Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (BTW-regime voor bad- en zweminrichtingen)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-1999 t/m heden

Besluit van 11 december 1998, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (wijziging BTW-regime voor bad- en zweminrichtingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 4 september 1998, nr. WV98/358 M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Gelet op artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Stb. 329);

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1998, no. W06.98.0420);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 3 december 1998, nr. WV98/457U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999, met dien verstande dat de aanhef en nummers 11 en 21 van onderdeel b van de bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 behorende bijlage B zoals deze bepalingen luidden op 31 december 1998, van toepassing blijven met betrekking tot die bad- en zweminrichtingen die deze bepalingen reeds toepasten op die datum, en wel uiterlijk tot het tijdstip waarop die bad- en zweminrichtingen ervoor kiezen die bepalingen niet langer op hen van toepassing te doen zijn.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 december 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven