Besluit van 11 oktober 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Etikettering
van levensmiddelen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 juli
1999, nr GZB/VVB/992740, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische
Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op richtlijn nr. 97/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 januari 1997 (PbEG
L 43) houdende wijziging van Richtlijn nr. 79/112/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten inzake etikettering
en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame, op
richtlijn nr. 1999/10/EG van de Commissie van 8 maart 1999 (PbEG L 69) houdende afwijkingen van artikel 7
van richtlijn 79/112/EEG van de Raad inzake de etikettering van levensmiddelen, op artikel II, eerste lid,
van de Wijzigingswet 1988 Warenwet, alsmede op artikel 8, onder a en c, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 20 augustus 1999, no. W13.99.0330/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
4 oktober 1999, met nummer GZB/VVB/993936, uitgebracht in overeenstemming met Onze
Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: