Verordening beroeps- en gedragsregels

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 17-02-2011 t/m heden

Verordening beroeps- en gedragsregels

De ledenraad van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie KNB;

Overwegende dat het gewenst is beroeps- en gedragsregels vast te stellen;

Gelet op de artikelen 61 lid 2 van de Wet op het notarisambt;

Gezien het ontwerp van het bestuur met bijbehorende toelichting;

Gelet op de adviezen van de kamers van toezicht;

Gelet op de adviezen van de ringen;

stelt de navolgende verordening vast:

Eigen taak notaris

Artikel 2

Ook indien een opdrachtgever anders zou verlangen, blijft de notaris gehouden de werkzaamheden te verrichten die hij in verband met de opdracht als notaris behoort te verrichten. Dit geldt ook wanneer door derden al werkzaamheden zijn verricht.

Onderzoeksplicht registergoederen e.d.

Artikel 3

  • 1 Bij de levering van registergoederen en de vestiging daarop van beperkte rechten stelt de notaris een zodanig onderzoek in dat over de rechtstoestand van het registergoed zo min mogelijk onzekerheid bestaat. Hij vermeldt de gegevens die voor de rechtstoestand van belang zijn in de akte. De notaris draagt bij de levering van een registergoed zoveel mogelijk zorg dat de verkoper de koopsom ontvangt en het verkochte door de koper wordt verkregen overeenkomstig de gemaakte afspraken voor wat betreft de vrije en onbezwaarde levering.

  • 2 Eenzelfde verplichting als in het eerste lid rust op de notaris bij de levering van aandelen op naam en bij de vestiging en levering van beperkte rechten op die aandelen.

Voorlichting; dienstweigering

Artikel 4

  • 1 De notaris is gehouden alle partijen bij de rechtshandeling waarvoor zijn tussenkomst is ingeroepen voor te lichten met betrekking tot de gevolgen van de handeling, voor zover de wet of de gewoonte dit van hem verlangt.

  • 2 Onder andere gegronde redenen van dienstweigering als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wet op het notarisambt werd begrepen dat de notaris weet of vermoedt dat misbruik wordt gemaakt van juridische onkunde of feitelijk overwicht. Wanneer de omstandigheden daar aanleiding toe geven is de notaris gehouden dienaangaande een onderzoek in te stellen.

  • 3 Onder andere gegronde redenen van dienstweigering als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wet op het notarisambt wordt begrepen dat de notaris de belangen van partijen niet meer kan behartigen op een wijze die een behoorlijk notaris betaamt.

Inhoud akte; dienstweigering

Artikel 5

Onder andere gegronde redenen van dienstweigering als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wet op het notarisambt wordt begrepen dat de notaris weet of vermoedt dat de inhoud van de akte waarvoor zijn tussenkomst is ingeroepen in strijd is met de waarheid of wanneer de in de akte vermelde door partijen in acht te nemen formaliteiten van de rechtshandeling niet in acht zijn genomen. De notaris is gehouden dienaangaande een onderzoek in ie stellen voor zover de wet of de gewoonte dit van hem verlangt.

Vaststelling feiten; dienstweigering

Artikel 6

Onder andere gegronde redenen van dienstweigering als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wet op het notarisambt wordt begrepen dat de notaris verzocht wordt mee te werken aan een vaststellen van feiten dal niet past bij zijn ambtsuitoefening.

De notaris verleent zijn medewerking al dan met neergelegd in een proces-verbaalakte aan het vaststellen van feiten alleen wanneer voor dit vaststellen geen bijzondere deskundigheid is vereist en de feiten door de notaris met een redelijke mate van zekerheid kunnen worden vastgesteld.

Geen ontslag geheimhoudingsplicht; doorbreking

Artikel 7

  • 1 [Red: Niet gepubliceerd.]

  • 2 Indien de notaris een ernstig vermoeden heeft van het beramen of plegen van een misdrijf dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert en de notaris bovendien aanwijzingen heeft dat het gaat om een misdrijf beraamd of gepleegd in georganiseerd verband, dan kunnen de eer en het aanzien van het notariaat meebrengen dat de notaris van zijn vermoeden melding maakt. De melding dient te geschieden aan de Centrale Recherche Inlichtingendienst te Den Haag.

Ontvangst contanten

Artikel 8

De notaris neemt in geen geval meer in contanten in ontvangst dan het bedrag dat door het bestuur bij reglement zal worden vastgesteld.

Afwikkeling onverdeeldheid

Artikel 9

  • 1 De notaris die opdracht krijgt tot afwikkeling van een onverdeeldheid kan niet partijadviseur van de opdrachtgever(s) zijn, maar moet de belangen behartigen van allen die bij de onverdeeldheid zijn betrokken.

  • 2 Indien meer notarissen een dergelijke opdracht krijgen wordt de onverdeeldheid met inachtneming van het vorige lid afgewikkeld door de notaris die de opdracht heeft ontvangen van hen die voor meer dan de helft in de onverdeeldheid gerechtigd zijn. Doet dit geval zich niet voor, dan wel wanneer daartoe door de deelgerechtigden wordt besloten, dienen de notarissen de onverdeeldheid gezamenlijk, aldus af te wikkelen.

Dienstverlening

Artikel 10

  • 1 De notaris dient er voor te zorgen, dat zijn kantoor alle gebruikelijke notariële diensten kan bieden.

  • 2 De notaris licht cliënten tijdig en duidelijk voor over de financiële consequenties van zijn inschakeling. De notaris mag de kosten van zijn werkzaamheden niet brengen ten laste van een ander(e) (deel van de) opdracht of een andere opdrachtgever.

  • 3 De notaris mag in verband met de in lid 1 genoemde verplichting niet voor een of meer diensten een onredelijk hoge vergoeding vragen waardoor in feite van die diensten moet worden afgezien.

  • 4 De notaris wijst de cliënt - waar van toepassing - op het maximumtarief als bedoeld in artikel 56 Wet op het notarisambt, tenzij er goede gronden zijn om aan te nemen dat deze niet voor maximering van het tarief in aanmerking komt.

Kantoor en medewerkers

Artikel 11

De notaris dient er voor te zorgen dat de inrichting en de organisatie van zijn kantoor voldoen aan de eisen van een goede praktijkuitoefening. Hij ziet er op toe dat zijn medewerkers over de bekwaamheid beschikken die is vereist voor het verrichten van de aan hen opgedragen werkzaamheden.

Onafhankelijkheid; verbod provisie e.d.

Artikel 12

  • 1 De notaris dient er voor te zorgen dat hij zijn onafhankelijke ambtsuitoefening zodanig handhaaft dat hij in financieël opzicht niet afhankelijk wordt van een bepaalde opdrachtgever, tussenpersoon of adviseur.

  • 2 De notaris mag voor het verkrijgen van opdrachten aan derden geen financiële of andere op geld waardeerbare tegemoetkoming geven.

  • 3 Het is de notaris evenmin toegestaan vergoedingen te bedingen of te aanvaarden die afhankelijk zijn van de uitkomst van zijn arbeid.

Verzekeringsplicht

Artikel 14

De notaris moet voldoende verzekerd zijn tegen vermogensschaden als gevolg van aansprakelijkheid, ongeacht uit welken hoofde deze aansprakelijkheid kan ontstaan, en tegen risico's in de persoonlijke en de zakelijke sfeer, zoals ziekte, brand en diefstal.

Vermelding opdrachtgever

Artikel 16

De notaris draagt er zorg voor dat in de jaarstukken melding wordt gemaakt van de in dat jaar aanvaarde, dat wel nog lopende opdrachten voor projecten waarbij één opdrachtgever, tussenpersoon of adviseur is betrokken waarvan het wegvallen voor de kantoorvoering meer dan marginale gevolgen kan hebben.

Collegiale verhoudingen

Artikel 17

  • 1 De notaris dient zich jegens zijn beroepsgenoot als een goede collega te gedragen.

  • 2 Indien het de notaris blijkt dat een andere notaris is benaderd voor werkzaamheden die reeds aan hem waren opgedragen en indien zijn declaratie nog niet is voldaan, dan zal hij, ondanks zijn retentierecht op tot zijn dossier behorende stukken, deze - in origineel dan wel in kopie - aan de opvolgend notaris afgeven onder door de voorzitter van het bestuur van de ring te stellen voorwaarden.

Keuze van de notaris

Artikel 18

  • 1 De notaris dient zoveel mogelijk te voorkomen dat de vrijheid van notariskeuze onnodig wordt beperkt.

  • 2 De notaris die in een nalatenschap optreedt als executeur kan niet zonder instemming van de erfgenamen optreden als boedelnotaris.

Verhouding notaris-kantoorgenoten

Artikel 19

  • 1 De notaris dient te voorkomen dat hij in een zaak die hij als notaris behandelt voor twee of meer partijen, een kantoorgenoot optreedt ten behoeve van één of meer van de partijen, tenzij alle betrokkenen - de notaris en de kantoorgenoot daaronder begrepen - met dit optreden instemmen.

  • 2 De notaris dient te voorkomen dat in een zaak die hij als partijadviseur behandelt, een kantoorgenoot optreedt ten behoeve van een andere partij, tenzij alle berokkenen de notaris en de kantoorgenoten daaronder begrepen met dit advies instemmen.

  • 3 Indien in een situatie als bedoeld in de leden 1 en 2 alsnog een niet aanstonds overbrugbaar belangenconflict tussen partijen is ontgaan of dreigt te ontslaan, zal de kantoorgenoot zich moeten terugtrekken. Trad de notaris op als partijadviseur dan zal ook hij zich, naast zijn kantoorgenoot, moeten terugtrekken.

Artikel 20

  • 1 De notaris dient te voorkomen dat in een zaak die hij als notaris behandelt voor twee of meer partijen en waarin een niet aanstonds overbrugbaar belangenconflict is ontstaan of dreigt te ontstaan, een kantoorgenoot in dat conflict voor één of enkele van de partijen gaat optreden.

  • 2 De notaris dient te voorkomen dat in een zaak die hij als partijadviseur behandelt en waarin tussen de betrokken partijen een niet aanstonds overbrugbaar belangenconflict is ontstaan of dreigt ie ontstaan, een kantoorgenoot in dat conflict gaat optreden voor een andere partij.

Artikel 21

Wanneer naar aanleiding van een door de notaris behandelde zaak of gegeven advies een conflict ontstaat over het handelen of nalaten van de notaris dient de notaris te voorkomen dat een kantoorgenoot voor een andere partij bij het geschil optreedt.

Artikel 22

  • 1 De notaris passeert geen akten bij de totstandkoming waarvan hij of een kantoorgenoot als partijadviseur van een van partijen betrokken is geweest, tenzij alle betrokkenen daarmee instemmen. De notaris trekt zich alsnog terug zodra er een niet aanstonds overbrugbaar belangenconflict is ontstaan of dreigt te ontstaan.

  • 2 De notaris passeert geen akten waarbij de kantoorgenoot diens echtgenoot of geregistreerde partner direct of indirect mede als partij is betrokken, tenzij alle betrokkenen daarmee instemmen.

Samenwerkingsverband met notaris of kandidaat-notaris

Artikel 23

  • 1 De notaris kan een samenwerkingsverband aangaan met een andere notaris of met een kandidaat-notaris, de uitoefening van de praktijk dient onder gemeenschappelijke naam te geschieden.

  • 2 De notaris dient bij de uitoefening van zijn praktijk duidelijk te maken dat hij deel uitmaakt van een samenwerkingsverband. Indien notarissen of kandidaat-notarissen die geen deel uitmaken van een dergelijk samenwerkingsverband de praktijkuitoefening presenteren onder een gemeenschappelijke naam of op andere wijze suggereren van een samenwerkingsverband deel uit te maken, worden zij voor de toepassing van deze verordening geacht tot een samenwerkingsverband te behoren.

  • 3 De gemeenschappelijke naam van het samenwerkingsverband mag niet bevatten de naam of namen van een of meer natuurlijke personen, tenzij zij aan het samenwerkingsverband deelnemen of hebben deelgenomen.

    Toegestaan is tevens het gebruik van de naam of de namen van natuurlijke personen waaronder al een samenwerkingsverband bestond, voordat het in een nieuw samenwerkingsverband opging. Een door het samenwerkingsverband gebruikte naam mag geen verwarring wekken.

  • 4 De notaris dient te voorkomen dat ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat hij van een samenwerkingsverband deel uitmaakt.

Naar buiten optreden

Artikel 24

  • 1 De notaris draagt zorg bij het naar buiten optreden voor een juiste en volledige presentatie van het kantoor.

  • 2 Indien sprake is van een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 23 dan moet bij het naar buiten optreden blijken wie de deelnemens aan het samenwerkingsverband zijn, tenzij het een samenwerkingsverband betreft met een kandidaat-notaris.

  • 3 Wanneer een samenwerkingsverband bestaat tussen een notaris en een kandidaat-notaris dragen zij er bij hun optreden naar buiten zorg voor dat geen onzekerheid beslaat over ieders hoedanigheid.

  • 4 Indien in een samenwerkingsverband notarissen samenwerken die in verschillende plaatsen gevestigd zijn, dient dit bij het naar buiten optreden kenbaar te zijn.

Optreden als partijadviseur

Artikel 25

De notaris die naar buiten optreedt als partijadviseur maakt jegens derden tijdig kenbaar dat hij in die hoedanigheid optreedt.

Notaris en kandidaat-notaris

Artikel 32

Onder notaris in deze verordening wordt ook verstaan de kandidaat-notaris, tenzij uit de aard van de bepaling anders voortvloeit.

Bevoegdheid nadere regelgeving bestuur KNB

Artikel 33

Het bestuur van de KNB is bevoegd om met betrekking tot de in deze verordening behandelde onderwerpen nadere regels te geven. Over het ontwerp daarvan wordt de ledenraad geraadpleegd.

De regels worden zo spoedig mogelijk na vaststelling ter kennis van het ministerie van Justitie gebracht.

Slotbepalingen

Artikel 34

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening beroeps- en gedragsregels.

Artikel 35

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2000 of zoveel later als de termijn van tien dagen na publicatie in de Staatscourant als bedoeld in artikel 91 lid 2 Wet op het notarisambt is verstreken.

Utrecht, 21 juni 2000

Goedgekeurd door de Staatssecretaris van Justitie bij brief d.d. 15 september 2000, nr. 5032257/00/06.

Naar boven