Reglement radarpatenten

[Regeling vervallen per 01-04-2008.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m 31-03-2008

Besluit van 1 december 1999, houdende het van toepassing zijn van het reglement betreffende het verlenen van radarpatenten (Besluit Reglement radarpatenten)

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Artikel 1.01. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. schip: een binnenschip met inbegrip van een klein schip en een veerpont, alsmede een drijvend werktuig en een zeeschip;

  • b. op radar varen: varen bij slecht zicht, waarbij voor het voeren van het schip gebruik wordt gemaakt van radar;

  • c. schipperspatent: een Rijnpatent of een ander bewijs van vaarbevoegdheid voor de binnenvaart;

  • d. marifoonbedieningscertificaat: een, ingevolge de op 25 januari 1996 te Brussel tot stand gekomen Regionale overeenkomst betreffende de marifoon in de binnenvaart, afgegeven geldig bedieningscertificaat.

Artikel 1.02. Verplichting tot het hebben van een patent

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

  • 1 Degene die op radar wil varen moet, naast het voor het te bevaren riviergedeelte benodigde schipperspatent, in het bezit zijn van een in overeenstemming met dit reglement afgegeven radarpatent of een ander door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart erkend diploma. De criteria voor de erkenning worden in een richtlijn als bedoeld in artikel 1.03 vastgelegd.

  • 2 De bevoegde autoriteit kan, in afwijking van artikel 3.03, voor het voeren van een veerpont binnen het gebied van zijn bevoegdheid een radarpatent onder voorwaarden afgeven, die rekening houden met de bijzonderheden van het traject waarop de veerpont vaart en waarvoor het radarpatent moet gelden.

Artikel 1.03. Richtlijnen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Voor de toepassing van dit reglement kunnen richtlijnen worden vastgesteld. De bevoegde autoriteiten dienen zich aan deze richtlijnen te houden.

Artikel 1.04. Wijziging door voorschriften van tijdelijke aard

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

De Centrale Commissie voor de Rijnvaart kan voorschriften van tijdelijke aard vaststellen, wanneer het voor een aanpassing aan de technische ontwikkeling van de binnenscheepvaart noodzakelijk wordt geacht om in dringende gevallen afwijkingen van dit reglement toe te laten dan wel proefnemingen mogelijk te maken, waardoor de veiligheid en de vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer niet worden benadeeld. Deze voorschriften van tijdelijke aard worden door de bevoegde autoriteit gepubliceerd en hebben een geldigheidsduur van ten hoogste drie jaren. Zij worden in alle Oeverstaten en in België op hetzelfde tijdstip in werking gesteld en worden onder dezelfde voorwaarden buiten werking gesteld.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor het verkrijgen van een radarpatent

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Artikel 2.01. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Degene die een radarpatent wil verkrijgen moet:

  • a. ten minste 18 jaar oud,

  • b. houder van een schipperspatent en houder van een marifoonbedieningscertificaat zijn.

Artikel 2.02. Aanvraag en toelating tot het examen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

  • 1 De gegadigde voor een radarpatent moet een aanvraag voor toelating tot het examen en tot afgifte van een patent richten aan de bevoegde autoriteit, onder opgave van de volgende gegevens:

    • a. voor- en achternaam;

    • b. geboortedatum en geboorteplaats;

    • c. adres.

  • 2 Bij de aanvraag moeten worden overgelegd:

    • a. een recente pasfoto;

    • b. een kopie van de identiteitskaart of het paspoort;

    • c. een kopie van het schipperspatent;

    • d. een kopie van het marifoonbedieningscertificaat.

  • 3 Voor aanvang van het examen moeten de originele documenten, bedoeld in het tweede lid, onder b tot en met d, op verzoek worden overgelegd.

Hoofdstuk 3. Procedures voor het examen, de afgifte en het intrekken van radarpatenten

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Artikel 3.01. Examencommissie

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

  • 1 De bevoegde autoriteit benoemt één of meer examencommissies voor het afnemen van de examens. Iedere examencommissie bestaat uit een voorzitter, die vertegenwoordiger is van de bevoegde autoriteit, en ten minste twee examinatoren die voldoende terzake kundig zijn.

  • 2 De examinator die toeziet op het verloop van het praktische deel van het examen moet houder van het radarpatent zijn.

Artikel 3.02. Examendata

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

De examencommissie draagt er zorg voor dat de datum, het tijdstip en de plaats van het examen evenals de termijn van aanmelden tijdig bekend gemaakt worden.

Artikel 3.03. Examen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

  • 1 De gegadigde moet tijdens het examen ten overstaan van een examencommissie als bedoeld in artikel 3.01 aantonen dat hij overeenkomstig het examenprogramma, bedoeld in bijlage 1 (theoretisch en praktisch deel), beschikt over voldoende kennis terzake van het voeren van een schip met behulp van radar.

  • 2 Het praktische examen kan ook op een door de bevoegde autoriteit hiervoor toegelaten radarsimulator worden afgenomen.

  • 3 Aan het in het eerste lid gestelde vereiste wordt voldaan wanneer de gegadigde een ander bewijs bezit dan voorgeschreven volgens dit reglement, voorzover dit bewijs door de bevoegde autoriteit van één der Rijnoeverstaten of België als gelijkwaardig is erkend.

  • 4 De gegadigde die voor het theoretische of praktische onderdeel van het examen is gezakt, kan voor dit onderdeel binnen een door de bevoegde autoriteit vastgestelde termijn, die niet korter dan twee maanden mag zijn, bij dezelfde examencommissie een herexamen doen. Indien de gegadigde niet binnen een jaar voor het herexamen is geslaagd, moet hij opnieuw worden geëxamineerd voor het volledige examenprogramma.

  • 5 De examencommissie deelt aan iedere gegadigde persoonlijk de uitslag van het examen mee. Op verzoek van de gegadigde moet de examencommissie mondeling inlichtingen geven over de door hem gemaakte fouten en kan zij hem tevens het inzien van de examendocumenten toestaan.

Artikel 3.04. Afgifte van het radarpatent

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

  • 1 Indien de gegadigde voor het examen is geslaagd, geeft de bevoegde autoriteit aan hem het radarpatent af volgens het model van bijlage 2.

  • 2 Het bezit van het radarpatent kan op de schipperspatentkaart met het woord «Radar» worden aangegeven.

  • 3 Op de radarpatenten, bedoeld in artikel 1.02, tweede lid, wordt aangetekend:« Alleen geldig voor het voeren van een veerpont tussen ........ en ..........».

  • 4 Is een radarpatent onbruikbaar geworden, verloren gegaan of anderszins in het ongerede geraakt, dan geeft de autoriteit die het heeft afgegeven op aanvraag een vervangend patent af, dat als zodanig is gewaarmerkt. De houder moet ten overstaan van de bevoegde autoriteit het verlies aannemelijk maken. Een onbruikbaar geworden of teruggevonden patent moet bij de autoriteit die het heeft afgegeven worden ingeleverd of worden overgelegd om ongeldig te worden verklaard.

Artikel 3.05. Intrekken van het radarpatent

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Het radarpatent kan door de bevoegde autoriteit worden ingetrokken, wanneer de houder bij het voeren van een schip met behulp van radar een voor de scheepvaart gevaar veroorzakende onbekwaamheid aan de dag heeft gelegd. Het radarpatent kan tijdelijk dan wel permanent worden ingetrokken.

Artikel 3.06. Kosten

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Het examen, de afgifte, het vervangen en de omruil van het radarpatent worden gedaan tegen een redelijk vergoeding van de kosten door de aanvrager. De hoogte van de kosten wordt door de bevoegde autoriteit vastgesteld. Deze kan de kosten geheel of ten dele vanaf het tijdstip van aanvraag vorderen.

Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Artikel 4.01. Geldigheid van bestaande radardiploma's

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

  • 1 Radardiploma's, afgegeven overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn tot aan de inwerkingtreding van dit reglement, blijven geldig met inachtneming van die voorschriften.

Artikel 4.02. Omwisselen van radardiploma's

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Radardiploma's, bedoeld in artikel 4.01, kunnen voor een radarpatent als bedoeld in dit reglement worden omgewisseld.

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 3.03, eerste lid, van het Reglement radarpatenten

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Examenprogramma voor het verkrijgen van een radarpatent

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

DEEL A: THEORETISCH GEDEELTE

1.

Theorie omtrent radar

1.1

Radiogolven, algemeen

1.2

Voortplantingssnelheid van de radiogolven

1.3

Terugkaatsing van de radiogolven (radarreflectoren)

1.4

Beginsel van de werking van radar

1.5

Kengetallen van radarapparatuur voor de binnenvaart

 

1.5.1

Frequentie

 

1.5.2

Zendvermogen

 

1.5.3

Duur van de zendpuls

 

1.5.4

Omwentelingen van de antenne

 

1.5.5

Eigenschappen van de antenne

 

1.5.6

Beeldscherm (indicatie en bediening)

 

1.5.7

Beeldscherm doorsnede

 

1.5.8

Ingesteld bereik

 

1.5.9

Onderscheiding voor dichtbij

 

1.5.10

Radiale onderscheiding

 

1.5.11

Azimuthale onderscheiding

     

2.

Interpretatie van het radarbeeld

2.1

Plaats van de antenne op het beeldscherm; koerslijn

2.2

Vaststellen van ligging, koers en draaiing van het eigen schip

2.3

Bepalen van afstanden en bereik

2.4

Onderscheiden van het gedrag van andere verkeersdeelnemers (stilliggende, tegemoetkomende en in dezelfde richting varende schepen)

2.5

Betekenis van hulpmiddelen en interpretatie van het radarbeeld (koerslijn, afstandsringen, nalichtspoor, decentreren)

2.6

Beperking van informatie verkregen door radar

2.7

Verschillen tussen de gebruikelijke en daglicht radarapparatuur

     

3.

Verstoringen van het radarbeeld

3.1

Storingen die vanuit het eigen schip komen en mogelijke maatregelen tot vermindering daarvan

 

3.1.1

Uiteenvallen van de antennebundel

 

3.1.2

Schaduwvorming (blinde sektoren)

 

3.1.3

Meervoudige reflectie (bijv. in het gebied van de laadruimte)

3.2

Storingen die vanuit de omgeving komen en mogelijke maatregelen tot vermindering daarvan

 

3.2.1

Storingen door regen of golfslag

 

3.2.2

Strooivelden (bv. bij bruggen)

 

3.2.3

Meervoudige reflectie

 

3.2.4

Schijndoelen

 

3.2.5

Schaduwvorming

3.3

Verschijningsvorm van de van andere radarapparaten uitgaande storingen en maatregelen tegen het opheffen daarvan

     

4.

Bediening van het radarapparaat

4.1

Tijd nodig voor inwerkingstelling, gereedheid

4.2

Basisinstelling, afstemming

4.3

Afstemming van contrast en helderheid

4.4

Afstemming van de versterking

4.5

Afstemming van de verzwakking en filter

4.6

Beoordeling van de beeldkwaliteit

     

5.

Bochtaanwijzer

5.1

Functioneren

5.2

Gebruiksmogelijkheden

     

6.

Bijzondere politievoorschriften

6.1

Gebruik van marifoon, geluidsseinen en koersafspraken

6.2

Materiële minimum uitrusting van het schip voor het varen met behulp van radar

6.3

Personele minimum bezetting en bevoegdheden voor het varen met behulp van radar

DEEL B: PRAKTISCH GEDEELTE

     

1.

Voor het vertrek te nemen maatregelen

1.1

Inwerkingstelling, afstemming en controle op het functioneren van het apparaat

1.2

Interpretatie van het radarbeeld

1.3

Taakverdeling aan boord

     

2.

Het varen met behulp van radar

2.1

Varen en keren op stilstaand en stromend water

2.2

In- en uitvaren van een haven of van een smal vaarwater, met afspraken via de marifoon en geluidsseinen

2.3

Ontmoeten en oplopen

2.4

Stoppen op een aangewezen plaats

2.5

Toelichten van het radarbeeld

2.6

Geven van commando's aan de roerganger

2.7

Gedrag in bijzondere situaties (bijvoorbeeld: gevaarlijke verkeerssituaties of uitval van apparaten)

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 3.04, eerste lid, van het Reglement radarpatenten

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

Modele de patente radar / muster des radarpatentes / model van het radarpatent

[Regeling vervallen per 01-04-2008]

1)

 

Nr. 2)

     

Patente radar / Radarpatent / Radarpatent

     

Conformément aux dispositions du Règlement des patentes radar

     

Auf Grund der Radarpatentverordnung ist

     

Op grond van de bepalingen van het Reglement radarpatenten is

     

3)

     

né le

á

 

geboren am

in

4)

geboren op

te

 
     

est autorisé á utiliser une installation de radar pour conduire un bateau

     

berechtigt, eine Radaranlage zur Führen eines Fahrzeuges zu benutzen

     

gerechtigd een radarinstallatie voor het voeren van een schip te gebruiken

 

le

 

5)

den

6)

 

de

 
     
   

8)

     
   

9)

o7)

   
   
     
     

Signature du titulaire/Unterschrift des Inhabers/Handtekening van de houder

     

Le soussigné certifié que cette patente a eté signée en sa présence par le titulaire

Es wird bescheinigt, daß das Patent in Gegenwart des Unterzeichneten von dem Inhaber unterschrieben ist.

Ondergetekende verklaart dat het patent in zijn tegenwoordigheid door de houder is ondertekend

   

10)

   

11)

1) .../ Land van afgifte van het patent

2) .../ Nummer van het register

3) .../ Naam en voornaam

4) .../ Geboortedatum en -plaats

5) .../ Plaats van afgifte van het patent

6) .../ Datum van afgifte van het patent

7) .../ Stempel van de autoriteit die het patent afgeeft

8) .../ Aanduiding van de autoriteit die het diploma afgeeft

9) .../ Handtekening van de autoriteit die het patent afgeeft

10) .../Autoriteit die het patent afgeeft

11) .../Handtekening van de autoriteit die het patent afgeeft

Naar boven