Ingevolge het bepaalde in artikel 22 van het Besluit uitbreiding en beperking kring
verzekerden volksverzekeringen 1989 is niet verzekerd ingevolge de volksverzekeringen
degene die niet duurzaam en uitsluitend wegens studieredenen in Nederland woont en
op wie een buitenlandse wettelijke regeling inzake sociale zekerheid van toepassing
blijft. In artikel 20 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen
1999, dat op 1 januari 1999 in werking is getreden, is bepaald dat niet verzekerd
is op grond van de volksverzekeringen de persoon die uitsluitend wegens studieredenen
in Nederland woont en jonger is dan 27 jaar.
Het is mij gebleken dat er in de praktijk onduidelijkheid bestaat over de vraag hoe
de vorengenoemde artikelen moeten worden uitgelegd ingeval een buitenlandse student
die in Nederland studeert in Nederland gaat werken (bijvoorbeeld vakantiewerk, een
weekend- of parttimebaan of een baan die in de eindfase van de studie wordt aanvaard).
Dienaangaande deel ik u na overleg met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en de Sociale Verzekeringsbank het volgende mede.
Zowel in artikel 22 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen
1989 als in artikel 20 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden
volksverzekeringen 1999 geldt als een van de voorwaarden voor uitsluiting van de volksverzekeringen
dat de betrokkene uitsluitend wegens studieredenen in Nederland woont. Deze voorwaarde
houdt in dat niet alleen moet worden getoetst of betrokkene wegens studieredenen in
Nederland is, maar ook – in verband met de in deze voorwaarde gebezigde term ‘uitsluitend’ –
of studie de enige reden is geweest om in Nederland te gaan wonen. Aan het vereiste
dat betrokkene wegens studieredenen in Nederland woont, is voldaan indien hij daadwerkelijk
studerend is en zijn voor werken beschikbare tijd grotendeels, dat wil zeggen voor
meer dan de helft, in beslag wordt genomen door het volgen van onderwijs of van een
beroepsopleiding. Voor de beoordeling van de vraag of betrokkene aan dit vereiste
voldoet, dient te worden uitgegaan van een werkweek van 38 uur. Er moet derhalve sprake
zijn van een studie of beroepsopleiding die meer dan 19 uur per week in beslag neemt.
De term ‘uitsluitend’ brengt met zich mee dat er geen ruimte is voor een andere reden
van verblijf in Nederland dan de studie of de opleiding voor een beroep. Dit houdt
in dat, indien de student arbeid in het economisch verkeer gaat verrichten buiten
zijn studie, hij niet (langer) geacht kan worden uitsluitend wegens studieredenen
in Nederland te wonen. De aard en de omvang van de arbeid is hierbij in beginsel niet
van belang. Ook geringe (deeltijd)arbeid en vakantiewerk leiden ertoe dat niet meer
aan de voorwaarden voor uitsluiting van de volksverzekeringen wordt voldaan. Alleen
indien er sprake is van arbeid, welke wordt verricht uit hoofde van de studie of beroepsopleiding
– bijvoorbeeld tijdens een stageperiode die een verplicht onderdeel vormt van de studie
of beroepsopleiding – wordt deze arbeid geacht te behoren tot de studieredenen. Voor
de toepassing van artikel 20 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden
volksverzekeringen 1989 houdt dit laatste in dat de betrokken student uitgesloten
blijft van de volksverzekeringen indien hij tevens voldoet aan de in dat artikel genoemde
voorwaarde dat op hem een buitenlandse wettelijke regeling inzake sociale zekerheid
van toepassing blijft. Met ingang van 1 januari 1999 behoeft aan die voorwaarde niet
langer voldaan te worden aangezien deze in artikel 22 van het Besluit uitbreiding
en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 niet meer is opgenomen. Wel
geldt vanaf die datum als voorwaarde voor uitsluiting van de volksverzekeringen dat
de betrokken student jonger is dan 27 jaar.
Tenslotte wordt hierbij – voor zoveel nodig – nog opgemerkt dat voor studenten die
niet aan de voorwaarden voor uitsluiting van de volksverzekeringen voldoen, de resolutie
van 31 juli 1992, nr. DB92/3850, nog van belang kan zijn.