Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken en het
tijdstip van de totstandkoming van de scheiding van tafel en bed alsmede van enige
andere wetten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken,
het tijdstip van de totstandkoming van scheiding van tafel en bed en enkele andere
onderwerpen te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze;