Wijziging Arbeidsomstandighedenregeling

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Regeling tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de vaststelling van de Arbeidsomstandighedenwet 1998

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst

Handelende na overleg met de Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 16, tweede lid, onder b, 30, eerste lid, en 31, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, artikel 10, derde lid, onder d, van de Wet op de inkomstenbelasting 1994 en artikel 11 van de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma’s;

Voorts gelet op de artikelen 1.5a, tweede lid, 1.5b, 1.5e, tweede en derde lid, 2.1, 2.8, 4.7, eerste en derde lid, 4.9, achtste lid, 4.42, vijfde lid, 4.50, tweede lid, 4.68, eerste lid, 6.16, tiende lid, 7.19, negende lid, en 7.29, negende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Besluit:

Artikel V

[Red: Wijzigt de Regeling mandatering van bevoegdheden aan ambtenaren van de Scheepvaartinspectie.]

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Regeling erkenning applicatiecursus Stichting IJmond Maritiem.]

Artikel IX

[Red: Wijzigt het Examenreglement brandwacht, het Examenreglement brandwacht eerste klas, het Examenreglement hoofdbrandwacht, het Examenreglement onderbrandmeester, het Examenreglement brandmeester, het Examenreglement adjuct-hoofdbrandmeester 1993, het Examenreglement instructeur 1993.]

Artikel XI

[Red: Wijzigt het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Scheepvaartinspectie 1995.]

Artikel XII

De tekst van de Arbeidsomstandighedenregeling wordt met de daarbij behorende bijlagen in een bijlage bij de Staatscourant geplaatst. Van deze plaatsing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel XIII

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in werking treedt.

Deze regeling zal met de bijlagen I en VIII en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 oktober 1999

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Bijlage 1. behorend bij artikel 1.10

Gegevens ten behoeve van de schriftelijke mededeling van een ongeval, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998.

  • 1. Werkgever

    Naam:

    Adres:

    (geen Postbusnummer)

    Postcode en plaats:

    Registratienummer Kamer van Koophandel:

    (voor zover van toepassing)

    Aantal werkzame personen:

    Naam melder:

    Telefoon:

  • 2. Getroffene(n)

    Naam:

    Adres:

    Postcode en woonplaats:

    Geboortedatum en geslacht:

    Nationaliteit:

    De getroffene is: werknemer/stagiair/uitzendkracht/leerling/student/overig 1

    Datum indiensttreding:

    Soort letsel:

    Plaats van het letsel:

    Noodzaak ziekenhuisopname: ja/nee1

    Dodelijke afloop: ja/nee1

    Vermoedelijke verzuimduur:

  • 3. Omstandigheden van het ongeval

    Plaats van het ongeval:

    Indien het ongeval niet plaatsvond op het adres van de werkgever tevens:

    Naam bedrijf (voorzover van toepassing):

    Adres:

    Postcode en plaats:

    Datum en tijdstip ongeval:

    Direct voorafgaand aan het ongeval door getroffene verrichte werkzaamheden:

    Aard van het ongeval:

    Eventueel betrokken arbeidsmiddelen of stoffen:

Bijlage VIII. behorend bij artikel 4.27, eerste lid, onder a

Opleiding deskundig toezicht asbestsloop

Eindtermen

Algemeen

  • 1. De cursist kan de verschillende soorten asbest en asbesthoudend materiaal noemen.

  • 2. De cursist kan de verschillende toepassingen van asbest of asbesthoudend materiaal noemen en kan de situaties waarin het wordt en werd toegepast noemen en herkennen.

Wettelijk kader

  • 3. De cursist dient kennis te hebben van de bestaande arbeidsbeschermende voorschriften op het gebied van asbest in het algemeen en op het gebied van het slopen of verwijderen van asbest in het bijzonder.

  • 4. De cursist dient kennis te hebben van de beleidsregels over asbest.

  • 5. De cursist kan werkzaamheden uitvoeren volgens de eisen uit een V&G-plan.

  • 6. De cursist kan werkzaamheden uitvoeren conform de eisen uit een sloopvergunning.

  • 7. De cursist is op de hoogte van de voorschriften voor het omgaan met asbesthoudend afval en kan deze voorschriften toepassen.

  • 8. De cursist dient kennis te hebben van de milieuvoorschriften die gelden bij het slopen of verwijderen van asbest.

  • 9. De cursist kan de instanties noemen die de controle op de naleving van voornoemde wettelijke voorschriften uitvoeren.

Taken

  • 10. De cursist kan de taken van een Deskundig Toezichthouder Asbestsloop noemen, toelichten en verrichten.

  • 11. De cursist kan een werkplan voor het slopen of verwijderen van asbest samenstellen, beoordelen en toelichten.

Risicoherkenning en -beoordeling

  • 12. De cursist kan de risico’s voor de gezondheid bij het slopen of verwijderen van asbest herkennen en beoordelen.

  • 13. De cursist kan de risico’s voor het milieu bij het slopen of verwijderen van asbest herkennen en beoordelen.

Risicobeheersing

  • 14. De cursist kan het doel en de werking van maatregelen ter beperking van de emissie van asbeststof bij het slopen of verwijderen van asbest uitleggen, toelichten en deze maatregelen uitvoeren.

  • 15. De cursist kan het doel en de werking van de maatregelen ter beperking van de blootstelling van werknemers aan asbeststof bij het slopen of verwijderen van asbest uitleggen, toelichten en deze maatregelen uitvoeren.

  • 16. De cursist kan het deskundig asbestverwijderingsbedrijf positioneren in de wettelijke context.

  • 17. De cursist kan het doel, de werking en het beoogd effect van de maatregelen ter beperking van de emissie van asbeststof tijdens en na het slopen of verwijderen van asbest in het milieu uitleggen, toelichten en deze maatregelen uitvoeren.

Kwaliteitswaarborging

  • 18. De cursist kan de systematiek van de kwaliteitswaarborgingssystemen duidelijk maken.

  • 19. De cursist kan de relaties tussen certificerende instellingen en het gecertificeerde bedrijf mogelijk maken.

  • 20. De cursist kan de samenhang aangeven tussen de BRL 5050, BRL 5052, het Asbestverwijderingsbesluit en het Arbeidsomstandighedenbesluit.

  • 21. De cursist kan het beoordelingsprogramma van de certificerende instellingen uiteenzetten.

  • 22. De cursist kan de kwaliteit van de bij het slopen of verwijderen van asbest gebruikte hulpmiddelen beoordelen.

  • 23. De cursist is op de hoogte van de systematiek van keuring en beheersing van materiaal zoals vastgelegd in de BRL 5050.

  • 24. De cursist is op de hoogte van de meldingsplicht en kan de aan de BRL 5050 verbonden meldingsplicht uitvoeren.

  • 25. De cursist is op de hoogte van het beleid dat door de certificerende instellingen wordt gehanteerd in verband met de (periodieke) kwaliteitscontrole en kan beoordelen of een praktijkaudit aan de formele eisen voldoet.

  • 26. De cursist kan de betekenis van VCA-certificering aanduiden.

  • 27. De cursist kan de betekenis van ISO-9000 certificering aanduiden.

  • 28. De cursist kan de betekenis van BRL 5052-certificering aanduiden.

  • 29. De cursist kan de betekenis van STERLAB-accreditatie aanduiden

Arbeidshygiëne

  • 30. De cursist kan globaal de doelstellingen en de uitwerking van de arbeidshygiënische strategie met betrekking tot het slopen of verwijderen van asbest weergeven en toelichten

Milieuhygiëne

  • 31. De cursist kan globaal de doelstellingen van het milieuhygiënisch beleid met betrekking tot het slopen of verwijderen van asbest weergeven en toelichten.

Technieken

  • 32. De cursist kan het doel, de werking en de arbeidshygiënische aspecten van verschillende technieken ter verwijdering van asbest of asbesthoudend materiaal uitleggen en deze technieken hanteren.

Metingen

  • 33. De cursist kan de onderdruk in het containment (de plek waar het verwijderen van asbest wordt verricht en die is afgeschermd van de overige ruimten) bepalen.

  • 34. De cursist kan een visuele inspectie van een van asbest gesaneerde ruimte verrichten, en kan de waarde van deze inspectie inschatten.

  • 35. De cursist kan de geldende voorschriften voor monsterneming ten behoeve van de concentratiemeting asbeststof in de lucht en de gehele meetprocedure weergeven en toelichten.

Vaardigheden voor het geven van leiding en het houden van toezicht

  • 36. De cursist kan werknemers die betrokken zijn bij het verwijderen van asbest volgens het werkplan instrueren.

  • 37. De cursist kan aan werknemers die betrokken zijn bij het verwijderen van asbest, de risico’s van asbeststof en de maatregelen ter beperking van de emissie en de blootstelling duidelijk maken en desbetreffende werknemers corrigeren.

  • 38. De cursist kan opdrachtgevers en derden voorlichten.

  • 39. De cursist kan bij het verwijderen van asbest toezicht houden en indien nodig corrigerend optreden.

Calamiteiten

  • 40. De cursist kan in het geval van een calamiteit bij het verwijderen van asbest deze onderkennen, beheersen en handelend optreden.

  • 41. De cursist kan na het optreden van een calamiteit aanvullende maatregelen ter voorkoming van herhaling nemen.

  1. Doorhalen wat niet van toepassing is. ^ [1]
Naar boven