Uitvoeringsregeling artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane (Nederland)

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Uitvoeringsregeling artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane (Nederland)

De Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 13, tweede lid, van de Rijkswet administratieve bijstand douane;

Besluit:

Artikel 2

Indien aan de douane-administratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten bijstand wordt verleend bij de daadwerkelijke invordering van een in Aruba, Curaçao of Sint Maarten ontstane douanevordering, geschieden de betekening van de executoriale titel, het bevel tot betaling en de tenuitvoerlegging in Nederland overeenkomstig de regels die te dezen bij of krachtens de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen gelden voor schuldvorderingen die zijn ontstaan in een lidstaat van de Europese Unie en verband houden met, respectievelijk, de in artikel 1, onderdelen c, d en e, van die wet bedoelde rechten op de in- en uitvoer, omzetbelasting en accijnzen.

Artikel 3

De Minister van Financiën kan in daartoe aanleiding gevende gevallen bij de beslissing, bedoeld in artikel 2 van deze regeling in verbinding met artikel 11, artikel 15 of artikel 30 van de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen, uitdrukkelijk bepalen dat de in artikel 1, onderdeel c, d of e, van die wet bedoelde rechten op de in- en uitvoer, omzetbelasting, onderscheidenlijk accijnzen, voor de toepassing van artikel 13 van de rijkswet als gelijksoortig zijn aan te merken.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane (Nederland).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.A. Vermeend

Naar boven