Wet aanvulling Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten door bestuursorganen

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 15-03-2005 t/m heden

Wet van 12 mei 1999, houdende aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten door bestuursorganen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen inzake de behandeling van klachten door bestuursorganen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL V

  • 1 Klachten die bij een bestuursorgaan zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voor het betrokken beleidsterrein en op dat tijdstip nog bij dat bestuursorgaan in behandeling zijn, worden behandeld volgens het recht dat voor dat tijdstip van toepassing was.

  • 2 Klachten over gedragingen die hebben plaatsgevonden voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voor het betrokken beleidsterrein en die bij een bestuursorgaan zijn ingediend op of na dat tijdstip, worden behandeld met toepassing van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4 Verzoeken om een onderzoek door de Nationale ombudsman van een gedraging waarover een klacht is ingediend die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voor het betrokken beleidsterrein is afgehandeld of nog in behandeling is, worden behandeld volgens het recht dat voor dat tijdstip van toepassing was.

  • 5 Verzoeken om een onderzoek van een gedraging die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voor het betrokken beleidsterrein bij de Nationale ombudsman zijn ingediend en die op dat tijdstip nog in behandeling zijn, worden behandeld volgens het recht dat voor dat tijdstip van toepassing was.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor artikel I en V voor verschillende beleidsterreinen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 12 mei 1999

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de eerste juni 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven