Instellingsbesluit commissie auteursrecht als adviescollege van het Ministerie van [...] ter advisering over het auteursrecht en naburige rechten

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 26-07-2000 t/m heden

Besluit van 8 juli 2000 tot instelling van een commissie auteursrecht als adviescollege van het Ministerie van Justitie ter advisering over het auteursrecht en naburige rechten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 5 juli 2000, no. 5038727/00/6, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 5 lid 1 en lid 2 van de Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van het Rijk (Kaderwet adviescolleges);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 Er is een commissie auteursrecht.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.

  • 3 De commissie heeft tot taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over vragen rond de uitvoering van de richtlijn van de Raad en het Europees Parlement tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, in het bijzonder de invloed van technische beveiliging van beschermd materiaal, op de behartiging van belangen die worden beschermd door bijzondere wettelijke beperkingen op het auteursrecht en de naburige rechten, de rol van de overheid bij geschillenbeslechting en de facilitering van onderhandelingen en tariefafspraken, alsmede initiatieven in het kader van internationale organisaties als World Intellectual Property Organisation, Raad van Europa en Europese Unie tot het scheppen van nieuwe rechten en het maken van regels van toepasselijk recht, contractenrecht en collectief beheer.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 juli 2000

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties a.i.,

A. H. Korthals

Uitgegeven de vijfentwintigste juli 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven