendermeel

B

A

0993

Afval van plantaardige en dierlijke grondstoffen

A, B

A

13)

1

2

3

4

5

6

lozing in de vaarweg

Afgifte aan ontvangstvoorziening t.b.v.:

Opm.

goederennummer

goederensoort

lozen op het riool

bijz. behandeling

1

ANDERE LEVENSMIDDELEN EN VOEDERMIDDELEN

       
         

11

SUIKER

       

111

Ongeraffineerde suiker

       

1110

Ongeraffineerde suiker (rietsuiker, beetwortelsuiker)

B

A

112

Geraffineerde suiker

       

1120

Suiker, geraffineerd, kandijsuiker

B

A

113

Melasse

       

1130

Melasse

B

A

           

12

DRANKEN

       

121

Wijn en druivenmost

       

1210

Wijn en druivenmost

A

A

           

122

Bier

       

1220

Bier

A

A

           

125

Overige alcoholische dranken

       

1250

Alcoholische dranken zoals brandewijn, ongedenatureerd, vruchtenwijn, most, spiritualiën

A

A

           

128

Non-alcoholische dranken

       

1281

Non-alcoholische dranken, bijv. limonade, mineraalwater

A

A

   

1282

Water, natuurlijk, niet nader gespecificeerd

A

A

   
           

13

GENOTMIDDELEN EN BEREIDE VOEDINGSMIDDELEN, NIET NADER GESPECIFICEERD

       

131

Koffie

       

1310

Koffie

A

A

   
           

132

Cacao en cacaoproducten

       

1320

Cacao en cacaoproducten

A

A

   
           

133

Thee en kruiden

       

1330

Thee en kruiden

A

A

   
           

134

Ruwe tabak en tabaksproducten

       

1340

Ruwe tabak, tabak, tabakswaren

A

A

   
           

136

Zoet-, suiker- en soortgelijke waren, honing

       

1360

Dextrose, fructose, glucose, moutsuiker, siroop, druivensuiker, suikerwaren, honing, kunsthoning

A

A

   
           

139

Bereide producten, niet nader gespecificeerd

       

1390

Azijn, gist, koffievervangingsmiddel, geconcentreerde soep, bereide voedingsmiddelen, niet nader gespecificeerd

A

A

   
           

14

VLEES, VIS, VLEES-EN VISWAREN, EIEREN, MELK EN MELKPRODUCTEN, SPIJSVET

       

141

Vlees, vers of bevroren

       

1410

Vlees, vers of bevroren

A

A

   
           

142

Vis, schaal-en weekdieren, vers, bevroren, gedroogd, gezouten en gerookt

       

1420

Vis, visproducten

A

A

   
           

143

Verse melk en room

       

1430

Karnemelk, yoghurt, kefir, taptemelk, melkproducten, wei, room (slagroom)

A

A

   
           

144

Andere melkproducten

       

1441

Boter, kaas, kaasbereidingen

A

A

   

1442

Melk, gecondenseerd

A

A

   

1449

Melkproducten, niet nader gespecificeerd

A

A

145

Margarine en andere spijsvetten

       

1450

Margarine, spijsvetten, spijsoliën

A

A

   
           

146

Eieren

       

1460

Eieren, eipulver

A

A

   
           

147

Vlees, gedroogd, gezouten, gerookt, vleesconserven en andere vleeswaren

       

1470

Vleeswaren

A

A

   
           

148

Vis- en weekdierproducten van allerlei aard

       

1480

Vismarinaden,-conserven, -salades; vis- en weekdierproducten, niet nader gespecificeerd

A

A

   
           

16

GRAAN-, FRUIT- EN GROENTENPRODUCTEN, HOP

       
         

161

Meel, gries en grutten uit granen

       

1610

Tarwemeel, graanmeel, graanmeelmengsels, gries, grutten, sojameel

B

A

   
           

162

Mout

       

1620

Mout, moutextract

A

A

   
           

163

Andere graanproducten (incl. bakproducten)

       

1631

Bakproducten, deegwaren van allerlei aard

A

A

   

1632

Graanvlokken, gerst, graanproducten, niet nader gespecificeerd

A

A

   
           

164

Gedroogd fruit, fruitkonserven en andere fruitproducten

       

1640

Fruit, gedroogd, fruitkonserven, fruitsappen, confitures, marmelade, fruitproducten, niet nader gespecificeerd

A

A

   
           

165

Gedroogde peulvruchten

       

1650

Peulvruchten, gedroogd

A

A

   
           

166

Gedroogde groenten, groentenkonserven en andere groentenproducten

       

1661

Groenten, gedroogd, groentenkonserven, groentensappen

A

A

   

1662

Groentenproducten, niet nader gespecificeerd, zoals bijv. aardappelmeel, sago, tapiocameel

B

A

   
           

167

Hop

       

1670

Hop

A

A

   
           

17

VEEVOER

       
         

171

Stro en hooi

       

1711

Hooi,-haksel, stro,-haksel

A

A

1712

Grasmeel, klavermeel, lucernemeel, ook gepelletiseerd

B

A

   
           

172

Veekoeken en andere residuen van plantaardige oliën

       

1720

Schilfers, extractiemiddel en -schroot, perskoeken, ook gepelletiseerd

A

   
           

179

Overig veevoeder (incl. voedingsmiddelresten)

       

1791

Voeder, mineraal, bijv. calciumfosfaat, kalkmengsel

S

1792

Voeder, plantaardig, bijv. voedervruchten, voedermelasse, voederwortelen, graanvoedermeel, gluten, aardappelpulp, -snippers, zemelen,maniokwortelen, ander afval en resten van de voedingsmiddelindustrie, ook gepelletiseerd

A, B

S

14), 16)

1793

Voeder, dierlijk, bijv. vismeel, garnalen, mosselschalen, ook gepelletiseerd

S

1794

Suikerbietensnippers, na extractie van suikers en droog, ook gepelletiseerd

A

S

1799

Voedertoevoegingen, niet nader gespecificeerd, ook gepelletiseerd

S

           

18

OLIEZADEN, OLIEHOUDENDE VRUCHTEN, PLANTAARDIGE EN DIERLIJKE OLIEN EN VETTEN (uitgezonderd spijsvetten)

       
         

