Besluit plaatsen bestuurlijke ophouding

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 09-10-2010

Besluit van 28 april 2000, houdende regels omtrent de geschiktheid van plaatsen waar groepen van personen bestuurlijk worden opgehouden (Besluit plaatsen bestuurlijke ophouding)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 februari 2000, nr. EA2000/U58162;

Gelet op artikel 154a, achtste lid, en 176a, derde lid, van de Gemeentewet;

De Raad van State gehoord (advies van 23 maart 2000, nr. W04.00.0088/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 april 2000, nr. EA2000/464269;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. Begripsbepaling

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Paragraaf 2. Eisen aan de plaats van ophouding

Artikel 2

De burgemeester draagt er zorg voor dat voldoende maatregelen zijn genomen om de veiligheid van de opgehoudenen en andere op de plaats van ophouding aanwezigen, te waarborgen.

Artikel 3

De burgemeester draagt er zorg voor dat de opgehoudenen kunnen beschikken over een redelijke bewegingsruimte.

Artikel 4

  • 1 De burgemeester treft voorzieningen opdat de opgehoudenen, indien redelijkerwijs nodig en mogelijk, beschikken over:

    • a. de gelegenheid tot het gebruik van een toilet,

    • b. de gelegenheid tot het hebben van telefonische contacten,

    • c. de noodzakelijke medische zorg, en

    • d. informatie over de gang van zaken tijdens de ophouding.

  • 2 De burgemeester laat aan de opgehoudenen zo nodig eten en drinken verstrekken.

  • 3 Indien er sprake is van ophouding in de periode tussen één en zes uur voormiddags, treft de burgemeester voorzieningen opdat de opgehoudenen in ieder geval beschikken over slaapgelegenheid, tenzij de opgehoudenen op de plaats van ophouding, niet zijnde het middel van vervoer, aankomen na vier uur voormiddags.

Artikel 5

  • 1 Op de plaats van ophouding worden zo mogelijk voorzieningen getroffen voor het mogelijk maken van het vastleggen van de gegevens van de opgehouden personen.

  • 2 Van de opgehouden personen die hun gegevens willen laten vastleggen worden uitsluitend vastgelegd de naam, het adres, de woonplaats en de geboortedatum.

Artikel 6

  • 2 Deze voorzieningen bestaan in elk geval uit het beschikbaar stellen van schrijfgerei en papier.

  • 3 De burgemeester draagt er zorg voor dat een op de voorgeschreven wijze aangereikt beroepschrift of een schriftelijk verzoek om een voorlopige voorziening, onverwijld in handen wordt gesteld van de voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 april 2000

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de vierde mei 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven