Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-05-2015 t/m 21-04-2017

Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;

    • b. bevoegde autoriteit:

    • c. ADN: Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation (ADN).

  • 2 De in bijlage 1 opgenomen begripsbepalingen zijn van toepassing op de bijlagen 2, 3 en 4, voor zover daarin niet anders is bepaald.

Artikel 2

  • 1 Bij deze regeling behoren de volgende bijlagen:

  • 2 Bijlage 1 is van toepassing op de binnenwateren, voor zover bijlage 2 niet van toepassing is.

Artikel 3

Met voorwaardelijk tot het vervoer over de binnenwateren toegelaten gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 1 mogen de handelingen, bedoeld in artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, worden verricht, mits de in deze regeling gestelde voorschriften in acht worden genomen.

Artikel 5

  • 1 Met de in de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 3 vastgestelde technische normen of technische eisen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige technische normen of technische eisen, vastgesteld door of vanwege een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel door of vanwege een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

  • 2 Met de in de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 3 geëiste typegoedkeuringen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige typegoedkeuringen, geëist door of vanwege een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel door of vanwege een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die ter inzage worden gelegd bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Nieuwe Uitleg 1 te Den Haag.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Bijlage 1. als bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, onderdeel a, en 3 van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Deze bijlage behoort bij de Regeling van 29 april 2015 tot wijziging van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen, de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen, de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen in verband met de tweejaarlijkse revisie van internationale voorschriften inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen en enkele andere wijzigingen.

Bijlage 3. bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Aanvullende voorschriften

Artikel 1

De bepalingen van deze bijlage zijn van toepassing op vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren en hebben voorrang boven de bepalingen van bijlage 1.

Artikel 1a. Multilaterale overeenkomsten

  • 1 Niet-grensoverschrijdend vervoer mag plaatsvinden overeenkomstig multilaterale overeenkomsten als bedoeld in randnummer 1.5.1.1 van bijlage 1, die door Nederland zijn ondertekend.

  • 2 Bij het vervoer dat voldoet aan de in het eerste lid bedoelde multilaterale overeenkomsten worden de voorschriften met betrekking tot het vervoer in acht genomen die in deze overeenkomst zijn opgenomen.

Artikel 2

[Red: Vervallen.]

Artikel 3. Routering

  • 1 Het is verboden stofnummer 9000, Ammoniak, watervrij, sterk gekoeld, Klasse 2, 3TC, of brandbare gassen van de Klasse 2 te vervoeren met tankschepen langs Dordrecht, Zwijndrecht of Papendrecht, anders dan over de Dordtse Kil.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. tankschepen die minder dan 25 ton vervoeren;

    • b. tankschepen die volledig voldoen aan randnummer 9.3.1.11.2 van het ADN conform het Certificaat van Goedkeuring, of

    • c. vervoer uitsluitend tussen de Volkeraksluizen en Amsterdam, mits het betrokken schip zich ten minste één uur voor het opvaren van de Oude Maas meldt bij de Regionale Verkeerscentrale Dordrecht.

Artikel 4. Binnenvaartpolitiereglement

Op het vervoer van gevaarlijke stoffen op de Westerschelde en haar mondingen, op het Kanaal van Gent naar Terneuzen en in de buitenvoorhavens te Terneuzen, op de Eems en op de Dollard zijn de voorschriften bij of krachtens de artikelen 3.14, 3.21, 3.32, 4.04 en 6.28, negende en tiende lid van het Binnenvaartpolitiereglement van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Beperkingen vervoer met duwstellen rn. 7.1.5.1.1 en 7.1.5.1.2

  • 1 Duwstellen, waarvan de afmetingen 195 bij 24 meter overschrijden, mogen geen tankschepen bevatten, die gevaarlijke goederen vervoeren of niet ontgast zijn.

  • 2 Stoffen of voorwerpen, bedoeld in randnummer 7.1.5.1.2 van bijlage 1 mogen slechts dan met duwstellen of gekoppelde samenstellen worden vervoerd indien de afmetingen ervan niet groter zijn dan 195 bij 24 meter. Tijdelijk voorspan is echter toegestaan.

Artikel 6. Bewaartermijn opleidingsdossiers

De werkgever bewaart de dossiers, bedoeld in randnummers 1.3.3 en 1.10.2.4 van bijlage 1 gedurende de arbeidsrelatie met de werknemer, die de opleiding heeft genoten.

Artikel 7. Vervoerdocument

In geval het vervoer van gevaarlijke stoffen uitsluitend binnen Nederland plaatsvindt, is het toegestaan dat de documenten die op basis van het ADN verplicht aan boord moeten worden meegevoerd, uitsluitend zijn gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 8. Uitzondering verplichting veiligheidsadviseur

De voorschriften onder randnummer 1.8.3 van bijlage 1 zijn niet van toepassing op ondernemingen als bedoeld in randnummer 1.8.3.2.

Bijlage 4. als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Erkende instanties

Artikel 1

In de onderstaande tabel zijn de erkende instanties opgenomen met betrekking tot de uitvoering van de voorschriften in de vermelde randnummers van bijlage 1 voor zover bedoelde handelingen worden uitgevoerd door Nederlandse instanties.

Tabel 1

Randnummer

Instanties

1.2.1 Monstername

ILT

1.2.1 Erkende veilige elektrische inrichting

ILT

1.2.1 Onderzoeksinstantie

ILT

1.3.3 Documentatie

ILT

1.2.1 Openingsdruk

ILT

1.5.3.1; 1.5.3.2; 1.6.7.2.2

ILT

1.8.1.1; 1.8.1.2

ILT

1.8.1.3

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

1.8.3.7; 1.8.3.8; 1.8.3.10; 1.8.3.14; 1.8.3.16

CBR

1.8.5.1

ILT

1.10.1.6

CBR

1.10.2.4, eerste volzin

ILT

1.10.3.2.2, Opmerking

politie

1.16.1.3

ILT

1.16.1.4.3

ILT

1.16.2

ILT

1.16.3

ILT

1.16.5

ILT

1.16.6

ILT

1.16.10

ILT

1.16.11

ILT

1.16.13

ILT

1.16.14

ILT

1.16.15

ILT

2.2.1.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

TNO

2.2.1.1.3; Opmerking bij UN-nummer 0190

TNO of Defensie, laatstgenoemde voor zover het betreft classificatie van uitsluitend voor de krijgsmacht bestemde munitie en toelating van de verpakking ervan

2.2.1.1.7.2

TNO

2.2.41.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria, 2.2.41.13

TNO

2.2.51.1, voor zover het betreft de autoriteit in het Handboek beproevingen en criteria

TNO

2.2.52.1.8

TNO

2.2.62.1.9, Opmerking; 2.2.62.1.12

EZ of VWS

2.2.9.1.7

ILT

2.2.9.1.11, Opmerking 2 en 3

Minister

3.2.3.1, kolom 20, Extra eisen of Aantekeningen 12 p) en 12 q)

ILT

3.2.3.1, kolom 20, Extra eisen of Aantekeningen 28 b)

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

3.3.1, bijzondere bepaling 16 en 178

TNO of Defensie, laatstgenoemde voor zover het betreft classificatie van uitsluitend voor de krijgsmacht bestemde munitie en toelating van de verpakking ervan

3.3.1, bijzondere bepaling 181 en 237

TNO

3.3.1, bijzondere bepaling 239

ILT

3.3.1, bijzondere bepaling 266, 271, 272 en 278

TNO

3.3.1, bijzondere bepaling 283

ILT

3.3.1, bijzondere bepaling 288, 309 en 311

TNO

3.3.1, bijzondere bepaling 356

ILT

3.3.1, bijzondere bepaling 364

TNO

3.3.1, bijzondere bepaling 636, Opmerking

ILT

3.3.1, bijzondere bepaling 637

Minister

3.3.1, bijzondere bepaling 645

TNO

3.3.1, bijzondere bepaling 661

ILT

5.2.2.1.9, 5.4.1.2.1

TNO

7.1.4.7

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.1.4.77

ILT

7.1.4.8

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.1.4.9

ILT

7.1.4.16

ILT

7.1.5.1

ILT

7.1.5.4.2

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.1.5.4.3; 7.1.5.4.4; 7.1.5.5; 7.1.6.14 voor HA03

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.2.2.6

ILT

7.2.3.7.1; 7.2.3.7.3

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.2.4.2.1

ILT

7.2.4.2.2

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

7.2.4.7.1

In havens: havenmeester

Buiten havens HID-RWS

7.2.4.77

ILT

7.2.4.9; 7.2.4.10.1

ILT

7.2.3.7.2; 7.2.4.24; 7.2.5.4.2; 7.2.5.4.3; 7.2.5.4.4; 7.2.5.1

In havens: havenmeester

Buiten havens: HID-RWS

8.1.2.6; 8.1.2.7; 8.1.6.1; 8.1.6.2; 8.1.6.3; 8.1.7; 8.1.8.3; 8.1.8.7; 8.1.8.8; 8.1.8.9; 8.1.9.1

ILT

8.2.1.2; 8.2.1.3; 8.2.1.4; 8.2.1.5; 8.2.1.6; 8.2.1.7; 8.2.1.8

CBR

8.2.1.9; 8.2.1.10

ILT

8.2.2.6.1; 8.2.2.6.4; 8.2.2.6.5; 8.2.2.6.7; 8.2.2.7; 8.2.2.8

CBR

8.3.5

ILT

8.6.3

ILT

9.1.0.40.2.7; 9.2.0.94.4

ILT

9.3.1.50.2

ILT

9.3.2.12.7; 9.3.2.23.5; 9.3.2.50.2

ILT

9.3.3.12.7; 9.3.3.23.5; 9.3.3.50.2

ILT

9.3.4.1.4; 9.3.4.1.5

ILT

Artikel 2

  • 1. In deze bijlage wordt verstaan onder:

    • CBR: Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen;

    • Defensie: Minister van Defensie;

    • dyslexieverklaring: verklaring waarin dyslexie is vastgesteld volgens de criteria voor onderkenning en verklaring van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN, 2008);

    • EZ: Minister van Economische Zaken;

    • HID-RWS: Minister, namens deze de betrokken hoofdingenieur-directeur van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat;

    • ILT: Minister, namens deze de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport;

    • politie: het landelijke politiekorps, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Politiewet 2012;

    • TNO: Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek;

    • VWS: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 3

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a. overeenstemming vooraf: het CBR doet schriftelijk een voorstel aan de Minister, die, indien akkoord, instemt;

    • b. informatie achteraf: het CBR informeert schriftelijk achteraf de Minister door toezending van een jaarlijks verslag, houdende:

      • 1°. aantallen examens;

      • 2°. aantallen geslaagden aan wie een verklaring als bedoeld in bijlage 1 is verstrekt; en

      • 3°. een evaluatie van het in onderdeel a en b genoemde.

  • 2. Bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden, bedoeld in artikel 1 van deze bijlage, geeft het CBR toepassing aan tabel 2.

    Tabel 2 Specifieke bevoegdheden CBR

    Nummer ADN

    Bevoegdheid van CBR

    Overeenstemming vooraf

    Informatie achteraf

    8.2.1.2

    Afgifte verklaring deskundige

     

    X

    8.2.1.6

    Aantekening herhalingscursus deskundige

     

    X

    8.2.1.4 of

    8.2.1.5

    Aantekening vervolgcursus Gas of Chemie

     

    X

    8.2.1.7 of

    8.2.1.8

    Aantekening verlenging Gas of Chemie

     

    X

    8.2.2.6

    Erkenning opleidingen:

       
     

    – vaststellen erkenningsrichtlijn

    X

     
     

    – feitelijke erkenning opleidingen

     

    X

    8.2.2.7

    Vaststellen verloop van de examens:

       
     

    – opstellen examenreglement

    X

     
     

    – benoeming examencommissie

     

    X

     

    Vaststellen inhoud van de examens:

       
     

    – vaststellen nationale examenprogramma

    X

     

Artikel 4

  • 1. Het CBR kan toestaan dat een examenkandidaat die een stoornis heeft die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal, het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. Voor die gevallen bepaalt het CBR middels het examenreglement de wijze waarop het examen kan worden aangevraagd en hoe het examen zal worden afgelegd.

  • 2. Een examenkandidaat die gebruik wil maken van de in het eerste lid geboden mogelijkheid voegt bij de aanvraag een medische verklaring van een specialist of een dyslexieverklaring.

  • 3. De aanpassing voor examenkandidaten met een stoornis als bedoeld in het eerste lid kan in ieder geval bestaan uit een verlenging van de duur van het examen met ten hoogste 30 minuten.

Naar boven