Thema beeldende vakken examen vwo 2001

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 22-04-2000 t/m 30-12-2004

Thema beeldende vakken examen vwo 2001

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Gelet op:

  • artikel 7 van het Eindexamenbesluit vwo - havo - mavo - vbo en de Regeling examenprogramma's beeldende vakken vwo;

Besluit:

Artikel 1. Thema centraal examen 2001

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het thema voor het centraal examen vwo in de vakken tekenen, handvaardigheid I (handenarbeid) en handvaardigheid II (textiele werkvormen) voor het schooljaar 2000 - 2001 is: Van beroep: kunstenaar.

  • 2 De stofbeperking, de probleemstellingen en de exameneisen worden vastgesteld als aangegeven in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 3. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-Regelingen, waarin deze regeling is geplaatst.

Artikel 4. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Thema beeldende vakken examen vwo 2001.

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

drs. K.Y.I.J. Adelmund

Bijlage

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Stofbeperking

Leren en doen:

  • de middeleeuwse beeldhouwpraktijk;

  • de leerschool bij de meester, reizen, werken naar de natuur en naar prenten;

  • Jan van Scorel en Maarten van Heemskerck;

  • Adriaen de Vries, een "buitenlandse" beeldhouwer;

  • opleiding van en door Rubens;

  • opleiding van en door Rembrandt;

  • Corneille's reizen

  • Ateliers '63

Regels en theorieën

  • de gilden;

  • Alberti, De Pictura;

  • de Accademia del disegno in Florence en de Accademia di S.Luca in Rome;

  • de Académie royale en haar regels

  • Le Brun en de Gobelins;

  • nieuwe regels: het Bauhaus;

  • de regels van het Nieuwe Bouwen, de CIAM;

  • Siedlung Weissenhof;

  • vrije expressie

Originaliteit

  • waarin is Adriaen de Vries origineel;

  • inventies van Rubens: de Maria de' Medici cyclus;

  • inventies van Rembrandt: de Nachtwacht;

  • de strijd tussen académie en avantgarde;

  • Courbet, de impressionisten en de breuk met het verleden;

  • origineel leren zijn: de Bauhausmethoden;

  • Textielkunst en de Biennales van Lausanne;

  • gebruikmaken van bestaande beelden en materialen:

    • Duchamp

    • Warhol en zijn factory;

  • de originaliteit van Cobra;

  • citaat en hergebruik: Memphis en Alchimia;

  • Ateliers '63 (docent Carel Visser en student Marlene Dumas)

Wisselwerking tussen maker en afnemer

  • van bouwloge naar gilde;

  • Adriaen de Vries, een gezocht beeldhouwer;

  • de markt voor kunst in de Republiek;

  • de marktpositie van Rubens en Rembrandt;

  • Van Campen bouwt het huis van Constantijn Huygens;

  • architectuurprijsvragen:

    • stadhuis Den Haag

    • Rijksmuseum,

    • Vredespaleis,

  • de rol van Académie en Salon als verkooppunt voor kunst;

  • wat verkoopt Duchamp?;

  • popularisering:

    • Warhols en Corneilles producten;

  • Ateliers '63 als carrièrebepalers;

  • Industriële vormgeving;

  • HEMA-wedstrijden;

  • de doorbraak van Viktor & Rolf

Probleemstellingen

Is kunstbeoefening een beroep of een roeping? Met welke doelen wordt de kunst geleerd. Op welke wijze neemt de kunstenaar ruimte voor artistieke vrijheid. Welke samenhang bestaat er tussen kunst en maatschappij.

Eindexameneisen

De kandidaat moet in staat zijn om vergelijkingen te maken door het thema heen en, voornamelijk vanuit het beeld, aan te geven:

  • welke positie de middeleeuwse beeldhouwer innam;

  • op welke manier een schilder aan het eind van de middeleeuwen werd opgeleid;

  • in welk opzicht de opleiding van Jan van Scorel en Maarten van Heemskerck verder ging en hoe dit in hun werk tot uiting is gekomen;

  • in welke opzichten de opleiding, de manier van werken en de onderwerpkeuze van Adriaen de Vries een nieuwe tijd weerspiegelen;

  • in welke opzichten Rubens' opleiding overeenkomt met die van Van Heemskerck en De Vries;

  • op welke manier Rembrandt op de hoogte was van Italiaanse kunst, ondanks het feit dat hij er zelf nooit is geweest;

  • hoe de kunst van de klassieke oudheid en de Italiaanse kunst van de Renaissance een rol speelt in het werk van Van Heemskerck, De Vries, Rubens en Rembrandt en welk belang deze kunstenaars hechtten aan het werken naar de natuur;

  • op welke wijze het leerlingstelsel van Rubens en Rembrandt werkte;

  • welke vernieuwende invloed van de Ateliers '63 is uitgegaan en hoe de opzet zich verhoudt tot eerdere atelierpraktijken;

  • waarom er blijkbaar behoefte ontstond aan bepaalde regels voor de kunst;

  • welke praktische regels Alberti aan zijn theorie ontleende;

  • wat de eerste Italiaanse academies inhielden en in hoeverre deze afweken van het St. Lucasgilde in bijvoorbeeld Antwerpen en Amsterdam;

  • welke invloed de regels van de Académie hebben gehad op de kunst in Frankrijk en vervolgens ook in de rest van Europa in de 17de en 18de eeuw;

  • welke verschillende uitgangspunten het Bauhaus ontwikkelde ten aanzien van vormgeving, productie en het maatschappelijk functioneren van toegepaste kunst;

  • welke invloed het Bauhaus daarmee heeft gehad;

  • wat het Nieuwe Bouwen inhoudt en wat doel en opzet van de CIAM waren;

  • in welk opzicht de Weissenhofsiedlung een uitkomst van deze theorieën is;

  • wat vrije expressie inhoudt;

  • in welke mate van kunstenaars als De Vries, Rubens en Rembrandt originaliteit werd verwacht;

  • welke rol de Académie speelde voor de Franse kunstenaars in de 19de eeuw;

  • welke methoden in het Bauhaus werden toegepast om tot originele ideeën/werken te komen;

  • op welke wijze de Biennales van Lausanne invloed hebben gehad op de vernieuwingen in de textielkunst;

  • welke invloed Duchamp heeft gehad op het denken over kunst;

  • hoe het begrip originaliteit in de popart en met name door Warhol een andere lading heeft gekregen;

  • op welke wijze de kunstenaars van Cobra in hun werk origineel waren;

  • op welke wijze en in welke maatschappelijke context citaat en hergebruik algemeen gehanteerde principes worden aan het eind van de 20ste eeuw;

  • hoe hedendaagse ontwerpers het dogma van het functionalisme en de goede smaak hebben opengebroken;

  • op welke verschillende manieren kunstenaars het objet trouvé hebben toegepast;

  • welke rol de opdrachtgevers in de carrières van resp. (Van Heemskerck), De Vries, Rubens en Rembrandt hebben gespeeld;

  • hoe de samenwerking verliep tussen Constantijn Huygens en Jacob van Campen bij de bouw van Huygens' woonhuis en welke ideeën over vormgeving daarbij een rol speelden;

  • hoe de keuze voor het winnende ontwerp tot stand kwam bij resp. het Rijksmuseum, het Vredespaleis en het Stadhuis van Den Haag, gelet op de opdrachtgever, de architect en de publieke opinie;

  • hoe Académie en Salon koper en kunstenaar tot elkaar brachten;

  • hoe de popularisering van het kunstwerk realiteit werd in de producten van resp. Corneille en Warhol;

  • hoe belangrijk de Ateliers '63 zijn (geweest) voor de ontwikkeling van kunstenaars;

  • tot welke resultaten de HEMA-wedstrijden hebben geleid;

  • op welke wijze Viktor & Rolf hun naam in de internationale modewereld hebben gevestigd.

Naar boven