Tijdelijke regeling innovatieve tieneropvangprojecten

[Regeling vervallen per 01-09-2003.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-08-2003

Tijdelijke regeling innovatieve tieneropvangprojecten

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 5, 44, eerste lid, en 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. het besluit:

het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

b. de Minister:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. tieneropvang:

vrijetijdsactiviteiten en faciliteiten voor het maken van huiswerk die in georganiseerd verband tegen vergoeding worden geboden aan kinderen tot en met 15 jaar, die naar het voortgezet onderwijs gaan, door anderen dan de eigen ouders, waaronder begrepen pleeg- of stiefouders, waarbij sprake is van begeleiding en supervisie;

Briefpapier zonder DG aanduiding - let op: codes hierboven niet wijzigen

Voor makkelijk achteraf wijzigen van het kenmerk: start de macro opnieuw en gebruik keuze W

d. tieneropvangplaats:

aanbod van tieneropvang op alle schooldagen gedurende enige uren aansluitend op schooltijden en tenminste in een deel van de schoolvakanties;

e. tieneropvangproject:

het geheel van voorbereidende en uitvoerende activiteiten om binnen een gemeente uiterlijk met ingang van het schooljaar 2000/2001 tenminste tot het schooljaar 2001/2002 een aantal tieneropvangplaatsen te creëren en in stand te houden waarbij de tieners en hun ouders zijn betrokken en waarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van en afstemming wordt gezocht met reeds aanwezige voorzieningen voor tieners.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Aan een gemeente kan een meerjarige uitkering worden verstrekt ten behoeve van een tieneropvangproject voor zover aan de Minister daartoe op de begroting voldoende middelen ter beschikking zijn gesteld. De uitkering wordt niet geweigerd indien gedurende het schooljaar 1999/2000 de opvang niet op alle schooldagen in stand wordt gehouden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 Bij de verlening bestaat de meerjarige uitkering maximaal uit de in een door de Minister goedgekeurde projectbegroting opgenomen kosten voor een tieneropvangproject tot een bedrag van de som van:

    • a. de helft van de totale exploitatiekosten tot een maximum van € 1 588,23 op jaarbasis per tieneropvangplaats;

    • b. de totale investeringskosten tot een maximum van € 1 815,12 per tieneropvangplaats;

    • c. de totale voorbereidings- en ontwikkelingskosten tot een maximum van € 907,56 per tieneropvangplaats tot een maximum van € 34 033,52 per tieneropvangproject;

      voor zover dat bedrag de kosten die ten laste van de gemeente komen niet overschrijdt.

  • 2 De meerjarige uitkering wordt zonder onderscheid te maken naar kostensoort en ongeacht het aantal in stand gehouden tieneropvangplaatsen vastgesteld op het saldo van de werkelijke lasten en baten van de gemeente met als maximum het bedrag van de verleende uitkering.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 Het maximumbedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt voor het schooljaar 1999/2000 naar evenredigheid verminderd, indien de tieneropvangplaats niet gedurende alle schooldagen in stand is gehouden.

  • 2 De evenredige vermindering van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend per maand. Een gedeelte van een maand, waarin op minder dan alle schooldagen tieneropvang in stand wordt gehouden, wordt gerekend voor een hele.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

De aanvraag wordt uiterlijk 1 maart 1999 ingediend. Met het oog op de onderlinge afweging van aanvragen wordt uiterlijk op 17 mei 1999 beslist op de aanvragen.

Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door de Minister vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 De Minister zal aan de hand van de volgende criteria uit de ingediende aanvragen een aantal tieneropvangprojecten selecteren voor het verlenen van een uitkering op grond van artikel 2:

    • a. spreiding naar type gemeente;

    • b. spreiding naar verschillende vormen van tieneropvang;

    • c. spreiding naar het georganiseerd verband waarin tieneropvang wordt geboden;

    • d. de mate waarin het tieneropvangproject bijdraagt aan het verkrijgen van gegevens om te komen tot een maatschappelijk en beleidsmatig toekomstperspectief voor tieneropvang.

  • 2 De Minister kan een uitkering verlenen voor een kleiner aantal opvangplaatsen dan waarvoor een aanvraag is gedaan, indien daarmee naar het oordeel van de Minister geen afbreuk wordt gedaan aan de geschiktheid van het tieneropvangproject volgens de in het eerste lid genoemde criteria.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Voor de verantwoording, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van het besluit, worden gegevens verstrekt op een door de Minister vastgesteld verantwoordingsformulier.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 januari 1999 en vervalt met ingang van 1 september 2003, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de verantwoording en vaststelling van op grond van deze regeling verleende uitkeringen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

voornoemd,

Margo Vliegenthart

Naar boven