2. Overzicht van actoren
In dit BSD zijn de handelingen van onderstaande actoren opgenomen:
De minister van Financiën, 1945-1987
De minister van Financiën was van 1852 tot 1986 (politiek) verantwoordelijk voor het
beleid ten aanzien van de in-, uit- en doorvoer en het waarborgen van platina, gouden
en zilveren werken. Hiertoe was hij o.a. belast met het (mede-) voorbereiden, wijzigen,
vaststellen en intrekken van het tarief van rechten op in-, uit- en doorvoer en van
(bijzondere) wetten.
Ambtenaren van de waarborg/ambtenaren van de directe belastingen, invoer en accijnzen/de
dienst invoerrechten en accijnzen, 1945 -
De Waarborginstelling, ook wel aangeduid als waarborgkantoren of kantoren van waarborg,
zijn namens de minister van Financiën (Economische Zaken) belast met de uitvoering
van een aantal artikelen van de Waarborgwet. Het beheer van en het toezicht op de
Waarborgkantoren berustte bij de directeur der Rijksbelastingen in het district Utrecht.
Binnen de Waarborgkantoren en de dienst douane en accijnzen worden handelingen verricht
welke door ambtenaren van de waarborg en/of ambtenaren van de directe belastingen,
invoer en accijnzen uitgevoerd worden. Zij zijn o.a. belast met het opsporen van feiten
welke strafbaar gesteld zijn bij of krachtens de Waarborgwet 1986.
De minister van Economische Zaken, 1987 -
Met het in werking treden van de Waarborgwet 1986 op 1 maart 1987 werd de minister
van Economische Zaken (politiek) verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van
het waarborgen van platina, gouden en zilveren werken.
De minister van Justitie, 1988 -
In artikel 17 lid 1 Waarborgwet 1986 wordt bepaald, dat de aanwijzing van (buitengewoon)
opsporingsambtenaren berust bij de minister van Justitie.
De (buitengewoon) opsporingsambtenaren Waarborg Platina, Goud en Zilver, 1991 -
Zij zijn belast met het opsporen van feiten welke strafbaar gesteld zijn bij of krachtens
het Wetboek van Strafrecht, de Waarborgwet 1986, en andere wetten.
De Procureur-Generaal bij het Gerechtshof Den Haag, 1995 -
Deze functionaris is belast met de beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaren
Waarborg Platina, Goud en Zilver.
De Hoofdofficier van justitie bij het Arrondissementsparket Den Haag/de korpschef
van het politiekorps Hollands-Midden, 1995 -
Hun taak is het (direct) toezicht houden op de (buitengewoon) opsporingsambtenaren
Waarborg Platina, Goud en Zilver. Het politiekorps Hollands-Midden is gevestigd te
Gouda en behoort tot het ressort van de Arrondissementsrechtbank Den Haag.
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 1987 -
Belanghebbenden kunnen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven beroep instellen
tegen besluiten welke op grond van de Waarborgwet 1986 genomen zijn.
Raad van Advies van de Waarborg Platina, Goud en Zilver N.V. te Gouda, 1987
De Raad van Advies heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Directie
en Raad van commissarissen van de Waarborg Platina, Goud en Zilver N.V. te Gouda.
De Werkgroep Onderzoek privatisering van de Dienst van de Waarborg, 1983 - 1984
Samenstelling: J.B. van der Zanden (directeur van de afdeling Verbruiksbelasting van
het ministerie van Financiën), voorzitter;
drs J.R. Ensing, secretaris;
vijf leden namens het ministerie van Financiën;
één lid namens het ministerie van Economische Zaken;
drs B.W. Buenk (voorzitter van de Federatie Goud en Zilver), adviserend lid.
Periode: 1983 - 1984.
Taak: Het onderzoeken van de mogelijkheid tot privatisering van de Dienst van de Waarborg.
De Projectgroep Privatisering Waarborg, 1984 - 1987
Samenstelling: mr A.W.B.M. Hendriks (loco Secretaris-generaal van het ministerie van
Financiën), voorzitter;
drs P.J. Pearson, secretaris;
als leden namens het ministerie van Financiën: mr E. Schokker, drs J.P. van Eijk,
mr A.M.C. Geerling, mr E.J. Hehemann, mr E.W. Nijgh, E. Opperhuizen;
als leden namens het ministerie van Economische Zaken: mevr. mr T. Pen en mr A. Snethlage.
Periode: 1984 - 1987
Taak: Het voorbereiden van de privatisering van de Dienst van de Waarborg (in overleg
met de Federatie Goud en Zilver en diverse consumentenorganisaties) en het voorbereiden
van het wettelijk kader dat daarvoor benodigd was.
7. Selectielijst
De handelingen zoals in dit basis-selectiedocument zijn opgenomen komen overeen met
de handelingen in het rapport institutioneel onderzoek ‘Echt goud, echt zilver?’.
De handelingen zijn per actor gegroepeerd en zijn tevens overeenkomstig de handelingen
in het rapport genummerd.
Aan iedere handeling is een waardering toegekend. Deze waardering kan zijn een B(ewaren)
of een V(ernietigen). Wanneer een B is toegekend wordt tevens het selectiecriterium
opgenomen; bij een V is de termijn na afloop waarvan de neerslag van de handeling
vernietigd kan worden vermeld.
Actor: de Minister van Financiën
(1).
Handeling: Het (mede-) voorbereiden, wijzigen, en intrekken van het tarief van rechten
op in-, uit- en doorvoer en van (bijzondere) wetten van accijnzen.
Grondslag: art. 117 Grondwet (GW) 1814, art. 197 GW 1815, art. 195 GW 1840, art. 171
GW 1848, art. 171 GW 1884, art. 174 GW 1887, art. 174 GW 1917, art. 175 GW 1922, art.
181 GW 1938, art. 181 GW 1946, art. 181 GW 1948, art. 188 GW 1953/artt. 1 en 2 Algemene
Wet 1822 (Stb. 38).
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 1
(2).
Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van voorschriften,
richtlijnen, instructies, aanschrijvingen, aanwijzingen, maatregelen, circulaires,
boekwerken, leidraden, etc. betreffende het te volgen beleid inzake de invoerrechten
en accijnzen.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 1
(3).
Handeling: Het verrichten van studies en het vaststellen van beleidsnota’s ter voorbereiding
en/of evaluatie van het voorgenomen/ten uitvoer gelegde beleid inzake de invoerrechten
en accijnzen.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 1
(4).
Handeling: Het informeren van de Staten-Generaal betreffende het te voeren beleid
inzake het waarborgen van platina, gouden en zilveren werken.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 7
(5).
Handeling: Het beantwoorden van mondelinge/schriftelijke vragen van (individuele)
leden der Staten-Generaal.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 7
(6).
Handeling: (aangepaste tekst)
Het benoemen, schorsen en ontslaan van vertegenwoordigers in commissies, werkgroepen
of stuurgroepen belast met beleid met betrekking tot het waarborgen van (platina),
gouden en zilveren werken.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 70 jaar na geboortedatum, met inachtneming van het uitzonderingscriterium
ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995.
(7).
Handeling: vervallen
Grondslag:
Periode:
Waardering:
(8).
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein
invoerrechten en accijnzen.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 5
(9).
Handeling: Het opstellen van maandstaten, jaarstaten, productiestaten betreffende
de ontvangen en teruggegeven Waarborgbelasting en essaailoon.
Grondslag: -
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 2 v.w.b. de jaarstaten
V, 10 jaar na vaststelling jaarstaat; v.w.b. de maand- c.q. productiestaat
(10).
Handeling: Het opstellen van staten van Waarborgbenodigdheden.
Grondslag: 1. Min. resoluties/aanschrijvingen.
2. Boekwerk Waarborg 22 paragraaf 133,
3. Boekwerk Waarborg 25000 paragraaf 140.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 5 jaar na opstellen van de staten.
(11).
Handeling: Het opleggen van boeten en straffen inzake overtredingen als genoemd in
de Waarborgwet 1927/Waarborgwet 1950.
Grondslag: artt. 19, 22, 26, 30-32, 34-37, 39, 40, 42, 44-46, 49, 51-52, 61-63 Waarborgwet
1927/artt.19, 22, 30-32, 34-37, 38, 39bis, 40, 42, 44-46, 48, 49, 51, 52, 61-63, en
102 Waarborgwet 1950 (sedert 1962 artt. 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, en 64 Waarborgwet
1950)/artt. 377, 378 Wetboek van Strafrecht. Tweede Boek Misdrijven. Titel XXVIII
Ambtsmisdrijven.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 10 jaar na boete / bestraffing.
(12).
Handeling: Het aanwijzen van voorwerpen welke op een vast te stellen gehalte aan platina,
goud en zilver door rijkskeurmerken gewaarborgd dienen te worden.
Grondslag: art. 1 lid 2 Waarborgwet 1950/art. 1 Waarborgwet 1986.
Periode: 1951 - 1987
Waardering: B, 1
(13).
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, wijzigen en intrekken van algemene maatregelen
van bestuur houdende regels betreffende de bedragen van het waarborgrecht teneinde
deze aan te passen aan de uitgaven, welke door de waarborg zijn veroorzaakt.
Grondslag: art. 6 lid 5 Waarborgwet 1927/art. 5 lid 5 Waarborgwet 1950
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 1/4
(14).
Handeling: Het aanwijzen van kantoren van waarborg voor het onderzoek en de stempeling
van gouden en zilveren werken, de kringen van deze kantoren en het samenstellen van
het personeel van de kantoren van waarborg.
Grondslag: art. 7 lid 2 Waarborgwet 1927//art. 7 lid 3 Waarborgwet 1950/artt. 7, 7a,
7b, 7c, 7d, 7e Waarborgwet 1986.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 10 jaar na afgifte van de beschikking.
(15).
Handeling: Het aanwijzen van ontvangers der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen aan wie de ontvangst van de belasting en het essaailoon is opgedragen.
Grondslag: art. 7 lid 3 Waarborgwet 1927/art. 7 Waarborgwet 1950/art. 7 Waarborgwet
1986.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 10 jaar na afgifte van de beschikking.
(18).
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, wijzigen en intrekken van voorschriften/besluiten/formulieren/
bepalingen:
-
1. betreffende de vorm, vervaardiging, gebruik en verantwoording van de stempels die
voor de stempeling van gouden en zilveren werken gebruikt moeten worden.
-
2. betreffende het essaailoon van werken welke geen waarborg ten gevolge hebben.
-
3. betreffende de te gebruiken borderellen en inventarissen.
-
4. ten aanzien van de vorm van de registers waarin de schatplichtigen/ondernemers de
door hen aangekochte of verkregen werken registreren.
-
5. houdende afbeeldingen op vergrote schaal van de rijksstempelmerken, met toelichting.
-
6. voor de aangifte van de teruggave van betaalde belasting bij uitvoer naar het buitenland
van ongebruikte gouden en zilveren werken.
-
7. betreffende het kosteloos voorzien van de tweede afslag van het teken van uitvoer.
Grondslag: 1. art. 9 Waarborgwet 1927/art. 9 Waarborgwet 1950.
2. art. 15 Waarborgwet 1927/art. 15 Waarborgwet 1950.
3. art. 16 lid 2 Waarborgwet 1950.
4. art. 37 Waarborgwet 1927/art. 33 lid 2 Waarborgwet 1950.
5. art. 40 Waarborgwet 1927/art. 37 Waarborgwet 1950.
6. art. 79 lid 2 Waarborgwet 1927.
7. art. 80 lid 3 Waarborgwet 1927.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 4
(19).
