Regeling Bijzondere Bijstandseenheden

[Regeling vervallen per 17-09-2009.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m 16-09-2009

Regeling Bijzondere Bijstandseenheden

De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

gehoord hebbende de BELCOM-BBE en handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie,

Gelet op artikel 59, tweede lid en artikel 60, tweede lid van de Politiewet 1993 en artikel 9 vierde lid en artikel 12 eerste lid van het Besluit beheer regionale politiekorpsen (BBRP),

Besluiten:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Bijzondere bijstandseenheid: bijstandseenheid als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Politiewet 1993;

  • b. Aanhoudings- en Ondersteuningseenheden (AOE’s): aanhoudings- en ondersteuningseenheden van de regionale politiekorpsen als bedoeld in artikel 8 van het Besluit beheer regionale politiekorpsen en de aanhoudings- en ondersteuningseenheid van de Brigade Speciale beveiligingsopdrachten van de Koninklijke marechaussee;

  • c. Unit Interventie Mariniers (UIM): bijzondere bijstandseenheid van het Korps Mariniers van het Commando Zeestrijdkrachten;

  • d. Afstemmingsoverleg stelsel van speciale eenheden: ingevolge de instellingsregeling van de Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie d.d. 28 juni 2006 als zodanig aangewezen Afstemmingsoverleg stelsel voor speciale eenheden;

  • e. Beleidsteam DSI: ingevolge de instellingsregeling van de Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie d.d. 28 juni 2006 als zodanig aangewezen Beleidsteam DSI.

§ 2. Dienst Speciale Interventies

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Er is een Dienst Speciale Interventies (DSI).

  • 2 De DSI heeft tot taak het bestrijden van alle voorkomende vormen van grof geweld dan wel terrorisme over het gehele geweldsspectrum, alsmede het uitvoeren van specifiek door de Minister van Justitie opgedragen taken.

  • 3 De DSI bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. de Unit Interventie (UI), zijnde een bijzondere bijstandseenheid van het Korps landelijke politiediensten bestaande uit krijgsmacht- en politiepersoneel;

    • b. de Unit Expertise & Operationele Ondersteuning (UE&OO), zijnde een bijzondere bijstandseenheid van het Korps landelijke politiediensten welke is belast met de technische ondersteuning van de DSI waaronder mede begrepen het geven van lange afstand precisievuur ter ondersteuning van de UI, de UIM en de AOE’s;

    • c. een stafafdeling.

  • 4 Het beheer van de DSI berust bij het Korps landelijke politiediensten.

§ 3. Verzoek om bijstand en inzet van bijzondere bijstandseenheden

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Behoeft een politiekorps of de Koninklijke marechaussee bijstand van een bijzondere bijstandseenheid dan richt het College van procureurs-generaal, op aanvraag van de officier van justitie, een verzoek daartoe aan de Minister van Justitie. Dit verzoek gaat vergezeld van een plan van inzet.

  • 2 De daadwerkelijke inzet van bijzondere bijstandseenheden vindt plaats na goedkeuring van het plan van inzet van deze eenheid, eenheden of onderdelen daarvan door de Minister van Justitie.

  • 3 Het plan van inzet bevat een voorstel aangaande welke bijstandseenheid zou moeten worden ingezet. Dit voorstel wordt door de officier van justitie gemaakt op basis van de volgende criteria:

    • a. de mate van het te verwachten geweld;

    • b. de situatie van de dreiging;

    • c. de flexibiliteit van de eenheden.

  • 4 Indien het plan van inzet betrekking heeft op de UIM, consulteert de Minister van Justitie de Minister van Defensie, alvorens over het plan van inzet te beslissen.

  • 5 De Minister van Justitie stelt in overeenstemming met de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie standaard inzetscenario’s vast.

  • 6 Indien voor de inzet geen vooraf vastgesteld standaard inzetscenario voorhanden is, consulteert de Minister van Justitie zo mogelijk de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie, alvorens over het plan van inzet te beslissen.

  • 7 De Minister van Justitie laat zich in een nationale situatie adviseren door het Beleidsteam DSI, alvorens over het plan van inzet genoemd in artikel 4, eerste lid, te beslissen.

  • 8 De Ministers van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Algemene Zaken worden door de Minister van Justitie onverwijld in kennis gesteld van een besluit tot inzet van een bijzondere bijstandseenheid. Dit geschiedt zo mogelijk voorafgaand aan de daadwerkelijke inzet.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

De voorzitter van het College van procureurs-generaal beslist namens de Minister van Justitie op een verzoek tot inzet van een bijzondere bijstandseenheid, afgezien van die situaties:

  • a. waarin de UIM op basis van de criteria, genoemd in artikel 4, derde lid, de aangewezen eenheid is om te worden ingezet;

  • b. waarin zich meerdere incidenten op verschillende locaties tegelijkertijd voordoen, waartussen vermoedelijk een verband bestaat;

  • c. waarin op enige andere wijze een groot nationaal belang in het geding is;

  • d. waarvoor geen vooraf vastgesteld standaard inzetscenario als bedoeld in artikel 4, vierde lid, voorhanden is.

§ 4. Bevelvoering bij bijstand

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Het hoofd DSI heeft de algehele leiding over het optreden van de bijzondere bijstandseenheden en de daarbij aan de bijzondere bijstandseenheden toegevoegde eenheden.

  • 2 Het hoofd DSI is belast met de uitvoering van de door of vanwege het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen, opdrachten en ingediende verzoeken.

  • 3 Het hoofd DSI draagt zorg voor de chronologische verslaglegging van het feitelijk optreden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De commandant van de betrokken bijzondere bijstandseenheid is de operationeel commandant interventie en heeft de feitelijke leiding over de eigen eenheid en de eenheden die ten behoeve van de interventie worden ingezet. Deze commandant staat onder direct bevel van het hoofd DSI.

  • 2 Indien er verschillende bijstandseenheden worden ingezet, wijst het hoofd DSI de operationeel commandant van de algehele inzet aan.

  • 3 De operationeel commandant interventie draagt zorg voor de verbindingen met de onder hem gestelde commandanten. Hij is belast met verslaglegging van het feitelijk optreden.

§ 5. Eisen aan lange afstand precisieschutters

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 De lange afstand precisieschutters van de UE&OO hebben voldaan aan de eindtermen van de door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen vervolgopleiding voor precisieschutter.

  • 2 De korpsbeheerder draagt ervoor zorg dat de kennis en de vaardigheden van de in het eerste lid genoemde ambtenaren ten minste op het niveau van de in het eerste lid bedoelde eindtermen blijven.

§ 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Met het in werking treden van deze regeling komt de regeling van 29 maart 1994 kenmerken 430240/594/GBJ en EA94/U 892 te vervallen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 17-09-2009]

  • 1 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Bijzondere Bijstandseenheden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en daarvan zal mededeling worden gedaan in het Algemeen Politieblad.

Den Haag, 13 december 2000

De Minister van Justitie,

A.H. Korthals

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.G. de Vries

Naar boven