U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 15-03-2013.]Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 08-01-2006 en zichtdatum 01-09-2007. Geldend van 08-01-2006 t/m 31-08-2007
Regeling aanwijzing overheidsorganen, bedoeld in artikel 3.4 van de Telecommunicatiewet
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 3.4, eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet en artikel 18 van het Frequentiebesluit;
Besluit:
[Regeling vervallen per 15-03-2013]
In deze regeling wordt verstaan onder minister: Minister van Verkeer en Waterstaat.
Stcrt. 2007, 168, datum inwerkingtreding 01-09-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 08-01-2006.
In deze regeling wordt verstaan onder minister: Minister van Economische Zaken.
Als overheidsorganen belast met de zorg voor de veiligheid van de staat, de defensie, alsmede de handhaving van de rechtsorde, bedoeld in artikel 3.4 van de Telecommunicatiewet, worden aangewezen:
a. de Krijgsmachtdelen, de inter-service-organen ressorterende onder de Minister van Defensie, alsmede de op grond van door de Nederlandse regering gesloten internationale overeenkomsten hier te lande aanwezige buitenlandse strijdkrachten voorzover de coördinatie van de bij deze strijdkrachten in gebruik zijnde frequentieruimte geschiedt namens de Minister van Defensie;
b. de regionale politiekorpsen, het Korps Landelijke Politiediensten, de onder de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ressorterende diensten en instellingen belast met taken op het gebied van de politie, de onder de Minister van Justitie ressorterende diensten en instellingen belast met taken op het gebied van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de tenuitvoerlegging van straffen en de naleving van de vreemdelingenwetgeving;
c. de onder de Minister van Algemene Zaken en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ressorterende diensten belast met de zorg voor de interne veiligheid van de Staat;
d. de hier te lande aanwezige buitenlandse diensten van politie en douane, genoemd in de artikelen 40 en 41 van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (Trb. 1990, 145).
De aanwijzing van artikel 2 geldt voorzover de frequentieruimte wordt gebruikt voor de uitvoering van de taken die aan deze overheidsorganen zijn opgedragen.
De minister wijst de in het frequentieplan aangewezen frequentieruimte, die tot gebruik strekt van de in artikel 2 aangewezen overheidsorganen, toe aan:
a. voorzover het betreft frequentieruimte die bestemd is voor de in artikel 2, onder a, genoemde overheidsorganen: de Minister van Defensie;
b. voorzover het betreft frequentieruimte die bestemd is voor de in artikel 2, onder b en d, genoemde overheidsorganen: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie gezamenlijk.
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en van Defensie dienen, voorafgaande aan een voorgenomen wijziging van het frequentieplan, een frequentie-onderbouwingsplan in, overeenkomstig een daartoe strekkend verzoek van de minister.
1 De bij artikel 4 aangewezen ministers zijn belast met de uitvoering van het door de minister vastgestelde beleid ten aanzien van de verdeling, het beheer en het gebruik van de onderscheidenlijk aan hen toegewezen frequentieruimte.
2 Tot de in het eerste lid bedoelde taak behoren onder meer:
a. het bepalen van het toelatingsbeleid;
b. het voorbereiden van gebruiks- en technische voorschriften;
c. het toezien op de naleving door de gebruikers van de onder b bedoelde voorschriften.
De in artikel 2, onder a, b, en d, aangewezen overheidsorganen mogen uitsluitend gebruik maken van andere dan de aan hen toegewezen frequentieruimte nadat zij daartoe instemming hebben verkregen van de instellingen of diensten die met het beheer van de betreffende frequentieruimte zijn belast.
1 De in artikel 2 aangewezen overheidsorganen zijn vrijgesteld van de voorschriften bij of krachtens hoofdstuk 10 van de Telecommunicatiewet, behoudens de voorschriften inzake elektromagnetische compatibiliteit en randapparaten.
2 De aangewezen overheidsorganen zullen al het mogelijke doen wat redelijkerwijs van hen verwacht mag worden om te voorkomen dat het door hen uitgeoefende gebruik van de toegewezen frequentieruimte storing of belemmering zal veroorzaken in radiozendapparaten werkende in de niet ten behoeve van hen toegewezen delen van de frequentieruimte dan wel in overige elektrische of elektronische apparaten.
3 De aangewezen overheidsorganen dienen voorts medewerking te verlenen aan de behandeling van klachten over storing door de door hen gebruikte radiozendapparaten, welke behandeling geschiedt overeenkomstig de Regeling klachtbehandeling elektrische en elektronische apparaten.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 december 1998.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing overheidsorganen, bedoeld in artikel 3.4 van de Telecommunicatiewet.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Staatssecretaris
J.M. de Vries
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling aanwijzing overheidsorganen, bedoeld in artikel 3.4 van de Telecommunicatiewet", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.