Handeling: Het vervaardigen van lijsten houdende het herkenningsteken/meesterteken
dat door fabrikanten op de gouden en zilveren werken gevoerd mag worden.
Grondslag: artt. 13, 20 Waarborgwet 1927/art. 13 Waarborgwet 1950/art. 12 Waarborgwet
1986.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 2
(20).
Handeling: Het aan belanghebbenden vergoeden van de waarde van het fatsoen der versmolten
stukken.
Grondslag: art. 21 Waarborgwet 1927/artt. 21 (20 lid 4), 22 Waarborgwet 1950/art.
19 Waarborgwet 1986.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 9
(22).
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren welke belast zijn met het doen onderzoeken
van de boekhouding van schatplichtigen/ondernemers.
Grondslag: art. 38 lid 2 Waarborgwet 1927/art. 34 lid 2 Waarborgwet 1950.
Periode: 1945 - 1960
Waardering: V, 10 jaar na aanwijzing.
(26).
Handeling: Het toelaten tot transactie van overtreders van de Wet gouden en zilveren
werken.
Grondslag: art. 100, lid 3 Waarborgwet 1927/art. 100 Waarborgwet 1950.
Periode: 1945 - 1960
Waardering: V, 10 jaar na transactie.
(27).
Handeling: Het vaststellen van de termijn waarbinnen gouden en zilveren werken, welke
zijn voorzien van de stempelmerken als bedoeld in art. 1 Waarborgwet 1927, zonder
heffing van waarborgrecht voor herstempeling kunnen worden aangeboden, teneinde deze
voorwerpen te voorzien van stempelmerken in de zin der Waarborgwet 1950.
Grondslag: art. 30 lid 2 Waarborgwet 1950.
Periode: 1951 - 1987
Waardering: V, 10 jaar na vaststelling.
(28).
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, wijzigen en intrekken van voorschriften
betreffende het van een keurmerk voorzien van de aangegeven werken.
Grondslag: art. 9 Waarborgwet 1950.
Periode: 1951 - 1987
Waardering: B, 4
(29).
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, wijzigen en intrekken van voorschriften
betreffende de vorm en zinnebeelden van de rijksstempels.
Grondslag: art. 10 Waarborgwet 1950.
Periode: 1953 - 1987
Waardering: B, 4
(30).
Handeling: Het van een keurmerk voorzien van de aangegeven werken.
Grondslag: artt. 12, 13, 22 Waarborgwet 1950.
Periode: 1951 - 1987
Waardering: V, 10 jaar
(31).
Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van voorschriften
betreffende de grootte van de stempelmerken, de plaatsen waar, de plaatsen waarop
de stempelmerken op platina, gouden en zilveren werken aangebracht moeten worden.
Grondslag: paragraaf 6 Besluit bepalingen nopens de vorm en het gebruik van de rijksstempels.
(Stb. 1951, 450).
Periode: 1953 - 1987
Waardering: B, 4
(32).
Handeling: Het vaststellen van het jaarlettermerk dat door de kantoren van waarborgen
gebruikt moet worden.
Grondslag: paragraaf 5 Besluit bepalingen nopens de vorm en het gebruik van de rijksstempels.
(Stb. 1951, 450).
Periode: 1953 - 1987
Waardering: B, 4
(33).
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van de openingstijden van de keurkamers.
Grondslag: paragraaf 136 lid 3/paragraaf 143 lid 3 van de Resolutie van 27 september
1962, nr. D2/8111.
Periode: 1951 - 1987
Waardering: V, 5 jaar na vaststelling.
Actor: de Staatssecretaris van Financiën
(23).
Handeling: Het verlenen van vrijstelling van keuring, waarborgbelasting en stempeling
bij het invoeren van platina, gouden en zilveren werken.
Grondslag: artt. 36, 66 Waarborgwet 1927/art. 48 Waarborgwet 1950.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 1
Actor: ambtenaren van de Waarborg/ambtenaren van de Directe Belastingen, Invoer en
Accijnzen/de Dienst Invoerrechten en Accijnzen
(16).
Handeling: Het kosteloos verstrekken van inlichtingen betreffende de betekenis van
de op gouden en zilveren werken voorkomende verschillende keur- en andere stempelmerken.
Grondslag: art. 8 Waarborgwet 1927/art. 8 Waarborgwet 1950/art. 59 Waarborgwet 1986.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 5 jaar na verstrekken van de inlichtingen.
(17).
Handeling: Het registreren, muteren en afschrijven van allen die uit hoofde van hun
nevenberoep waarborgplichtig geacht worden te zijn.
Grondslag: artt. 30 t/m 33 Waarborgwet 18 september 1852/ artt. 12, 27, 29, 39, 40,
41 Waarborgwet 1950.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 1
(21).
Handeling: Het verbeurdverklaren van gouden en zilveren werken welke stof te zijn
opgevuld of ook op een bedekte wijze met soldeersel overladen te zijn en het verkopen
van de verbeurdverklaarde gouden en zilveren werken.
Grondslag: artt. 22, 34, 82, 104 Waarborgwet 1927 / artt. 22, 34, 104 Waarborgwet
1950.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: B, 6
(24).
Handeling: Het opsporen van en het opmaken van proces-verbaal bij overtredingen van
de Waarborgwet 1927/Waarborgwet 1950.
Grondslag: artt. 85bis, 90 Waarborgwet 1927/art. 90 Waarborgwet 1950.
Periode: 1953 - 1987
Waardering: V, 10 jaar na overtreding.
(25).
Handeling: Het, door of namens de minister van Financiën, insturen van het proces-verbaal
aan de officier van Justitie bij de arrondissementsrechtbank in wiens ressort de bekeuring
heeft plaats gevonden.
Grondslag: art. 100 Waarborgwet 1927/art. 100 Waarborgwet 1950.
Periode: 1945 - 1987
Waardering: V, 10 jaar na insturing.
Actor: de Minister van Economische Zaken
(1).
Handeling: Het (mede-) voorbereiden, wijzigen, en intrekken van het tarief van rechten
op in-, uit- en doorvoer en van (bijzondere) wetten van accijnzen.
Grondslag: art. 117 Grondwet (GW) 1814, art. 197 GW 1815, art. 195 GW 1840, art. 171
GW 1848, art. 171 GW 1884, art. 174 GW 1887, art. 174 GW 1917, art. 175 GW 1922, art.
181 GW 1938, art. 181 GW 1946, art. 181 GW 1948, art. 188 GW 1953/artt. 1 en 2 Algemene
Wet 1822 (Stb. 38).
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1
(2).
Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van voorschriften,
richtlijnen, instructies, aanschrijvingen, aanwijzingen, maatregelen, circulaires,
boekwerken, leidraden, etc. betreffende het te volgen beleid inzake de invoerrechten
en accijnzen.
Grondslag: -
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1
(3).
Handeling: Het verrichten van studies en het vaststellen van beleidsnota’s ter voorbereiding
en/of evaluatie van het voorgenomen/ten uitvoer gelegde beleid inzake de invoerrechten
en accijnzen.
Grondslag: -
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1
(4).
Handeling: Het informeren van de Staten-Generaal betreffende het te voeren beleid
inzake het waarborgen van platina, gouden en zilveren werken.
Grondslag: -
Periode: 1987 -
Waardering: B, 7
(5).
Handeling: Het beantwoorden van mondelinge/schriftelijke vragen van (individuele)
leden der Staten-Generaal.
Grondslag: -
Periode: 1987 -
Waardering: B, 7
(6).
Handeling: (aangepaste tekst)
Het benoemen, schorsen en ontslaan van vertegenwoordigers in commissies, werkgroepen
of stuurgroepen belast met het beleid met betrekking tot het waarborgen van (platina),
gouden en zilveren werken.
Grondslag: -
Periode: 1987 -
Waardering: V, 70 jaar na geboortedatum, met inachtneming van het uitzonderingscriterium
ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995
(7).
Handeling: vervallen
Grondslag:
Periode:
Waardering:
(8).
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein
invoerrechten en accijnzen.
Grondslag: -
Periode: 1987 -
Waardering: B, 5
(12).
Handeling: Het aanwijzen van voorwerpen welke op een vast te stellen gehalte aan platina,
goud en zilver door rijkskeurmerken gewaarborgd dienen te worden.
Grondslag: art. 1 lid 2 Waarborgwet 1950/art. 1 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1
(19).
Handeling: Het vervaardigen van lijsten houdende het herkenningsteken/meesterteken
dat door fabrikanten op de gouden en zilveren werken gevoerd mag worden.
Grondslag: artt. 13, 20 Waarborgwet 1927/art. 13 Waarborgwet 1950/art. 12 Waarborgwet
1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 2
(20).
Handeling: Het aan belanghebbenden vergoeden van de waarde van het fatsoen der versmolten
stukken.
Grondslag: art. 21 Waarborgwet 1927/artt. 21 (20 lid 4), 22 Waarborgwet 1950/art.
19 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 9
(31).
Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van voorschriften
betreffende de grootte van de stempelmerken, de plaatsen waar, de plaatsen waarop
de stempelmerken op platina, gouden en zilveren werken aangebracht moeten worden.
Grondslag: paragraaf 6 Besluit bepalingen nopens de vorm en het gebruik van de rijksstempels.
(Stb. 1951, 450).
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(32).
Handeling: Het vaststellen van het jaarlettermerk dat door de kantoren van waarborgen
gebruikt moet worden.
Grondslag: paragraaf 5 Besluit bepalingen nopens de vorm en het gebruik van de rijksstempels.
(Stb. 1951, 450).
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(36).
Handeling: Het stellen van eisen aan het waarborgen van werken, die gedeeltelijk bestaan
uit edele metalen als bedoeld in art. 1 van de Waarborgwet 1986, dan wel zijn opgevuld
met andere stoffen dan de in artikel 1 bedoelde edele metalen.
Grondslag: art. 4 lid 2 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(37).
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur verhogen van de in artikel 5 lid
2 onder a en b Waarborgwet 1986 bedoelde grenzen van de totale massa aan platina,
goud en zilver.
Grondslag: art. 5 lid 3 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(38).
Handeling: Het vrijstelling verlenen van waarborg betreffende platina, gouden en zilveren
werken, welke hier te lande worden vervaardigd, worden ingevoerd of uit het bezit
van anderen dan in de handel worden gebracht.
Grondslag: art. 6 lid 1 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1
(39).
Handeling: Het aanwijzen van een of meer rechtspersonen die tot taak hebben het keuren
en van stempelwerken voorzien van platina, gouden en zilveren werken.
Grondslag: art. 7 lid 1/art. 7 lid 3 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1/4
(40).
Handeling: Het goedkeuren c.q. weigeren van wijzigingen in de statuten van waarborginstellingen.
Grondslag: art. 7a lid 1 Waarborgwet 1986.
Product: Statuten van waarborginstellingen.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(41).
Handeling: Het goedkeuren c.q. weigeren van de tarieven die de waarborginstellingen
berekenen voor het onderzoek van de werken met het oog op het verkrijgen van stempelmerken
en voor het plaatsen van deze merken.
Grondslag: art. 7c lid 1/art. 7c lid 2 Waarborgwet 1986.
Product: Beschikking, Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 26 februari
1987.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(42).
Handeling: Het goedkeuren c.q. weigeren van de begroting van waarborginstellingen.
Grondslag: art. 7d lid 1/art. 7d lid 5/art. 7d lid 3 Waarborgwet 1986.
Product: Goedgekeurde begroting.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(43).
Handeling: Het goedkeuren c.q. weigeren van het tarief voor de goedkeuring van het
meesterteken.
Grondslag: art. 13 lid 2 Waarborgwet 1986.
Product: Beschikking.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(46).
Handeling: Het machtigen van de waarborginstellingen om, voordat de begroting is goedgekeurd,
uitgaven voor bepaalde posten te doen.
Grondslag: art. 7d lid 4 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: V, 6 jaar na afgifte van de machtiging
(47).
Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van regels/voorschriften:
-
1. ten behoeve van een goede coördinatie van de uitvoering van de door de rechtspersonen
te verrichten taken en werkzaamheden als bedoeld in de artt. 13, 18, 27, 29, 39, 46,
47, 47a, 52 en 60 van de Waarborgwet 1986,
-
2. betreffende de vorm en het gebruik van de stempels die voor de stempeling van platina,
gouden en zilveren werken gebruikt moeten worden.
-
3. inzake de gegevens, die bij de in de artikelen 27 en 29 bedoelde aangiften moeten
worden verstrekt,
-
4. betreffende de wijze waarop de inlichtingen als bedoeld in art. 58 lid 1 en de termijn
waarbinnen deze worden verstrekt.
-
5. ten behoeve van een goede coördinatie van de uitvoering van de door rechtspersonen
als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Waarborgwet 186 aangewezen rechtspersonen
te verrichten taken en werkzaamheden.
Grondslag: 1. art. 7e lid 1 Waarborgwet 1986,
2. art. 9 lid 1 Waarborgwet 1986,
3. art. 29a Waarborgwet 1986,
4. art. 58 lid 2 Waarborgwet 1986.
5. art II lid 5 van de Wet van 29 januari 1987 (Stb. 38).
Periode: 1987 -
Waardering: B, 4
(48).
Handeling: Het aanwijzen van werknemer van een waarborginstelling welke belast is
met het uitoefenen van het toezicht op het bij of krachtens de Waarborgwet 1986 bepaalde.
Grondslag: art. 46, 52 - 57 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 1
(49).
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan het bestuur van de waarborginstellingen
ten aanzien van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Waarborgwet
1986 bepaalde.
Grondslag: art. 53 Waarborgwet 1986
Periode: 1987 -
Waardering: B, 3
(50).
Handeling: Het van een waarborginstelling verlangen van inlichtingen die de minister
nodig heeft voor de uitvoering van de Waarborgwet 1986.
Grondslag: art. 58 lid 1 Waarborgwet 1986
Periode: 1987 -
Waardering: B, 2
(51).
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, wijzigen en intrekken van regels ten behoeve
van een goede coördinatie van de uitvoering van de door rechtspersonen als bedoeld
in artikel 7, eerste lid van de Waarborgwet 1986 aangewezen rechtspersonen te verrichten
taken en werkzaamheden.
Grondslag: art. II lid 5 van de Wet van 29 januari 1987 (Stb. 38).
Periode: 1988 -
Waardering: B, 1
(56).
Handeling: Het aanwijzen van vijftien vertegenwoordigers die tezamen de Raad van Advies
van de Waarborg Platina, Goud en Zilver N.V. te Gouda vormen.
Bron: C.A. Schreuder, Publiekrechtelijke taken, private rechtspersonen. Verzelfstandiging
en privatisering in de vorm van vennootschappen en stichtingen. (Deventer 1994), 281.
Periode: 1987 -
Waardering: B, 5
Actor: de Minister van Justitie
(52).
Handeling: Het aanwijzen van (buitengewoon) opsporingsambtenaren Waarborg Platina,
Goud en Zilver.
Grondslag: art. 17 lid 1 Waarborgwet 1986.
Periode: 1988 -
Actor: de (buitengewoon) opsporingsambtenaren Waarborg platina, goud en zilver
(53).
Handeling: Het opsporen van feiten welke strafbaar gesteld bij of krachtens:
a. de artt. 217, 219, 220, 222bis, en 440 van het Wetboek van Strafrecht,
b. de Waarborgwet 1986, en
c. andere wetten, indien en voor zover zij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek
door een officier van justitie worden belast, voor de duur van dat onderzoek.
Grondslag: 1. art. 17 lid 1 Waarborgwet 1986,
2. art. 3 lid 1 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Waarborg Platina, Goud en
Zilver N.V. 1995 (Stcrt. 1995, 47).
Periode: 1988 -
Actor: de procureur-generaal bij het gerechtshof Den Haag
(54).
Handeling: Het beëdigen van de buitengewoon opsporingsambtenaren Waarborg Platina,
Goud en Zilver.
Grondslag: art. 4 lid 1 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Waarborg Platina,
Goud en Zilver N.V. 1995 (Stcrt. 1995, 47).
Periode: 1995 -
Actor: de hoofdofficier van Justitie bij het arrondissementsparket Den Haag/de korpschef
van het politiekorps Hollands-Midden
(55).
Handeling: Het (direct) toezicht houden op de buitengewoon opsporingsambtenaren Waarborg
Platina, Goud en Zilver.
Grondslag: art. 5 lid 1/art. 5 lid 2 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Waarborg
Platina, Goud en Zilver N.V. 1995 (Stcrt. 1995, 47).
Periode: 1995 -
Actor: Werkgroep onderzoek en privatisering van de Dienst van de Waarborg
(34).
Handeling: Het onderzoeken van de mogelijkheid tot privatisering van de Dienst van
de Waarborg met inachtneming van de door de minister van Financiën aan de voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gerichte brief van 25 mei 1983 gegeven richtlijnen
en onderzoeksleidraad.
Grondslag: Rapport van de Werkgroep onderzoek Privatisering van de Dienst van de Waarborg
([Den Haag] 1984), 2.
Periode: 1983 - 1984.
Actor: Projectgroep privatisering Waarborg
(35).
Handeling: Het voorbereiden van de privatisering van de Dienst van de Waarborg (in
overleg met de Federatie Goud en Zilver en diverse consumentenorganisaties) en het
voorbereiden van het wettelijk kader dat daarvoor benodigd was.
Grondslag: Besluit van de minister van Financiën van 21 november 1984, nr. 184-4619
(Stcrt. 1984, nr. 228).
Periode: 1984 - 1987
Waardering: B, 3
Actor: Waarborg platina, goud en zilver N.V.
(44).
Handeling: Het aan de minister van Economische Zaken nadere gegevens verstrekken betreffende
de beoordeling van de begroting.
Grondslag: art. 7d lid 2 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
(45).
Handeling: Het goedkeuren van het in art. 12 lid 1 Waarborgwet 1986 bedoelde meesterteken.
Grondslag: art. 13 lid 2 Waarborgwet 1986.
Periode: 1987 -
Actor: Raad van Advies van de Waarborg platina, goud en zilver
(57).
Handeling: Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Directie en Raad van commissarissen
van de Waarborg Platina, Goud en Zilver N.V. te Gouda.
Bron: C.A. Schreuder, Publiekrechtelijke taken, private rechtspersonen. Verzelfstandiging
en privatisering in de vorm van vennootschappen en stichtingen. (Deventer 1994), 281.
Periode: 1987 -
Actor: College van beroep voor het bedrijfsleven
(58).
Handeling: Het beschikken tegen een op grond van de Waarborgwet 1986 genomen besluit.
Grondslag: art. 63 Waarborgwet 1986.
Periode: 1993 -
Opmerking: Het gaat hierbij om onder andere besluiten welke genomen zijn op grond
van de artt. 4, 11 en 20 van de Waarborgwet 1986.
1 Zie voor overige taken van de diverse bureaus de hoofdstukken betreffende het Departement
van Financiën in de Staatsalmanak voor het Koninkrijk der Nederlanden 1940-1947. (‘s-Gravenhage
1939-1946).