181

Oliezaden en oliehoudende vruchten

       

1811

Katoenzaad, aardnoten, kopra, palmkern, koolzaad, sojabonen, zonnebloemzaad, oliehoudende vruchten, -zaden, niet nader gespecificeerd

A

1812

Oliehoudende vruchten, -zaden voor gebruik als erkend zaadgoed

A

1813

Meel van oliehoudende vruchten

B

           

182

Plantaardige en dierlijke oliën en vetten (uitgezonderd spijsvetten)

       

1821

Oliën en vetten plantaardig, bijv. aardnootolie, palmkernolie, sojaolie, zonnebloemolie, talg

A

1822

Oliën en vetten, dierlijk, bijv. van vissen en zeedieren, traan

A

1823

Industriële plantaardige en dierlijke oliën en vetten, bijv. vetzuren, vernis, oliezuren (oléines), palmitinezuur, stearine, stearinezuur

A

Opmerkingen:

14) Meel: B

16) Afval: S

1

2

3

4

5

6

lozing in de vaarweg

Inname dan wel afgifte aan ontvangstvoorziening t.b.v.:

Opm.

goederennummer

goederensoort

lozen op het riool

bijz. behandeling

2

VASTE MINERALE BRANDSTOFFEN

       
         

21

STEENKOOL EN STEENKOOLBRIKETTEN

       
         

211

Steenkool

       

2110

Antraciet, fijne mijnstoffen, vette steenkool, vlamkool, gaskool, magere kolen; steenkool niet nader gespecificeerd

A

S

4)

           

213

Steenkoolbriketten

       

2130

Antracietbriketten, steenkoolbriketten

A

S

4)

           

22

BRUINKOOL; BRUINKOOLBRIKETTEN EN TURF

       
         

221

Bruinkool

       

2210

Bruinkool, pekkool

A

S

4)

           

223

Bruinkoolbriketten

       

2230

Bruinkoolbriketten

A

S

4)

           

224

Turf

       

2240

Turf voor verwarming, turf voor bemesting, turfbriketten, turfstro, turf, niet nader gespecificeerd

A

S

4)

           

23

COKES VAN STEENKOOL EN BRUINKOOL

       
         

231

Cokes van steenkool

       

2310

Cokes van steenkool, cokes voor gas, cokes voor de gieterij (carbon-cokes), cokesbriketten, smeulcokes

A

S

4)

233

Cokes van bruinkool

       

2330

Cokes van bruinkool, bruinkoolcokesbriketten, bruinkoolsmeulcokes

A

S

4)

1

2

3

4

5

6

lozing in de vaarweg

Afgifte aan ontvangstinrichting t.b.v.:

Opm.

goederennummer

goederensoort

lozen op het riool

bijz. behandeling

3

AARDOLIE, MINERALE OLIE, -PRODUKTEN, GASSEN

       
         

31

RUWE AARDOLIE, MINERALE OLIE

       
         

310

Ruwe aardolie, minerale olie

       

3100

Aardolie, ruw, minerale olie, ruw (ruwe nafta)

S

           

32

BRANDSTOFFEN EN STOOKOLIE

       
         

321

Benzine o.a. lichte oliën

       

3211

Benzine, benzine-benzolmengsel

S

 

3212

Lichte minerale olie, nafta, carburateurolie, niet nader gespecificeerd

S

 
           

323

Petroleum, brandstof voor turbines

       

3231

Petroleum, huisbrandpetroleum, lamppetroleum

S

 

3232

Kerosine, brandstof voor turbines, brandstof voor straalmotoren

S

 
           

325

Gasolie, dieselolie en lichte verwarmingsolie

       

3251

Dieselbrandstof, dieselolie, gasolie

S

 

3252

Huisbrandolie, licht, extra licht

S

 
           

327

Zware verwarmingsolie

       

3270

Huisbrandolie, middel, middelzwaar, zwaar

S

 
           

33

NATUURLIJKE-, GERAFFINEERDE EN AANVERWANTE GASSEN

       
         

330

Natuurlijke-, geraffineerde en aanverwante gassen

       

3301

Butadieen

S

 

3302

Acethyleen, cyclohexaan, gasvormige koolwaterstoffen, methaan, overige natuurlijke gassen

S

 

3303

Ethyleen, butaan, buthyleen, isobutaan, isobuthyleen, koolwaterstofmengsels, propaan, propaan-butaanmengsel, propyleen, raffinaderijgas, niet nader gespecificeerd

S

           

34

MINERALE OLIEPRODUCTEN NIET NADER GESPECIFICEERD

       
         

341

smeerolie en vetten

       

3411

Minerale smeerolie, motorolie, smeervet

S

 

3412

Afgewerkte oliën

S

           

343

Bitumen en bitumineuze mengsels

       

3430

Bitumen, bitumenemulsies,-oplossingen, bitumenkleefmassa, koudteer, koudasfalt, pekemulsies (koude bitumen), pekoplossingen, teeremulsies, teeroplossingen, bitumineuse mengsels, niet nader gespecificeerd

S

           

349

Minerale olieproducten, niet nader gespecificeerd

       

3491

Acethyleencokes, petroleumcokes

S

4)

3492

Zwarte Carbon olie, paraffinegatsch, pyrolyse-olie,-residuen (Pyrotar), zware olie, niet voor verwarming

S

3493

Paraffine, transformatorolie, was, minerale olieproducten, niet nader gespecificeerd

S

1

2

3

4

5

6

lozing in de vaarweg

Inname dan wel afgifte aan ontvangstvoorziening t.b.v.:

Opm.

goederennummer

goederensoort

lozen op het riool

bijz. behandeling

4

ERTSEN EN METAALAFVAL

       
         

41

IJZERERTS (uitgezonderd geroosterd ijzerkies)

       
         

410

IJzererts en -concentraten (uitgezonderd geroosterd ijzerkies)

       

4101

IJzererts, hematietconcentraten, zodenerts, ijzersteen

A

A

S

4), 5)

4102

Afval en halfproducten die tijdens de voorbereiding van ertsen voor de metaalwinning onstaan zijn

A

A

S

4), 5)

           

45

NON-FERROMETALEN,-AFVAL EN SCHROOT

       
         

451

Non-ferrometalen, -residuen,-assen en -schroot

       

4511

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van aluminium en -legeringen

A, B

A, B

S

5), 15)

4512

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van lood en -legeringen

B

B

S

5)

4513

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van koper en -legeringen (messing)

A, B

A, B

S

5), 15)

4514

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van zink en -legeringen

A, B

A, B

S

5), 15)

4515

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van tin en -legeringen

A, B

A, B

S

4), 5)

4516

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van vanadium en -legeringen

A, B

A, B

S

4), 5)

4517

Afval, assen, residuen, slakken en schroot van non-ferrometalen en non-ferrolegeringen, niet nader gespecificeerd

B

B

S

5)

4518

Residuen van non-ferrometalen

B

B

S

5)

           

452

Kopererts en -concentraten

       

4520

Kopererts, -concentraten

S

4)

           

453

Bauxiet, aluminiumerts- en concentraten

       

4530

Bauxiet, aluminiumerts, -concentraten

B

S

4)

           

455

Mangaanerts en-concentraten

       

4550

Mangaanerts, natuurlijk, lepidoliet-erts, mangaancarbonaat, naturlijk, mangaandioxide, natuurlijk, mangaanerts, -concentraten

B

A

S

4)

           

459

Andere non-ferrometalen en concentraten

       

4591

Looderts, -concentraten

S

4)

4592

Chroomerts, -concentraten

S

4)

4593

Zinkerts (Galmei), -concentraten

S

4)

4599

Non-ferrometalen, -concentraten, niet nader gespecificeerd, bijv. titaanijzererts, kobalt, monaziet, nikkelerts, rutil (titaanerts), tinerts, zirkonerts, -zand

S

4)

46

IJZER- EN STAALAFVAL EN -SCHROOT, GEROOSTERD IJZERKIES

       
         

462

IJzer- en staalschroot voor metaalverwerking

       

4621

Afval, vijlsel, schroot, voor metaalverwerking bijv. van ijzer-en staalplaten/blikken, platina, vormstaal

S

4)

4622

Overig ijzer-en staalschroot, voor metaalbewerking, bijv. assen, oud blik, autowrakken, ijzer, oud, versleten, ijzerresten afkomstig van sloopwerkzaamheden, gietijzerafval, -stukken, restblokken, spoorstukken, bielsen

S

4)

4623

IJzerpellets voor metaalverwerking

A

A

S

4)

           

463

IJzer- en staalschroot niet voor metaalverwerking

       

4631

Afval, afvalstukken van ijzer-en staalblik, -platen, platina, vormstaal, afvalijzervijlsel, pletterijafval, geen van allen voor metaalverwerking

S

4)

4632

IJzer- en staalschroot, niet voor metaalverwerking bijv. assen, ijzer- en staalmassa, rijwielbanden, wielen, rails, bielsen, staalstukken uit sloopwerkzaamheden, golfstaal

S

4)

           

465

IJzerslakken en -assen voor de metaalverwerking

       

4650

Hamerslag, walsslakken, walssintels, ijzerslakken, niet nader gespecificeerd

S

           

466

Hoogovenstof

       

4660

Vliegstof, hoogovenstof

S

           

467

Geroosterd ijzerkies

       

4670

IJzerpyriet, geroosterd, pyrietresiduen, ijzerkies, geroosterd, ijzerkiesresiduen

S

           

5

IJZER, STAAL EN NON-FERROMETALEN (INCLUSIEF HALFFABRIKATEN)

       
           

51

GIETIJZER, METAALLEGERINGEN, RUW STAAL

       
           

512

Gietijzer, spiegelijzer en koolstofrijk ferromangaan

       

5121

Gietijzer in vormen, in vormstukken, bijv. metaalfosfor, hematietgietijzer, gietijzer, fosforhoudend, spiegelijzer

A

A

S

6)

5122

Ferromangaaan met een koolstofgehalte van meer als 2 % per massa, per vormstuk

A

S

6)

5123

IJzerpulver, staalpulver

B

S

6)

5124

IJzerspons

A

S

6)

           

513

Ferrolegeringen (uitgezonderd koolstofrijk ferromangaan)

       

5131

IJzerlegeringen niet nader gespecificeerd

A

A

S

6)

5132

Ferromangaan met een koolstofgehalte tot 2%, ferromangaanlegeringen, niet nader gespecificeerd

A

A

S

6)

5133

Ferrosilicium (Siliconmangaan) Ferromangaansilicium

A

A

S

6)

           

515

Ruw staal

       

5150

Ruw staal in blokken, in brammen, in vormstukken

A

A

S

6)

           

52

STAALHALFFABRIKATEN

       
         

522

Staalhalffabrikaten

       

5221

Staalhalffabrikaten in blokken, in brammen (staven), in knuppels, in platen

A

A

S

6)

5222

Breedbandstaal in rollen (coils)

A

A

S

6)

5223

Breedbandstaal in rollen (coils) om uit te walsen

A

A

S

6)

           

523

Andere staalhalffabrikaten

       

5230

Blokken staal

A

A

S

6)

           

53

STAAF- EN VORMSTAAL, DRAAD, SPOORWEGBOVENBOUWMATERIAAL

       
         

531

Staaf-en vormstaal

       

5311

Staaf-en vormstaal, bijv. H-, I-, T-, U- en andere speciaalprofielen, rond-en vierkant staal

A

A

S

6)

5312

Damwandstaal

A

A

S

6)

5313

Betonstaal, bijvoorbeeld monierstaal, torstaal

A

A

S

6)

           

535

Staaldraad

       

5350

Staaldraad uit ijzer of staal

A

A

S

6)

           

537

Spoorstaven en spoorwegbovenbouwmateriaal uit staal

       

5370

Spoorwegbovenbouwmateriaal uit staal, bijv. spoorstaven, bielsen, stroomspoorstaven uit staal met delen van non-ferrometaal

A

A

S

6)

54

STAALPLAAT, BLIK EN -BAND, BANDSTAAL, OOK OPPERVLAKTELAGEN

       
         

541

Staalplaat en breedplaatstaal

       

5411

Breedplaatstaal

A

A

5412

Platen of rollen (coils) uit staal bijv. dynamostaal, elektrostaal, -band, fijn, extra fijn, middelstaal, -band, dik-, geribbeld-, wafel-, gegolfd-en geperforeerd plaatstaal, pantserplaten

A

A

           

544

Bandstaal, ook oppervlaktelagen; vertind dun plaatstaal

       

5441

Vertind dun plaatstaal

A

A

5442

Bandstaal, staalstrip ook oppervlaktelagen

A

A

           

55

BUIZEN O.A. VAN STAAL; RUWE GIETERIJPRODUCTEN EN SMEEDSTUKKEN VAN IJZER EN STAAL

       
         

551

Buizen, buisafsluiting- en verbindingsstukken van staal en gietijzer

       

5510

Buizen, buisafsluiting- en verbindingsstukken, buisslangen van staal, van gietijzer

A

A

   
           

552

Ruwe gieterijproducten en smeedstukken van staal, van gietijzer

       

5520

Vorm-, pers-, smeed-, stansstukken van staal, van gietijzer

A

A

           

56

NON-FERROMETALEN EN NON-FERROHALFFABRIKATEN

       
         

561

Koper en koperlegeringen

       

5611

Anodenkoper, ruwe koper

A

A

S

6)

5612

Koper (elektrolytkoper), koperlegeringen, bijv. brons, messing

A

A

S

6)

           

562

Aluminium en aluminiumlegeringen

       

5620

Aluminium, aluminiumlegeringen

A

A

S

6)

           

563

Lood en loodlegeringen

       

5630

Lood (elektrolyt, smeltlood, walslood), loodlegeringen, loodstof (gemalen ruw lood)

S

           

465

Zink en zinklegeringen

       

5640

Zink (elekrolyt, fijn, gegalvaniseerde zink), zinklegeringen

B

B

S

6)

           

565

Overige non-ferrometalen en legeringen daarvan

       

5651

Magnesium, magnesiumlegeringen

A

A

S

6)

5652

Nikkel, nikkellegeringen

B

B

S

6)

5653

Tin, tinlegeringen

B

B

S

6)

5659

Non-ferrometalen, de legeringen daarvan, niet nader gespecificeerd

S

6)

           

568

Non-ferro-metaalhalffabrikaten

       

5681

Banden, blikken, platen, van non-ferrometalen en van de legeringen daarvan

A

A

S

6)

5682

Draad van non-ferrometalen en van de legeringen daarvan

A

A

S

6)

5683

Folies van non-ferrometalen en van de legeringen daarvan

A

A

S

6)

5684

Profielen en staven van non-ferrometalen en van de legeringen daarvan

A

A

S

6)

5689

Non-ferrometaalhalffabrikaten, niet nader gespecificeerd

A

A

S

6)

           

6

STEEN EN AARDE(INCLUSIEF BOUWSTOFFEN)

       
           

61

ZAND, GRIND, PUIM, KLEI, SLAKKEN

       
           

611

Industriezand

       

6111

Vormzand, gieterijzand, glaszand, kleefzand, kwartszand, kwartsietzand, industriezand, niet nader gespecificeerd

A

S

6)

           

612

Overig natuurlijk zand en grind

       

6120

Grind, ook gebroken, zand, overig

A

   
           

613

Puimsteen, -zand en grind

       

6131

Puimsteen, puimsteenmeel

A

   

6132

Puimgrind, -zand

A

   
           

614

Leem, klei en kleihoudende aarde

       

6141

Bentoniet, kleischalie, kaolin, leem , porseleinaarde, klei, vollersaarde, ruw en onverpakt, chamotte (vuurvast materiaal van gebakken leem), -breuk (silicabrokken, -breuk)

A

   

6142

Bentoniet, kleischalie, kaolin, leem , porseleinaarde, klei, vollersaarde, ruw en verpakt, chamotte, chamottepoeder

A

   
           

615

Slakken en assen niet voor metaalverwerking

       

6151

Vliegas, hoogovenas, houtas, kolen, cokesas, afvalas, assen uit zinkovens, assen van brandstoffen, niet nader gespecificeerd

S

4)

6152

IJzerslakken, hoogovenslakken, kolen, cokesslakken, converterslakken, martinslakken, afvalslakken, slakken uit lood-en koperovens, slakken, ijzerhoudend, mangaanhoudend, niet nader gespecificeerd, soldeerslakken, Siemens-Martinslakken, -meel, split (fijne steenslag) van hoogovenslakken, slakken van brandstoffen, niet nader gespecificeerd

A

S

4)

6153

Hoogovenpuim

A

   

6154

Slakkenzand

A

   
           

62

ZOUT, ZWAVELGRIND, ZWAVEL

       
         

621

Steen en zout

       

6210

Natriumchloride (chloornatrium), gladheidsbestrijdingszout, geraffineerd zout, spijszout, klipzout, zout, ook gedenatureerd, niet nader gespecificeerd

A

S

7)

           

622

Zwavelgrind, niet geroosterd

       

6220

Zwavelgrind, niet geroosterd

A

   
           

623

Zwavel

       

6230

Zwavel, niet geroosterd

A

   
           

63

OVERIGE STENEN, AARDE EN AANVERWANTE RUWE MATERIALEN

       
         

631

Zwerfsteen, steenslag en andere kleingemaakte stenen

       

6311

Veldstenen, zwerfstenen lavaslakken, steenslag, stenen, steenblokken, ruw, uit steengroeven

A

   

6312

Mijnsteen, puinsteen, steenafval, -gruis, -meel, -zand, fijne steenslag, tot 32 mm doorsnede; lava steenslag, ruwe perliet

A

   

6313

Lavagrind

A

   
           

632

Marmer, graniet en ander natuurwerksteen, leisteen

       

6321

Basaltblokken, -platen, marmerblokken, -platen, fonoliet (klinksteen), leisteenblokken, -platen, quadersteen en overige stenen, ruw bewerkt

A

   

6322

Fonolietgruis, – steenslag, basalt, -breuk, -stenen; leisteen, gebrand, gemalen, verkleint, tot 32 mm doorsnede

A

   
           

633

Gipssteen en kalksteen

       

6331

Dolomiet (magnesiumsilicaat), duniet, kalkspaat, olivijn

A

   

6332

Dolomiet (magnesiumsilicaat), duniet, kalkspaat, olivijn, allen verkleind, gemalen, tot 32 mm doorsnede

A

   

6333

Gipssteen

A

6334

Gipssteen, verkleind, gemalen, tot 32 mm doorsnede

A

   

6335

Mestkalk, meststof, kalkhoudend, kalkresiduen

B

   
           

634

Krijt

       

6341

Krijt, ruw (calciumcarbonaat, natuurlijk)

B

   

6342

Krijt, voor het mesten

B

A

   
           

639

Overige ruwe mineralen

       

6391

Asbest, ruw (-aarde,- gesteente, -meel, -vezels, -generaat), asbestafval

S

 

6392

Asfalt, asfaltaarde, -stenen, asfaltproducten voor wegenbouw

S

 

6393

Bariet (Bariumsulfaat)

A

   

6394

Veldspaat, fluoriet

A

   

6395

Bitteraarde, kristalspaat, magnesiet, ook gebrand, gesinterd, talkaarde

S

 

6396

Aarden, slib, bijv. afval, brak water, puin, tuinaarde, huisvuil, hunus, hoogovenpuin, infusorieënaarde, kiezelaarde, vuil, slik

S

4)

6397

Wassteen

A

   

6398

Kalizout, niet voor bemesting, bijv. kainiet, carnalliet, kieseriet, sylviniet, montanal

A

   

6399

Mineralen, overige, bijv. Borax, boraatmineralen, verfaarden, glauberzout (natriumsulfaat), mica, kerniet, korund, cryoliet, magnesium, fosfaat, kwarts, kwartsiet, speksteen, steatiet, talksteen, tras, steenbrokken, -breuk

A

           

64

CEMENT EN KALK

       
         

641

Cement

       

6411

Cement

B

   

6412

Cementklinker

B

   
           

642

Kalk

       

6420

Kalk, in brokken, ook gebrand, kalkhydraat, gebluste kalk

B

   
           

65

GIPS

       
         

650

Gips

       

6501

Gips, gebrand

A

   

6502

Gips, ruw, voor het mesten

B

   

6503

Gips uit rookgasontzwavelingsinrichtingen, overig industriegips

B

   
           

69

OVERIGE MINERALE BOUWSTOFFEN (uitgezonderd glas)

       
         

691

Bouwstoffen en andere producten uit natuursteen, puim, gips, cement en andere stoffen

       

6911

Asbestcementproducten, bijv bouwstenen en-delen, tegels, vaten, platen

A

9)

6912

Beton- en cementproducten, kunststeenproducten bijv. bouwstenen, -delen, trottoirstenen, gerede bouwdelen, tegels, lichte bouwplaten, muurstenen, platen, drempels, stelwanden, werkstukken

A

9)

6913

Puimproducten bijv. bouwstenen, -delen

A

9)

6914

Gipsproducten, bijv. bouwplaten, -stenen, -delen

A

9)

6915

Minerale en plantaardige isoleermiddelen, bijv. bouwdelen uit schuimstoffen, isolatieplaten, vormstukken, matten en platen van asbest, glaszijde, -watten, -wol, perliet, vermiculiet, warmtewerende massa

A

9)

6916

Natuursteen (fabriekssteen), bewerkt en producten daarvan, bijv. trottoirstenen, mozaiekstenen, straatplaten, straatsteen, platen, stootstenen, sierstenen, werkstukken van steen

A

9)

6919

Producten uit andere minerale stoffen, asfaltproducten, slakkenwol, houtgranietproducten, -massa

A, B

10)

692

Grofkeramische en vuurvaste bouwstoffen

       

6291

Dak-en muurbaksteen van gebrande klei, bijv. bakstenen, bouwstenen, dakpannen, holle bouwstenen, klinkerstenen, parementstenen, bakstenen

A

9)

6922

Vuurvaste bouwdelen en stenen, keramische vloer-en wandplaten, bijv. vloer en muurtegels, platen, chamotte capsules,-platen, -stenen,-producten silicaatstenen, greswaren

A

9)

6923

Vuurvaste mortel, bijv. gieterijmassa, giethulpstoffen, mortelmengsels

B

6924

Stukken van vuurvaste keramische producten, chamotteblokken, -breuk

A

   

6929

Overige bouwkeramiek van gebrande klei, bijv. drainbuizen, kabeldekplaten, vloerplaten, -stenen

A

           

7

MESTSTOFFEN

       
         

71

NATUURLIJKE MESTSTOFFEN

       
         

711

Natuurlijk natronsalpeter

       

7110

Natriumnitraat (natronsalpeter)

A

   
           

712

Ruwe fosfaten

       

7121

Aluminium-calciumfosfaat, calciumfosfaat, -superfosfaat

B

A

   

7122

Apatiet, coproliet, fosforiet , ruwe fosfaten, niet nader gespecificeerd

B

A

   
           

713

Kalizout

       

7131

Kalizout, bijv. kaïniet, carnalliet, kieseriet, sylviniet meststoffen van minerale oorsprong niet nader gespecificeerd

A

A

   

7132

Magnesiumsulfaat

A

   
           

719

Natuurlijke niet-minerale meststoffen

       

7190

Meststoffen van plantaardige en dierlijke oorsprong, bijv. zeevogelmest, hoornafval, compost, -aarde, mergel, mest, stalmest

B

           

72

CHEMISCHE MESTSTOFFEN

       
         

721

Fosfaatslakken en Thomasmeel

       

7210

Fosfaatslakken, Thomasmeel, -fosfaat, -fosfaatmeel, -slakken

B

S

11)

           

722

Andere fosfaatmeststoffen

       

7221

Ammoniaksuperfosfaat, superfosfaat van voorzure soda, triple-superfosfaat

B

S

11)

7222

Dicalciumfosfaat (fosforzure kalk)

B

S

11)

7223

Diammoniumfosfaat (Diammonfosfaat)

B

S

11)

7224

Mestfosfaten, chemische, fosfaatmeststofmiddelen, niet nader gespecificeerd

B

S

11)

723

Kalimeststoffen

       

7231

Kaliumchloride (chloorcalium), Kaliumsulfaat (zwavelzure kali)

A

   

7232

Kaliummagnesiumsulfaat (zwavelzuur kaliummagnesium)

A

   
           

724

Stikstofhoudende meststoffen

       

