Verlening bevoegheden aan douane-ambtenaren i.v.m. tenuitvoerlegging strafvonnissen

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 17-09-1999 t/m 31-12-2019

Regeling houdende aanwijzing van de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, als ambtenaar in de zin van de artikelen 556, eerste lid, en 587, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering

De Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 556, eerste lid, en 587, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

De ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, welke opsporingsbevoegdheid bezitten, kunnen worden belast met:

Artikel 2

De regeling van de Minister van Justitie van 20 mei 1994, nr. 438145/594/MB, houdende aanwijzing van de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen als ambtenaar in de zin van artikel 556 van het Wetboek van Strafvordering (Stcrt. 101)¹ wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag , 1 september 1999

De

Minister

van Justitie,

A.H. Korthals

Naar boven