7241

Ammoniakgas

S

7242

Ammoniumbicarbonaat, ammoniumchloride (salmiak, zoutzuur ammoniak), ammoniumnitraat, ammoniumnitraat-ureum-oplossing, ureum (urea), kalisalpeter, kaliumnitraat, kalkammonsalpeter, kalstikstof, natronsalpeter, stikstofmagnesium, stikstofhoudende meststoffen, niet nader gespecificeerd

A

   

7243

Ammnoimusulfaat (zwavelzuur ammoniak), ammonsulfaat, -loog, ammonsulfaatsalpeter

A

   

729

Mengmeststoffen en andere chemisch bereide meststoffen

       

7290

Samengestelde minerale meststoffen en wel, NPK-meststoffen, NP-meststoffen, NK-meststoffen, PK-meststoffen, handelsmeststoffen, mengmeststoffen, niet nader gespecificeerd

A

           

8

CHEMISCHE PRODUCTEN

       
         

81

CHEMISCHE GRONDSTOFFEN (uitgezonderd aluminiumoxide en -hydroxide)

       
         

811

Zwavelzuur

       

8110

Zwavelzuur (oleum), afvalzwavelzuur

S

           

812

Natriumhydroxide

       

8120

Natriumhydroxide, vast, natronhydroxideloog opgelost, natronloog, sodaloog

A, B

A, B

8)

           

813

Natriumcarbonaat

       

8130

Natriumcarbonaat (koolzuurhoudend natrium), natron, soda

S

           

814

Calciumcarbide

       

8140

Calciumcarbide

S

           

819

Overige chemische grondstoffen (uitgezonderd aluminiumoxide en -hydroxide)

       

8191

Acrylnitril, adipinzuur, aluin, aluminiumacetaat (azijnzuurhoudende kleiaarde), -fluoride, -formiaat, -sulfaat (zwavelzuurhoudende kleiaarde, ammoniakgas, ammonia, ammonsalpeter (ammoniumnitraat, salpeterzuurhoudende ammoniak) ammoniumfosfaat, -oplossing, ethylbenzol, ethyleenoxide, vloeibaar, bariumcarbonaat, -chloride (chloorbarium), -nitraat,-nitriet, -sulfaat, sulfiet, benzolkoolwaterstofderivaat, loodglit, -oxide, wit (loodcarbonaat), brandewijn, verouderd; calciumformiaat, -hypochloride (chloorkalk), -nitraat (kalksalpeter), -fosfaat, -sulfaat (anhydriet, synthetisch), Cyanide, Caprolactam , siliciumcarbide, chroomaluin, -loog, -sulfaat; cumol, dimethylether, methylacetaat, -ether, azijnzuur, anhydride, choorazijnzuur, alcohol, fluorwaterstof, ethyleenglycol, buthyleenglycol, propyleen

       
 

glycol, glycerine, -loog, -water, ureum, kunstmatig (carbamide), hexamethyleendiamine, houtazijn, isopropylalcohol, kaliumchloraat, -hypochloritloog (kalibleekloog) -nitraat; kooldyoxide, verdicht, vloeibaar gemaakt; cresol, fenol, magnesiumcarbonaat, meliamine, natriumacetaat (azijnzuurhoudend natrium), -chloraat, -fluoride, -formiaat, -nitraat (natronsalpeter), -fosfaat, -sulfiet (zwavelzuurhoudend natrium), zwavelnatrium, naftaleenanhydride, retortegrafiet, roet, zwavelkoolstof, silicium, -carbid, spiritus, gedenatureerd, stikstof, verdicht, vloeibaar gemaakt, styreen, trichloorethyleen, wasgrondstoffen, waterstof

S

8192

Calciumchloride (chloorcalcium), kalkstikstof, chloor, vloeibaar gemaakt (chloorloog), ijzeroxide, -sulfaat, kaliumhydroxyde, kaliloog, kaliumbicarbonaat, -carbonaat, silicaat (waterglas), -sulfaatloog, kaliumcarbonaat, magnesiumsulfaat, mangaansulfaat, methanol (houtgeest), methylalcohol, natriumbicarbonaat (dubbelkoolzuurhoudend natrium), -bisulfaat (dubbelzwavelzuurhoudend natrium), -nitriet (salpeterzuurhoudend natrium), -nitrietloog, -silicaat (waterglas), natronbleekloog; fosforzuur, salpeterzuur, -afvalzuur, zoutzuur, afvalzuur, zwavel, gereinigd, zwaveldioxyde, zwavelige zuren, zinkoxyde, -sulfaat

S

8193

Kaliumchloride (chloorkalium)

S

8199

Overige chemische grondstoffen, bijv. alcohol, puur (spiritus), ammoniumchloride (salmiak, zoutzuurhoudende ammoniak), chloorbenzol, cyaanzout, hardingsmiddel voor ijzer, voor staal, monochloorbenzol, orthoxylol, paraxylol, radioactieve stoffen, titaandioxyde (bijv. kunstrutiel, niet nader gespecificeerd

S

           

82

ALUMINIUMOXYDE EN -HYDROXYDE

       
         

820

Aluminiumoxyde en -hydroxyde

       

8201

Aluminiumoxyde

B

   

8202

Aluminiumhydroxyde (aluminiumhydraat)

B

   
           

83

BENZOL, TEREN EN ANDERE DERIVATEN

       
         

831

Benzol

       

8310

Benzol

S

 
           

839

Pek, teer, teeroliën en andere derivaten

       

8391

Nitrobenzol, benzolderivaten, niet nader gespecificeerd

S

 

8392

Oliën en andere derivaten van steenkoolteer, bijv. anthraceen, slib, decaline, naftaline, geraffineerd, tetraline, xylenol, solventnafta, toluol, xylol

S

8393

Pek en teerpek uit steenkool-en andere minerale teren bijv. bruinkoolteerpek, houtteerpek, mineraalteerpek, petroleumpek, steenkoolteerpek, teerpek, turfpek, -teerpek

S

4)

8394

Pek-en teercokes van steenkool- en andere minerale teren, bijv. bruinkoolteercokes, pekcokes, steenkoolpekcokes, -teercokes, teercokes

S

4)

8395

Gasreinigingsstof

S

 

8396

Steenkool-, bruinkool- en turfteer, houtteer, houtteerolie, bijv. impregneerolie, carbolineum, kreosotol, mineraalteer, nataline, ruw

S

 

8399

Overige derivaten, bijv. resten van zware olie van bruinkool-en steenkoolteer

S

           

84

CELSTOF EN OUD PAPIER

       
         

841

Houtslijpsel en celstof

       

8410

Houtstof (houtslijpsel), houtcellulose, cellulose, -afval

A

   

842

Oud papier en papierafval

       

8420

Oud papier, oud karton

A

   
           

89

ANDERE CHEMISCHE PRODUCTEN (inclusief zetmeel)

       
         

891

Kunststoffen

       

8910

Kunsthars, kunstharslijm, kunststofafval, kunststofgrondstoffen, niet nader gspecificeerd

S

4)

Mengpolimerisaat van acrylnitraat, van butadieen, van styrol; polyester, polyvinylacetaat, -chloryde, vinylchloryde

           

892

Verf-, kleur- en looistoffen

       

8921

Kleurstoffen, kleuren, verven, lakken, bijv, ijzeroxyde voor het herstellen van kleuren, emaille, aardkleuren, bereid, lithopone, menie, zinkoxyde

S

 

8922

Stopverf, kit

S

 

8923

Looistoffen, extracten

S

 
           

893

Farmaceutische producten, etherische oliën, reinigings-en lichaamsverzorgingsmiddelen

       

8930

Apothekerproducten (geneesmiddelen), cosmetische en farmaceutische producten, reinigingsmiddelen, zeep, wasmiddelen, -poeder

A

S

17)

894

Munitie en springstoffen

       

8940

Munitie en springstoffen

S

 
           

895

Zetmeel en gluten

       

8950

Stijfsel, aardappelzetmeel, zetmeel, -producten, gluten

A

   
           

896

Andere chemische producten

       

8961

Afval van kunstdraad, -vezels, -garens, van kunststoffen, ook geschuimd, ook thermoplastisch, niet nader gespecificeerd; afvalmengzuren van zwavel-en salpeterzuur; electrodenkolenafval, -resten, koolstofbasisstof

S

 

8962

Afval en residuen van de chemische industrie, van de glasindustrie, ijzeroxydehoudend; sulfietloog

S

 

8963

Aceton, ethylacetaat, ethyleenchlorid, ethylglycol, butanol, butylacetaat, butylglycol, chloorkoolwaterstof, niet nader gespecificeerd, chloorparrafine, chloroform (trichlormethaan), dextrin (oplosbaar zetmeel), dichlorethyleen, ontkalkingsmiddel voor de lederbereiding, glycol, niet nader gespecificeerd, grafiet, producten, hardingsmengsels voor kunststoffen, hexachloorethaan, kabelwas, lijm, oplosmiddel, methylchloride (chloormethyl), -glycol, methyleenchloride, tetrachloorethyleen, plantbeschermingsmiddelen, niet nader gespecificeerd, propylacetaat, -glycol, -producten, terpentineolie, tetrachloorbenzol, -koolstof, trichlorbenzol, weekmakermengsels voor kunststoffen

S

8969

Chlorotheen, kreosot, chemicaliën, chemische producten, niet nader gespecificeerd

S

           

9

VOERTUIGEN, MACHINES, ANDERE HALF- EN EINDPRODUCTEN, BIJZONDERE TRANSPORTGOEDEREN

12)

           

91

VOERTUIGEN

       

910

Voertuigen

       

9101

Landvoertuigen, ook onderdelen (uitgezonderd voertuigmotoren), bijv. sleepwagens, fietsen, vrachtauto's, tractoren; assen, aslager, -tap

   

9102

Luchtvaartuigen, ook onderdelen (uitgezonderd motoren)

   

9103

Railvoertuigen, ook onderdelen (uitgezonderde voertuigmotoren), bijv. locomotieven, waggons, wielbanden, -schijven

   

9104

Watervaartuigen, ook onderdelen (uitgezonderd motoren), bijv, boten, schepen, vlotten, scheepvaarttekens

   
           

92

LANDBOUWMACHINES

       
         

920

Landbouwmachines en werktuigen

       

9200

Landbouwmachines en werktuigen, inclusief accesoires, onderdelen en vervangingsonderdelen

   
           

93

ELECTROTECHNISCHE PRODUCTEN; ANDERE MACHINES

       
         

931

Electrotechnische producten

       

9311

Electrisch fornuis, -oven, televisietoestel, telefoonapparatuur, radioapparatuur, weegapparatuur, wasmachines

   

9312

Electroden voor electrische apparaten en ovens, electrodenkool, -pennen; isolatoren

   

9313

Accumulatoren, -platen, apparaten, electrisch, dynamo's, electromotoren, generatoren, kabels, meetapparaten, transformatoren

   

9314

Andere electronische producten

   
           

939

Andere machines, niet nader gespecificeerd (inclusief voertuigmotoren)

       

9391

Armaturen, dieselmotoren, kogellagers, rollagers, ottomotoren, -onderdelen

   

9392

Graaf-en baggermachines, betonmolens, hefwerktuigen, kranen, pompen, walsen en andere werktuigen en machines voor bouwwerkzaamheden

   

9393

Bureaumachines

   

9394

Gietvormen uit gietijzer, gietvormen, mantels, van ijzer, voor generatoren, condensatoren, gloeiovens, trommels, trommelbeslag voor draaiovens

   

9399

Overige machines, niet nader gespecificeerd

   
           

94

METAALPRODUCTEN

       
         

941

Systeembouwonderdelen en bouwconstructies van metaal

       

9411

Barakken, schuren, tribunes van metaal, venster, -delen, palen, poorten, poortkozijnen, deuren, deurkozijnen, van metaal

   

9412

Constructies, constructieonderdelen, van metaal

   
           

949

Andere metaal-producten

       

9491

Koperwaren, bouten, naven, stopcontacten, draadkabel, ijzerwaren ook met electrische inrichting, staalvezels, vatenen flessen van staal voor het vervoer van verdicht of vloeibaar gas, gietijzerwaren, huishoudapparaten van gietijzer, van blikstaal, jerrycan, kuip, schroeven en matrijzen, lasdraad, werktuigen; staalwaren, niet nader gespecificeerd

   

9492

Ankers voor vaartuigen, bouwstaalmatten, -weefsel, draad, vlechtdraad, draadpennen, ijzerhouder, -vaten, vormstukken uit gietijzer, uit staal, ketels, ketens, nagels, klinknagels, prikkeldraad, staalmatten

   

9493

Betondraadweefsel, (ijzerdraadweefsel met aangebrachte betonstukjes)

   
           

95

GLAS, GLASPRODUCTEN, KERAMISCHE EN ANDERE MINERALE PRODUCTEN

       
         

951

Glas

       

9511

Vensterglas, vlakglas, floatglas, glasbouwstenen, glasdakpannen, glastegels, isoleerglas, gelaagd glas, onbewerkt glas

   

9512

Glas, gemalen, glasafval, -breuk, -scherven

A

952

Glasproducten, keramische en andere minerale half-en eindproducten

       

9521

Asbestproducten, bijv. pakkingen, filterplaten, vilt, karton, beschermingsbekleding

   

9522

Glasproducten, bijv. flessen, koppen, servies, gegoten glas, glasstaven, keramische producten, bijv vormstukken uit kleiaarde of steengoed, klei-en Pottenbakkersproducten

   

9529

Andere minerale half-en eindproducten, niet nader gespecificeerd

   

96

LEDER, LEDERWAREN, TEXTIEL, BEKLEDING

       
         

961

Leder, pelswerk, lederwaren

       

9610

Pelzen, huiden, leder, bontwerk

   
           

962

Garens, weefsel en aanverwante artikelen

       

9620

Chemiedraden, -garens, draden en garens van plantaardige spinstoffen van dierenharen, van wol, vilt, -waren, weefsels en stoffen, jute zakken, dekzeilen, touwwerk, tapijten, watten

   
           

963

Bekleding, schoenen, reisartikelen

       

9630

Bekleding, lederwaren, pelswaren, textiel

   

97

ANDERE HALF-EN EINDPRODUCTEN

       
         

971

Rubberwaren

       

9710

Vloerbedekking, rubberbanden, guttapercha, bewerkt, buizen, schuimrubber

   
           

972

Papier en karton

       

9721

Bitumenvilt, -papier, -karton, dakvilt, viltkarton, teervilt, -papier, -karton

A

   

9722

Karton, behangpapier, perkamentpapier, golfkarton, celstofwatten

A

   

9723

(In)pakpapier, papier in rollen, krantepapier

A

   
           

973

Papier-en kartonproducten

       

9730

Papier-en kartonproducten

A

   
           

974

Drukwerk

       

9740

Boeken, kranten, drukwerken, niet nader gespecificeerd

   
           

975

Meubelen en inrichtingsvoorwerpen

       

9750

Meubelen, onderdelen en inrichtingsvoorwerpen, niet nader gespecificeerd

   
           

976

Hout-en kurkwaren

       

9760

Barakken, huizen, schuren, tribunes van hout, bouwonderdelen (houtconstructies), vaten, vensters, -delen, lijsten, fineerbladen, hardvezelplaten, huishoudapparaten, houtpleisterblokken, -platen, houtspaan, bijzonder gefabriceerd (bijv. voor korven, doosjes), houtwol, triplex, -platen, dragers van hout, kurkwaren

   
           

979

Andere eindproducten

       

9790

Apparaten, instrumenten, inclusief accesoires en onderdelen voor chemische, medische, natuurkundige doeleinden, borstelwerk, vlecht-en korfproducten, kunststofproducten, muziekinstrumenten, sanitair

   

99

BIJZONDERE TRANSPORTGOEDEREN (inclusief stukage- en stukgoed)

       
         

991

Gebruikte verpakkingen, verpakkingsmiddelen

       

9910

Containers, kabelhaspels, emballage, pallets, allen gebruikt; gebruikte voertuigen (trailer, chassis); andere verpakkingsmiddelen, niet nader gespecificeerd

   
           

992

Werktuigen van bouwondernemingen, circusartikelen, o.a.

       

9920

Bouw-en etalagegereedschappen, gebruikt

   
           

999

Groepage- en stukgoed; transportgoederen die gezien hun aard niet onder een van de groepen zijn te brengen

       

9991

Wapens, inclusief accesoires en onderdelen

   

9999

Goederen niet nader gespecificeerd

Opmerking:

1) Gegarandeerd onbehandeld

2) Voor onbehandeld hout: A

Voor behandeld (geïmpregneerd) hout: B

3) Voor gebeitst zaad: S

4) S: Sproeien over opslag op de wal

5) Voor in wateroplosbare metaalzouten: S

6) Indien met minerale olie besmeurd: S

7) Indien gedenatureerd: S

8) Vast: B

Loog: A

9) I.p.v. asbest: vezelcement

10) Voor houtgranietmassa: B, voor alle overigen: A

11) Indien vacuümschoon niet mogelijk, dan S

12) Bij stukgoed zie inleidende opmerking onder c)

13) Plantaardig: A

Dierlijk: B

14) Meel: B

15) Afval en schroot A, overig B

16) Afval: S

17) Indien geneesmiddelen: S

Bijlage 3. Behorende bij artikel 76 van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart

Grens- en controlewaarden voor zuiveringsinstallaties aan boord van passagiersschepen

Tabel 1. Grenswaarden voor de typekeuring

parameter

concentratie

proef

biochemisch zuurstofverbruik (BZV5)

25 mg/l

24-uurs mengproef gehomogeniseerd

     

ISO N5815 van 1981

40 mg/l

Steekproef, gehomogeniseerd

     

chemisch zuurstofverbruik (CZV)

125 mg/l

24-uurs mengproef, gehomogeniseerd

     

ISO N6060 van 1986

180 mg/l

steekproef, gehomogeniseerd

Tabel 2. Controlewaarden voor een steekproef ten aanzien van het functioneren

parameter

concentratie

proef

biochemisch zuurstofverbruik (BZV5) ISO N5815 van 1981

40 mg/l

steekproef, gehomogeniseerd

     

chemisch zuurstofverbruik (CZV) ISO N6060 van 1986

180 mg/l

steekproef, gehomogeniseerd

Naar boven